Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Wielerliefhebbers opgelet. Volgt gij de Tour de France via uw televisietoestel, en wenst gij renners van Silence-Lotto te zien, wacht dan tot de helikopter een valpartij opmerkt in de staart van het peloton en de regisseur overschakelt naar de camera op de motor. Dat is het moment waarop in bermen en sloten de renners van onze Nationale Loterij duidelijk zichtbaar in beeld komen.

Het kan ondertussen verbeterd zijn, laten we bidden tot Sint-Keno, en er waren al de hoopgevende inspanningen van Jurgen Van den Broeck, maar wat was me dat die eerste week? Lotto heet een kansspel te zijn, maar in werkelijkheid is het uiteraard een onkansspel, een belasting op domheid schreef de econoom Geert Noels gevat. Dat weerspiegelt zich in de wielerploeg. Een heel seizoen overal net de goede ontsnapping gemist of op het slechtste moment tegen de grond. Belgisch kampioenschap in de tuin van Philippe Gilbert? Tweede. En Greg Van Avermaet vierde. In plaats van dat de ene voor de andere de sprint aantrekt en de tegenstanders in het dranghek kwakt, nee, naast en tegen elkaar: Tom Boonen kam-pioen.

Trekken ze voor het ronde-werk twee toppers aan, Bernhard Kohl en Thomas Dekker, wordt de eerste nog voor het seizoen op doping betrapt en de tweede een week voor de Tour. Niemand in de massa-spurten, en is er een vroege vlucht, dan kan de Lottorenner als laatste net niet aanpikken. Derde rit: waaiervorming, eertijds specialiteit der flandriens, dertig man weg, geen enkele Lotto. Doet denken aan het grapje van de vader die staat op te scheppen: ‘Mijn zoon is een fantastische coureur, maar hij mist alleen nog wat koersdoorzicht. Vorige week, zestig man aan de start, een ontsnapping met negenenvijftig, en hij blijft toch in het peloton zitten zeker.’

Vierde rit, ploegentijdrit. Na vijf kilometer, op een recht stuk weg, glijdt Van den Broeck onderuit, krijgt inderhaast een nieuwe fiets, blijkt zijn zadel niet vast te staan! Opnieuw wisselen. En in plaats van te wachten, zoals uitdrukkelijk was afgesproken, rijden de andere acht door en laten hun beste rouleur achter. Komen ze in de laatste kilometer, zet Cadel Evans zich op kop en rijdt op één man na al de anderen uit zijn wiel! Terwijl de tijd van de vijfde telt. Zit er dus nog eentje in zijn spoor, die kijkt drie keer om en merkt duidelijk wél dat de rest niet kan volgen, dacht u dat die misschien eens ‘Ho’ naar die Cadel zou roepen? Ga weg, twee en een halve minuut kwijt. Na vier dagen! En in plaats van te razen en te tieren en desnoods te slaan, zingen ploegleiders en renners des avonds in koor dat ze hun best blijven doen en dat er nog kansen komen.

In dat team rijdt dus Cadel Evans, de man die al drie Tours had moeten winnen: die van vorig jaar, die van dit jaar, en die van volgend jaar. De voorbije twee edities telkens tweede. Vorig jaar lag de winst voor het grijpen, die rare baas met zijn vies haar had al een tent op de Champs-Élysées afgehuurd om het te vieren, voorlaatste dag, tijdrit, anderhalf minuutje goed te maken op een strijkijzer genaamd Carlos Sastre… dag Jan, een minuut te kort.

Over Cadel zei zijn land-genoot Robbie McEwen: ‘Hij is een speciale, is zeer snel geïrriteerd. Hij heeft een bepaalde visie en die moet je volgen, anders windt hij zich op. Cadel is altijd zeer gesloten geweest. Dat heeft te maken met zijn opvoeding: hij is als enig kind door zijn moeder en grootmoeder grootgebracht, ver van de bewoonde wereld, met zijn vader had hij niet zoveel contact. Daarbij komt dat hij als mountainbiker is begonnen, dat is toch een heel individuele sport. Cadel is heel spaarzaam met woorden, hij praat niet tegen iedereen, maakt zich er meestal van af met clichés, dat kost hem de minste tijd. Nooit een woord van dank, nooit eens een kleine attentie voor de mannen die zich het zweet uit hun lijf hebben gefietst. Hij wil het liefst met rust gelaten worden.’

Daar hoeft weinig aan toegevoegd te worden: Cadel Evans is een verschrikkelijke mens, de Guy Verhofstadt van het peloton. Toen vorig jaar zijn hond in de Tour op bezoek kwam, samen met zijn vrouw, snauwde Evans een fotograaf toe: ‘Trap niet op mijn hond of ik snij je hoofd er af.’ Ondertussen werd zijn vrouw platgedrukt door de aanstormende cameraploegen.

Zet zo’n renner in een ploeg van goedopgevoede goedmoedigaards als Silence-Lotto, en je wordt tweede. Cadel reed vorig jaar met een T-shirt waarop ‘Free Tibet’ prijkte. Als hij nog ooit de Ronde van Frankrijk wil winnen, geldt maar één devies: ‘Free Cadel.’

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content