Nu hij in beide verkiezingsdebatten op de televisie een bijzonder goede beurt heeft gemaakt, is het Verenigd Koninkrijk helemaal in de ban van de Liberaal-Democraat Nick Clegg. ‘Als hij zijn doorbraak op 6 mei weet waar te maken, zal dat de Britse politiek grondig door elkaar schudden.’

Hij is 43 jaar jong, groot van gestalte, draagt perfecte maatpakken en is een uitmuntend debater. Dat bleek ook tijdens zijn eerste televisiedebat met ‘de grote twee’, premier en Labourleider Gordon Brown en oppositieleider David Cameron van de Conservatieven. Na de uitzending schoten de Liberaal-Democraten met tien procent omhoog in de peilingen. ‘Nick Clegg is de nieuwe Obama’, schreven de Britse kranten. ‘Hij herhaalt het succes van Tony Blair van 1997, die de tory’s na achttien jaar uit Downing Street verdreef’, luidde het. ‘Clegg is bijna even succesvol als Winston Churchill.’

‘Te gek voor woorden’, reageerde Clegg cool. ‘Ik ken de wetten van de zwaartekracht. Hoe hoger mensen je de hemel in prijzen, des te dieper zul je vallen.’

De ‘ Cleggmania’, de euforie die rond Nick Clegg is ontstaan, valt blijkbaar niet te stuiten. ‘De televisiedebatten tussen de politieke leiders gaven de Liberaal-Democraten voor het eerst een gelijkwaardige kans om gehoord te worden’, zegt Lance Price, publicist en voormalig mediaconsulent van Tony Blair. ‘Tot tweemaal toe deed Clegg het verbazend goed en daardoor is de kans dat we na zes mei een hung parliament krijgen zeker niet denkbeeldig. Als geen van de partijen een meerderheid weet te behalen, wat afgaande op de opiniepeilingen dus goed mogelijk is, komt er logischerwijs een minderheidsregering. Labour of de Conservatieven kunnen een regering vormen en dan stemming per stemming de steun van de Liberaal-Democraten inroepen. Of het kan tot een coalitieregering komen, al is dat in de Britse geschiedenis hoogst uitzonderlijk. De Liberaal-Democraten zullen trouwens alleen tot een regering willen toetreden als ze een hervorming van het kiesstelsel kunnen afdwingen. Ze ijveren al jaren voor een proportionele vertegenwoordiging, waardoor ze eindelijk tot de hogere echelons van de macht zouden kunnen doorstoten.’

De Liberaal-Democraten zijn dus aan zet. En dat weten ze ook op het terrein.

In het kiesdistrict Watford, in de zogenaamde ‘Home Counties’ ten noordwesten van Londen, zijn ze bijzonder strijdlustig. Bij de vorige parlementsverkie-zingen in 2005 werden de Liberaal-Democraten hier nipt geklopt door Labour, maar vandaag zijn ze de grote favoriet. In het Empire Center aan de Imperial Way, de thuisbasis van de Liberaal-Democratische kandidaat Sal Brinton, vouwen dertigers, veertigers en zelfs zeventigers de laatste verkiezingsfolders. ‘Dit keer gaan we er met volle kracht tegenaan.’

Heeft het televisiedebat dan zo veel veranderd? ‘Jazeker’, antwoordt campagneleider Paul Sulter. ‘Het Clegg-effect is onvoorstelbaar, het straalt ook af op ons district. Zelfs mediagigant Rupert Murdoch kan niet langer om ons heen. Tot voor het debat werden de Liberaal-Democraten door zijn nationale kranten doodgezwegen. Niemand wist waar we voor stonden. Nu krijgen we veel inhoudelijke vragen over onze politiek. Na het tv-debat gaf een journalist zelfs toe dat Nick Clegg de enige kandidaat is met wie hij in de lift zou willen vastzitten’, lacht Sulter.

Watford heeft een belangrijke strategische zetel binnen te halen – een marginal seat die het nationale verkiezingsresultaat mee kan beïnvloeden. ‘De drie partijen staan hier tegenover elkaar’, zegt kandidaat Sal Brinton. ‘De socio-economische context is hier niet van die aard dat mensen steeds weer voor dezelfde partij kiezen. Er zijn geen safe seats of veilige zetels in Watford. Labour haalde het bij de vorige parlementsverkiezingen. Nu wil Nick Clegg absoluut dat wij de zetel binnenhalen. Daarom ook is zijn nationale campagne hier van start gegaan.’

Verkiezingsnonsens

In de sociale woonwijk Woodside, waar Brinton ons mee naartoe neemt voor het traditionele door knocking of canvassen, loopt niet iedereen warm voor de Liberaal-Democraten. ‘We zijn net aan het eten’, klinkt het. ‘We hoeven geen verkiezingsnonsens.’ Of: ‘Ik vind de Liberaal-Democraten veel te pro-Europees. De regering zou de poorten van Europa moeten sluiten. Al onze jobs gaan nu naar Oost-Europeanen.’

Maar aanhangers zijn er ook. ‘Sinds de regering in 2003 besliste om deel te nemen aan de invasie in Irak, ben ik Liberaal-Democraat geworden’, zegt een jonge vrouw. ‘En dat zal niet gauw veranderen. De Lib-Dems waren tegen een unilaterale deelname en hebben hun standpunt ook altijd aangehouden.’

De oorlog in Irak, een fair inkomen voor iedereen, de belasting op de mansions of herenhuizen en de hervorming van het kiessysteem. Dat zijn de thema’s die steeds weer naar boven komen. ‘Het is glashelder’, zegt Brinton. ‘Wat de kiezers vandaag willen, is een big change. Ze voelen zich in de steek gelaten door de grote traditionele partijen, Labour en de Conservatieven. Ze hebben het gevoel dat hun stem niet telt. Zolang we het kiessysteem niet hervormen, zal dat niet snel veranderen. Nu geldt de first-past-the-post-regel, wat betekent dat de persoon met de meeste stemmen in een district, recht heeft op de parlementszetel. Als partij kun je dan nog zo’n hoog percentage van de stemmen behalen, als je onvoldoende kandidaten hebt die hun district winnen, eindig je met een klein aandeel van de parlementszetels. Labour en de Conservatieven hebben traditioneel veel safe seats, zetels die ze sowieso binnenhalen. Dat maakt de verkiezingen ondemocratisch.’

Zal er ooit verandering komen in het Britse tweepartijenstelsel? ‘Met het huidige kiessysteem zeker niet’, zegt Dick Hobbs, socioloog aan de London School of Economics. ‘En dat valt te betreuren. Labour, ooit de arbeiderspartij, en de Conservatieven, de partij van de big business, zijn naar elkaar toe gegroeid. Daardoor voelt een deel van de bevolking zich niet meer vertegenwoordigd. De arbeiders die vroeger een vaste stek hadden bij de vakbonden en zich bijna vanzelf aansloten bij Labour, hebben geen institutionele basis meer. Dat geldt ook voor de nieuwe migranten uit Oost-Europa. Het is een electorale groep die tussen de plooien valt. De oude partijen willen hun kiezers niet voor het hoofd stoten en durven zich nauwelijks uit te spreken over migratie. Vandaar dat racistische partijen zoals de British National Party (BNP) zich op het thema storten. De Liberaal-Democraten zouden de leemte misschien wel kunnen vullen, maar het is nog te onduidelijk waar ze echt naartoe willen’, besluit Hobbs.

Het Verenigd Koninkrijk blijft in wezen een klassenmaatschappij. Meer dan welk ander land in Europa lijkt het allergisch voor grote veranderingen en dat bemoeilijkt ook de doorbraak van ‘derde’ partijen.

‘Het klassenbewustzijn bestaat nog steeds’, bevestigt Paul Whiteley, politoloog aan de universiteit van Essex. ‘Voor de Conservatieve partijleider David Cameron vormt dat vandaag zelfs een probleem. Hij heeft het imago van een aristocraat, wat hij ook is, en normaal gezien is dat een pluspunt voor een tory. Maar nu vreest Cameron dat zijn aristocratische uitstraling, zeker in vergelijking met de ongedwongen attitude van Nick Clegg, in zijn nadeel zal uitdraaien.’

Onkostenschandaal

Hoe dan ook, voor de Britse kiezers telt vandaag maar één ding. ‘Ze gaan niet voor links of niet voor rechts. Het enige wat ze willen, is verandering’, meent Ivor Gaber, politoloog aan de Londense City University en BBC-producer. ‘Het grote onkostenschandaal dat vorig jaar aan het licht kwam, heeft die roep om verandering alleen maar versterkt. Talloze politici van verschillende partijen bleken tot soms tienduizenden ponden – besteed aan de inrichting van een tweede huis, aan hondenvoer en zelfs aan porno – als beroepsonkosten te hebben aangerekend. Dat misbruik kon ontstaan door een regel die nog door Margaret Thatcher was ingevoerd, toen ze een loonsverhoging voor de parlementariërs afwees maar hen wel extra uitgaven toekende. Labour zette het systeem gewoon voort. Tot grote ontzetting van de gewone Britten, die hun belastinggeld in rook zagen opgaan. Zij zoeken nu een manier om uitdrukking te geven aan hun woede. Ze voelen zich niet goed bij rechtse partijen zoals BNP of Ukip (Uk Independence Party). Maar kennelijk vinden ze zich wel in het profiel van de Liberaal-Democraten. Ook al kennen ze hen amper, het sterke optreden van Nick Clegg heeft hen ervan overtuigd dat zijn partij het beter zal doen.’

Niets of niemand lijkt dus nog opgewassen tegen de allesoverheersende Nick Clegg. De conservatieve krant The Daily Telegraph probeerde Clegg op de dag van het tweede tv-debat onderuit te halen met een dossier over partijgelden die hij op zijn persoonlijke rekening had laten storten. ‘Maar het dossier bleek te zwak’, zegt Gaber, ‘er was geen sprake van corruptie. Clegg had alleen voorzichtiger moeten zijn. De lastercampagne had geen enkel effect, ook omdat het publiek er gewoon niet voor openstond.’

Zelfs David Cameron, die de verkiezingen aanvankelijk op een drafje leek te zullen gaan winnen, moest zijn koers al meermaals aanpassen. Hij kreeg amper de kans om zijn eigen change program uit de doeken te doen. Er werd nochtans veel verwacht van Camerons big society: met een knipoog naar Margaret Thatchers befaamde uitspraak ‘ There’s no such thing as society’ houdt Cameron een pleidooi niet voor de staat maar voor de gemeenschap, die volgens hem even goed of beter dan de staat voor de publieke dienstverlening kan instaan. ‘Met zijn big society wil Cameron een sociaal kapitaal uitbouwen’, zegt Paul Whiteley. ‘Door de socia-le relaties tussen mensen te verbeteren en netwerken op te zetten van privéorganisaties of vrijwilligers. Op die manier moet het vertrouwen tussen mensen hersteld worden. Op de langere termijn zou dan ook de misdaad afnemen. Een mooi idee, alleen is het moeilijk om het gerealiseerd te krijgen, laat staan om het uit te leggen bij de kiezers aan de deurpost.’

Britse D66

Ook het programma van de Liberaal-Democraten valt nochtans niet meteen in een paar oneliners samen te vatten. Als een van de weinige partijen in het Verenigd Koninkrijk zijn ze pro-Europees. Ze zijn links als het op de buitenlandse politiek aankomt en staan sterk wat Irak betreft, omdat ze zich als enige partij tegen de invasie hadden uitgesproken. Economisch schuiven ze stilaan op naar rechts. Maar ze zijn ontstaan uit een fusie (1988) van sociaaldemocraten (Social Democratic Party) en liberalen (Liberal party), met doorgaans meer aandacht voor sociale dan liberale thema’s. Ze zijn dan ook niet vergelijkbaar met de meeste andere liberale partijen in Europa. Hun liberalisme spitst zich in de eerste plaats toe op individuele en burgerlijke vrijheden. De enige sociaalliberale partij waarmee ze enigszins vergeleken kunnen worden, is het Nederlandse D66.

‘Ook hun electorale aanhang is moeilijk te definiëren’, vindt Paul Whiteley. ‘Hun kiezers komen zowel uit linkse als uit rechtse hoek en vertegenwoordigen een brede laag van de werkende middenklasse. Ze identificeren zich niet met de Liberaal-Democraten. Hun stem is hoofdzakelijk een proteststem tegen de twee grote partijen. De aanhang van de Liberaal-Democraten is dan ook instabiel en kan door het minste incident heel snel verschuiven.’

Vaste waarden

Daar hopen ze op in Leeds North West, een district in Yorkshire waar Judith Blake, de kandidaat voor Labour, het in een nek-aan-nekrace opneemt tegen de Liberaal-Democraat Greg Mulholland. ‘Leeds, en meer bepaald de welgestelde wijken hebben een conservatieve traditie. Maar ons district telt zowel armen als rijken, en ook veel studenten’, vertelt Judith Blake. ‘Bij de vorige verkiezingen in 2005 was er een grote discussie over het inschrijvingsgeld aan de universiteit. De Liberaal-Democraten wilden dat afschaffen. Ook hun protest tegen de oorlog in Irak leverde hen onder studenten en jongeren veel stemmen op. Ze wonnen uiteindelijk de parlementszetel. Maar na vijf jaar deelname aan het lokale bestuur is hun imago tanende. De Liberaal-Democraten lagen aan de basis van een wekenlange staking van de vuilnismannen, die het niet pikten dat uitgerekend zij moesten inleveren. We hopen dat de mensen nu zullen terugkeren naar de vaste waarden van Labour.’

David Knap (71) uit Leeds is zo’n vaste-waardenkiezer. ‘Ik ben van Zuid-Wales, waar vroeger de grote ijzerindustrie gevestigd was. Mijn ouders waren zeer arm, en ik herinner me nog hoe ik als tienjarige op tafel stond te juichen omdat de National Health Service was opgericht. Dat betekende voor ons dat we niet meer financieel onderuit konden gaan als iemand van ons ziek werd. Ik was een Labourkiezer, omdat ik in een regio woonde waar iedereen voor Labour stemde. Maar toen Tony Blair begon aan te sturen op zijn New Labour-aanpak, ben ik uit de partij gestapt. Hij richtte zich alleen nog tot de middenklasse en liet de grote sociale problemen links liggen. In 2005 ben ik een Liberaal-Democratische kiezer geworden. Nu ik gezien heb dat hun politiek geen enkel verschil uitmaakt, ben ik weer naar Labour overgestapt. Maar of zij het beter zullen doen, weet ik niet. Ik zie de partij als een vaste waarde.’

Voor hoeveel kiezers Labour op zes mei nog een vaste waarde zal zijn, valt niet te voorspellen. Toch is de kans dat de partij van Gordon Brown als winnaar uit de stembusslag komt, bijzonder klein. Zeker nu Nick Clegg zich ook al uitgesproken heeft voor een mogelijke coalitie of overeenkomst met de Conservatieven, als zij de sterkste partij zouden worden. Op voorwaarde weliswaar dat het kiessysteem dan kan veranderen. En dat is nu net iets waar de Conservatieven zich sterk tegen verzet hebben.

Paul Whiteley ziet het zo: ‘Of nu de Conservatieven dan wel Labour winnen, het zijn sowieso historische verkiezingen. Het ziet ernaar uit dat de Liberaal-Democraten de sleutel in handen krijgen voor de regeringsvorming. Dat betekent dat zij ook zullen uitmaken in welke mate we kunnen rekenen op een echte change. Alleen al een hervorming van het kiesstelsel zou spectaculair zijn, want dat kan uitzicht bieden op grondige verschuivin-gen in de Britse politiek.’

DOOR INGRID VAN DAELE

De aanhang van de Liberaal-Democraten kan door het minste incident heel snel verschuiven.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content