JA

De oppositie was nochtans scherp voor minister Stefaan De Clerck (CD&V). Waarom bent u toch tevreden met de justitiehervorming die hij heeft voorgesteld?

Omdat de nood om snel te kunnen starten met de hervorming zo hoog is. Nu de regering beslist heeft om het aantal arrondissementen terug te brengen van 27 tot 16 zal het aantal magistraten per arrondissement toenemen. Dat maakt meer specialisatie mogelijk, zowel bij de rechters als bij het Openbaar Ministerie, wat een absolute noodzaak is gezien de toenemende complexiteit van de wetgeving. Die mogelijkheid tot specialiseren zal uiteindelijk de efficiëntie en de kwaliteit van het afgeleverde werk ten goede komen. Dat is één. Een tweede zaak die ik in dit akkoord vooral belangrijk vind, is dat er een college zal worden opgericht, een vertegenwoordigend orgaan van hoven en rechtbanken, dat met de minister kan meedenken en onderhandelen over hoe we justitie nog verder moeten hervormen. Want ook dat is dringend nodig.

Terwijl het aantal arrondissementen krimpt, blijft het aantal rechtsgebieden en procureurs-generaal gelijk op vijf. Zou men, naar Nederlands voorbeeld, niet het aantal rechtsgebieden kunnen reduceren, tot drie bijvoorbeeld, en de twee overblijvende procureurs-generaal inschakelen om mee het beleid uit te werken in Brussel?

Dat procureurs-generaal als zonderlingen in Brussel beleid zouden uitwerken, is een waanzinnig idee. Als je ons uit de praktijk haalt, dreigt onze expertise immers snel achterhaald te zijn.

Een bijkomende moeilijkheid in België in vergelijking met Nederland, zijn de verschillende taalgebieden en het probleem Brussel. In de verre toekomst zou men kunnen evolueren naar drie verschillende rechtsgebieden: Wallonië, Vlaanderen en Brussel. Maar vandaag kan dat niet, vooral om logistieke redenen denk ik.

Waarom spreekt u van een gemiste kans?

De grote sprong voorwaarts die justitie nodig heeft, dat zijn de eenheidsrechtbanken per gerechtelijk arrondissement. Die zijn er niet gekomen, vooral omdat tegenstanders vreesden dat hun specialisatie – arbeidsrecht, om maar iets te noemen – daarin verloren zou gaan. Dat dat niet zo is, kan ik evenwel perfect illustreren met de huidige rechtbank van eerste aanleg. Die heeft minstens vijf specialisaties – burgerlijk recht, strafrecht, jeugd-, beslag- en onderzoeksrecht – die volstrekt niets met elkaar te maken hebben. En toch functioneert die rechtbank zoals het moet. Waarom zou men er dan niet ook de arbeidsrechtbank en die van koophandel bij onderbrengen? Het grote voordeel daarvan zou immers zijn dat de poule van bedienden nog groter zou worden, en het gerechtspersoneel dus nog flexibeler kan worden ingezet.

Door het aantal arrondissementen te reduceren, creëert men toch al schaalvoordelen?

Dat klopt. Door de rechtbank van eerste aanleg in Mechelen en Turnhout samen te voegen bijvoorbeeld, vergroot je de poule van magistraten en gerechtspersoneel. Maar de muren tussen eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en die van koophandel blijven bestaan. Als we ook die slopen, wordt de poule nog groter en flexibeler inzetbaar.

Waarom is het installeren van de eenheidsrechtbanken volgens u mislukt?

Door het nimbysyndroom: iedereen binnen justitie roept heel hard om hervormingen. Maar die mogen alleen bij de ander gebeuren.

En die gemiste kans is voorgoed verkeken?

Nee. Die kans komt zeker terug. Al zal de totale hervorming nog wel één à twee parlementaire zittingsperiodes nodig hebben, op een bepaald moment zal de behoefte aan flexibel inzetbaar personeel zo groot zijn dat er genoeg draagvlak is voor het idee van de eenheidsrechtbanken.

NEE

De oppositie was nochtans scherp voor minister Stefaan De Clerck (CD&V). Waarom bent u toch tevreden met de justitiehervorming die hij heeft voorgesteld?

Omdat de nood om snel te kunnen starten met de hervorming zo hoog is. Nu de regering beslist heeft om het aantal arrondissementen terug te brengen van 27 tot 16 zal het aantal magistraten per arrondissement toenemen. Dat maakt meer specialisatie mogelijk, zowel bij de rechters als bij het Openbaar Ministerie, wat een absolute noodzaak is gezien de toenemende complexiteit van de wetgeving. Die mogelijkheid tot specialiseren zal uiteindelijk de efficiëntie en de kwaliteit van het afgeleverde werk ten goede komen. Dat is één. Een tweede zaak die ik in dit akkoord vooral belangrijk vind, is dat er een college zal worden opgericht, een vertegenwoordigend orgaan van hoven en rechtbanken, dat met de minister kan meedenken en onderhandelen over hoe we justitie nog verder moeten hervormen. Want ook dat is dringend nodig.

Terwijl het aantal arrondissementen krimpt, blijft het aantal rechtsgebieden en procureurs-generaal gelijk op vijf. Zou men, naar Nederlands voorbeeld, niet het aantal rechtsgebieden kunnen reduceren, tot drie bijvoorbeeld, en de twee overblijvende procureurs-generaal inschakelen om mee het beleid uit te werken in Brussel?

Dat procureurs-generaal als zonderlingen in Brussel beleid zouden uitwerken, is een waanzinnig idee. Als je ons uit de praktijk haalt, dreigt onze expertise immers snel achterhaald te zijn.

Een bijkomende moeilijkheid in België in vergelijking met Nederland, zijn de verschillende taalgebieden en het probleem Brussel. In de verre toekomst zou men kunnen evolueren naar drie verschillende rechtsgebieden: Wallonië, Vlaanderen en Brussel. Maar vandaag kan dat niet, vooral om logistieke redenen denk ik.

Waarom spreekt u van een gemiste kans?

De grote sprong voorwaarts die justitie nodig heeft, dat zijn de eenheidsrechtbanken per gerechtelijk arrondissement. Die zijn er niet gekomen, vooral omdat tegenstanders vreesden dat hun specialisatie – arbeidsrecht, om maar iets te noemen – daarin verloren zou gaan. Dat dat niet zo is, kan ik evenwel perfect illustreren met de huidige rechtbank van eerste aanleg. Die heeft minstens vijf specialisaties – burgerlijk recht, strafrecht, jeugd-, beslag- en onderzoeksrecht – die volstrekt niets met elkaar te maken hebben. En toch functioneert die rechtbank zoals het moet. Waarom zou men er dan niet ook de arbeidsrechtbank en die van koophandel bij onderbrengen? Het grote voordeel daarvan zou immers zijn dat de poule van bedienden nog groter zou worden, en het gerechtspersoneel dus nog flexibeler kan worden ingezet.

Door het aantal arrondissementen te reduceren, creëert men toch al schaalvoordelen?

Dat klopt. Door de rechtbank van eerste aanleg in Mechelen en Turnhout samen te voegen bijvoorbeeld, vergroot je de poule van magistraten en gerechtspersoneel. Maar de muren tussen eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en die van koophandel blijven bestaan. Als we ook die slopen, wordt de poule nog groter en flexibeler inzetbaar.

Waarom is het installeren van de eenheidsrechtbanken volgens u mislukt?

Door het nimbysyndroom: iedereen binnen justitie roept heel hard om hervormingen. Maar die mogen alleen bij de ander gebeuren.

En die gemiste kans is voorgoed verkeken?

Nee. Die kans komt zeker terug. Al zal de totale hervorming nog wel één à twee parlementaire zittingsperiodes nodig hebben, op een bepaald moment zal de behoefte aan flexibel inzetbaar personeel zo groot zijn dat er genoeg draagvlak is voor het idee van de eenheidsrechtbanken.

Opgetekend door Jan Jagers

‘De mogelijkheid tot specialiseren zal de efficiëntie en de kwaliteit van het afgeleverde werk ten goede komen.’

‘De grote sprong voorwaarts die justitie nodig heeft, zijn eenheidsrechtbanken per gerechtelijk arrondissement. ‘

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content