Hubert van Humbeeck

Een Europese onderzoekscommissie is duidelijk: Georgië begon de oorlog om Zuid-Ossetië. Maar ook Moskou is niet vrij van schuld.

Vorige week werd het verslag bekendgemaakt van de commissie die door de Raad van de Europese Unie was gevraagd om uit te zoeken wie verantwoordelijk was voor de oorlog tussen Georgië en Rusland in augustus 2008. Ze was tien maanden aan de slag en de bevalling was moeilijk. Vooral de Georgische regering hield de commissie onder druk en probeerde zelfs om commissieleden op voorhand verdacht te maken.

Het onderzoek werd gevoerd door de Independent International Fact-Finding Mission on the Conflict in Georgia, die vanuit Genève werkte onder leiding van de Zwitserse diplomate Heidi Tagliavini. Haar commissie bestond uit een dertigtal Europese militaire, juridische en historische experts en ze is zelf beslagen in kwesties die de Kaukasus aangaan. Het rapport telt uiteindelijk niet minder dan 900 bladzijden. De oorlog duurde vijf dagen en kostte aan 850 mensen het leven. 100.000 mensen gingen op de vlucht, van wie er 35.000 nog altijd niet naar huis terugkunnen.

Tagliavini is duidelijk: de oorlog begon met de beschieting van de stad Tskhinvali door het Georgische leger in de nacht van 7 op 8 augustus. Tskhinvali is de hoofdstad van de Georgische provincie Zuid-Ossetië, die zich al in het begin van de jaren negentig van Georgië afscheidde en die zich na de oorlog van vorig jaar onafhankelijk verklaarde. Georgië probeerde met de aanval om zijn autoriteit over de opstandige provincie te herstellen. Het geweld dat daarbij werd gebruikt, is volgens de commissie een schending van het internationale recht. Dat betekent ook dat de commissie geen bewijs vond voor de Georgische bewering dat de aanval een antwoord was op een Russische invasie.

Dat wil niet zeggen dat Georgië alleen schuld heeft aan de gebeurtenissen. De commissie vindt dat Rusland het recht had om zijn ‘vredestroepen’ te beschermen, die zich als gevolg van internationale akkoorden in Zuid-Ossetië bevonden. Maar ze is ook van mening dat Moskou op zijn beurt de internationale wet overtrad toen het de Georgische troepen tot ver op het eigenlijke Georgische grondgebied achtervolgde. De commissie vindt ook dat Rusland over de schreef ging en Georgië onnodig onder druk zette toen het zowel in Zuid-Ossetië als in Abchazië – de andere afvallige Georgische provincie – massaal Russische paspoorten uitdeelde. De erkenning door Rusland van de onafhankelijkheid van Zuid-Ossetië en Abchazië kan, volgens de commissie, worden begrepen als een schending van de Georgische soevereiniteit.

Het spreekt vanzelf dat de twee partijen in het Europese rapport argumenten vinden die hun gelijk bevestigen. Heidi Tagliavini ziet in haar werkstuk een kans om het probleem op te lossen, op voorwaarde dat iedereen de feiten onder ogen ziet zoals ze zijn. Op één vraag gaf de commissie geen antwoord: welke rol speelden de 150 Amerikaanse adviseurs in het verhaal, die zich op het moment van de oorlog in de buurt van de Georgische president Mikhail Saakasjvili ophielden? Het Kremlin herhaalde vorige week dat de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergei Lavrov zijn Amerikaanse collega Condoleezza Rice er tot drie keer toe expliciet voor waarschuwde dat Saakasjvili zich opmaakte voor een militair avontuur. Het staat nu vast dat de Georgische president speelde en verloor.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content