Hoe komt het toch dat er in de Vlaamse literaire bladen en commerciële printmedia zo weinig aandacht wordt geschonken aan de eigen Vlaamse schrijvers?

Stefan Van den Broeck pakt in het nieuwste nummer van rekto:verso met een grondige en ontnuchterende analyse van het Vlaamse recensiewezen uit. En wat blijkt? Van den Broeck: ‘Nederlandstalige fictie is voor Vlaamse recensenten in hoofdzaak Nederlandse fictie.’ Van den Broeck onderzocht de literaire kritieken van vijf Vlaamse literaire tijdschriften ( DWB, Yang, Deus ex Machina, rekto:verso, Ons Erfdeel) en van vier kwaliteitsmedia ( Knack, Humo, De Morgen, De Standaard). Bij de literaire tijdschriften, aldus Van den Broeck, is de gemiddelde verhouding tussen Nederlandse en Vlaamse auteurs 66 versus 34 procent. Eigenaardig genoeg zijn de commerciële jongens in hun recensiepolitiek iets evenwichtiger (60-40 procent) dan de literaire incrowd van tijdschriften. Alleen Knack bespreekt volgens de analyse van Van den Broeck meer Vlamingen dan Nederlanders. Bij Humo is de discrepantie in het onderzochte jaar 2008-2009 het grootst: 15 Nederlanders tegen 6 Vlamingen. Vandaar Van den Broecks logische conclusie: ‘Het valt aan te nemen dat er meer boeken van Nederlandse auteurs verschijnen, maar mag men van de Vlaamse pers niet verwachten dat men iets meer aandacht besteedt aan Vlaamse auteurs? (De Nederlandse kranten zullen het alvast niet doen!).’

Hoe komt het dat in de regel buitenlandse en Nederlandse auteurs op zoveel meer kritische aandacht mogen rekenen dan de Vlaamse collega’s? Aan de kwaliteit kan het niet liggen – zie bijvoorbeeld de recente prijzenregen in Libris- en Ako-land Nederland voor Vlamingen Dimitri Verhulst en Erwin Mortier. De Vlaamse literatuur is nooit zo rijk én divers geweest als het afgelopen decennium. Het moet dus te maken hebben met een misplaatste angst voor provincialisme, zoals ook Van den Broeck suggereert. Ondertussen blijft het voor de Vlaamse auteur knokken voor aandacht in medialand. Als hij uitgeeft bij De Bezige Bij, Querido en De Arbeiderspers (alle drie onderdeel van WPG) zit het wel snor, want Van den Broeck berekende dat auteurs uit deze drie stallen voor 2008/2009 het meest worden besproken in de Vlaamse kwaliteitsmedia met respectievelijk 47, 30 en 23 recensies. Alleen Meulenhoff/ Manteau wringt zich tussen deze elite met 27 recensies. En laat deze uitgeverij nu net binnenkort ook een onderdeel worden van gigant en recensielieveling WPG. De literaire auteurs die het moeten hebben van kleine onafhankelijke uitgeverijen, krijgen nauwelijks een voet tussen de deur van de media: 2 recensies voor Van Halewyck, 3 voor Davidsfonds en 4 voor Houtekiet in een heel jaar tijd…

Natuurlijk kun je de WPG-uitgevers moeilijk verplichten om Vlaamse auteurs te brengen. Misschien zou het daarom nog zo geen slechte zaak zijn om het wereldje van de literaire kritiek te subsidiëren a rato van de gebrachte Vlaamse stukken. Doet de Vlaamse overheid trouwens niet iets soortgelijks met het Vlaamse (levens)lied op de openbare omroep?

door Frank Hellemans

De Vlaamse literatuur is nooit zo rijk én divers geweest als het afgelopen decennium.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content