Een vicepremier die al vijf jaar lang prominent lid is van opeenvolgende federale regeringen verklaarde vorige week zonder blikken of blozen: ‘De Belgische regering heeft geen industriële strategie.’ Kan het nog veel erger?
Vorige week beslisten de aandeelhouders van Fortis dat de grootste bank van het land verkocht mag worden aan het Franse BNP Paribas. Om dat te bereiken heeft de Belgische regering de voorbije zeven maanden zowat alles gedaan, ze bracht zelfs de scheiding der machten in gevaar. Enkele uren na de stemming bestempelde vicepremier Karel De Gucht (Open VLD) in de VRT-talkshow Phara de verkoop van Fortis Bank als ‘een vergissing’. Hij zei zeer eenvoudig: ‘Iets wat waardevol is, verkoop je niet als het klimaat tegenzit.’ Het gebeurde toch.
De gastvrouw, enkele kranten en belangrijke Fortisaandeelhouders deden alsof deze uitspraak van de vicepremier nieuw was. Maar nauwelijks 14 dagen nadat de regering begin oktober 2008 een eerste keer had beslist om Fortis te verkopen aan BNP Paribas, schreef Knack als allereerste dat dit ‘zeer tegen de zin was van Open VLD, dat daarover dwars ging liggen. Daardoor kwam de regering zelfs in gevaar. Uiteindelijk konden de liberalen niet anders dan bakzeil halen, want de regering laten vallen zou totaal onverantwoord zijn geweest’ ( Knack, 15 oktober).
Enkele dagen later zou De Gucht dat bevestigen in een interview met de krant De Morgen. Ook daarna heeft de vicepremier herhaald dat een verkoop van Fortis geen goede zaak was en dat hijen zijn partij er geen voorstander van waren. Ook de PS was trouwens niet voor een verkoop, zo verklaarden vicepremier Laurette Onkelinx en voorzitter Elio Di Rupo. De conclusie drong zich al eerder op: de verkoop van Fortis Bank is geforceerd door vicegouverneur van de Nationale Bank Luc Coene, minister van Financiën Didier Reynders (MR) en voormalig premier Yves Leterme (CD&V), die hierin slaafs gevolgd werd door Herman Van Rompuy. Maar dat ontslaat Open VLD en de PS niet van hun verantwoordelijkheid.
De Gucht deed in diezelfde Phara-uitzending een andere uitspraak die wél echt verbijsterend is: ‘De verkoop bewijst ook dat de Belgische regering geen industriële strategie heeft, want wie een industriële strategie heeft, doet zoiets niet.’ Nu is het niet de eerste keer dat duidelijk wordt dat de Belgische regering geen industriële strategie heeft, wel de eerste maal dat een prominent minister dat publiek verklaart. Zonder voor zichzelf conclusies te trekken trouwens, want De Gucht speelt al sinds juli 2004 een vooraanstaande rol in federale regeringen.
Maar het klopt: de uitverkoop van de grootste bank van het land is een zoveelste illustratie van het feit dat onze regeringen al jaren geen industriële strategie hebben. De gevolgen daarvan voor land en bewoners zijn pijnlijk. Zo kreeg het Franse Suez in 2005 de volledige controle over elektriciteitsproducent Electrabel, waarmee Frankrijk het energiemonopolie kreeg in België. Van het beloofde gouden aandeel, een vetorecht waarmee de nationale strategische energiebelangen konden worden verdedigd, kwam niets in huis. We werden op energievlak een wingewest van Parijs: de Belgische verbruikers betalen hoge facturen, de winsten vloeien bijna volledig naar Frankrijk. Wie denkt dat het met Fortis Bank anders zal lopen, is naïef.
Dus zero industriële strategie. In de uitdrukking gaat het altijd over kippen zonder kop, maar in de buurt van de Brusselse Wetstraat wordt al jarende mannelijke variant gespot.
door Ewald Pironet
