Europeanen zitten niet te wachten op ‘Erdogan de moslim’. Maar ‘Erdogan de potentaat’, vreest JONATHAN HOLSLAG, zou het ook bij ons goed doen.

Ik moet u wat bekennen: de Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft op mij grote indruk gemaakt. Wat een leidersfiguur! Ik heb de man eens mogen volgen in het Dolmabahçepaleis in Istanbul. Naast hem verbleekten de aanwezige Europese politici als een clubje kleurloze kneusjes. Hoewel ik geen woord Turks versta, heb ik ooit met open mond naar hem staan luisteren tussen tienduizenden anderen. Erdogan speecht niet, hij pulseert. Hij bespeelt de massa met ritmische salvo’s, hartstochtelijk, als een generaal die zijn troepen moed inpompt voor de strijd. Was ik een doorsnee-Turk, wees maar zeker dat ik voor hem door het vuur ging. Maar hoezeer Erdogans charisma ook indruk maakt, zijn boodschap doet dat veel minder.

En toch. Ik ben ervan overtuigd dat talrijke Europeanen niets liever willen dan een eigen Erdogan. Ja maar, zult u opwerpen, de voorbije maanden hebben we de Turkse leider via onze sociale media toch bedolven onder een stortvloed van spot? Erdogan met een geit, Erdogan met Angela Merkel: je kon het zo gek niet verzinnen… Europeanen zitten inderdaad niet te wachten op Erdogan de moslim. Maar Erdogan de potentaat, wees maar zeker dat die het ook bij ons goed zou doen. Kijk maar eens naar de duizenden commentaren op websites als die van Het Laatste Nieuws. Veel mensen willen dat er geknokt wordt. Ze smachten naar een leider die de gelederen doet sluiten, die een strijd presenteert om de dagdagelijkse sleur te overstijgen en die mensen een gevoel van eigenwaarde geeft door het kwade concreet te benoemen.

En dat is dus exact wat president Erdogan biedt. Zijn nadruk ligt niet op wat verenigt, maar op wat verdeelt, wat de meerderheid onderscheidt van een minderheid. Verdeeldheid loont. Haat schept haat en vormt een bijna onuitputtelijke bron van politiek gewin. Erdogan kiest reële vijanden, tegen wie hij zeker weet niet het onderspit te moeten delven. Geen oorlog met Rusland dus, maar met Koerdische terroristen. Géén vuist tegen de Chinezen die hun Turkse minderheid onderdrukken, maar tegen de dissidenten van Fethullah Gülen. Een andere rode lijn in het discours van Erdogan: wij zijn zelf nooit verantwoordelijk en het is altijd de schuld van de anderen. En tot slot: er heerst een noodtoestand, een noodtoestand die bijzondere bevoegdheden rechtvaardigt.

Maar de sterke leider hier mag dus geen moslim zijn. Hij is net nodig om de moslims, of toch minstens de extremisten, onder de duim te houden. Voorlopig laat de Europese Erdogan echter op zich wachten. Niemand – noch Geert Wilders noch Marine Le Pen – komt ook maar in de buurt van het talent, het strategisch vernuft en het charisma van Erdogan. Maar ze hollen hem wel achterna.

Europese politici zweren bij een joods-christelijke traditie die ons onderscheidt van de anderen en die nu belaagd wordt door de islam – ook al is er in hun gevolg nauwelijks iemand die ook maar één woord in de Bijbel heeft gelezen en heeft opgemerkt dat het Oude Testament net zo van bloed doordrenkt is als de Koran. Laat staan iemand die ooit van Thomas van Aquino of van Augustinus van Hippo heeft gehoord. En het eerste wat ze overboord kieperen, zijn, inderdaad, de christelijke waarden: vergevensgezindheid, menselijkheid, onvoorwaardelijke liefde. In plaats daarvan klinkt een pleidooi voor het herinvoeren van de doodstraf. Ze maken er een nieuwe kruistocht van zonder te beseffen waar dat kruis voor staat.

Ze zeggen ons dat we de Europese kernwaarden moeten beschermen tegen fundamentalisme. Maar degenen die het hardst brullen om onze vrijheid en onze democratie te handhaven, zijn de eersten om ze te beknotten. Want de nieuwe strijd vraagt om spionage, het inperken van de privacy, het reduceren van de vrije meningsuiting, om controle en om grenzen. Democratie wordt die van de kudde: volgen in plaats van zelf te denken, propaganda in plaats van emancipatie. Om onze vrijheid te verdedigen, moeten we ze opgeven. De aspirant-sterke-leiders van Europa zullen onze Europese waarden niet kapot relativeren: ze zullen ze kapotmaken. En de massa, die zal dat laten gebeuren.

U, kritische lezer van dit blad, zult zich daar uiteraard niet door laten meeslepen. U staat boven de waanzin van de meute. Wij kijken verder dan onze neus lang is. Maar wat doen we eraan? Mij lijkt het dat de massa groeit, dat zij kwader wordt, dag na dag, zelfs in deze zomerse komkommertijd. Is het geen kwestie van tijd voor onze eigen Erdogan opstaat – en het afgelopen is met stukjes als deze?

Jonathan Holslag (1981) is professor internationale betrekkingen aan de VUB.

Veel mensen willen dat er geknokt wordt. Ze smachten naar een leider.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content