‘Filip Dewinter is een wandelend reclamebord voor Bart De Wever, en hij beseft het zelf niet’

Vlaams Belang heeft de wind weer in de zeilen. Maar met de wederopstanding keren ook oude conflicten terug. De toon en visie van een nieuwe generatie Vlaams Belangers, die het cordon sanitaire rond hun partij al in 2018 willen doorbreken, botst met die van Filip Dewinter. En dus staat Vlaams Belang voor een dilemma: ‘Zonder Dewinter kan de partij nog niet, maar mét hem maakt de vernieuwing geen kans.’

Vlaams Belangcoryfee Gerolf Annemans (57) voelt zich tegenwoordig bijzonder goed in zijn vel. In 2014, nadat zijn partij bij de verkiezingen van 25 mei Vlaams, federaal en Europees een zware nederlaag had geleden, verruilde hij het voorzitterschap voor een zitje in het Europees Parlement. Daar heeft hij zichzelf, naar eigen zeggen, opnieuw uitgevonden. Reden tot klagen over zijn partij heeft Annemans evenmin nog. Tot zijn grote tevredenheid volgt Tom Van Grieken (29), de nieuwe voorzitter, de radicale maar niet te ranzige koers die hijzelf altijd heeft voorgestaan. ‘Tom Van Grieken en zijn mensen leiden Vlaams Belang zoals ik dat graag zie’, zegt hij. ‘Ze voeren op een nieuwe manier campagne en leggen nieuwe accenten. We zijn onze gematigde kiezers aan de N-VA kwijtgeraakt. Door dezelfde harde koers als in 2014 te varen, gaan we hen niet terugwinnen.’

Of de harde koers van collega-oudgediende Filip Dewinter (54) niet net de aantrekkingskracht van Vlaams Belang is?

Annemans: ‘Wie dat denkt, is niet goed bij zijn hoofd.’

Radicaal maar niet te ranzig. De jonge lichting Vlaams Belangers slaagt voorlopig feilloos in een penibele evenwichtsoefening: om kiezers terug te winnen en – wie weet – straks het cordon sanitaire rond de partij te breken, wordt afstand genomen van de stijl-Dewinter. Tegelijk hoedt men zich ervoor het oude stemmenkanon te desavoueren.

‘Van mij mag Filip Dewinter met zijn bokshandschoen zwaaien. Maar dat is de huisstijl van de partij niet meer’, zegt jurist Bart Claes (27), een opvallende nieuwkomer bij Vlaams Belang. Claes, een intimus van Tom Van Grieken, werd begin dit jaar verkozen tot voorzitter van Vlaams Belang Jongeren. Hij mocht meteen ook deel uitmaken van het partijbestuur. Dat Vlaams Belang vandaag een verleidelijk alternatief is voor ontgoochelde N-VA’ers, is voor hem oud nieuws: Claes was tot vorig jaar zelfzo’n ontgoochelde N-VA’er.

‘In 2014 heb ik samen met meer dan vierduizend leden deelgenomen aan het N-VA-congres over confederalisme, een zogenaamd “feest van de ledendemocratie”. Ik herinner me de vurige slottoespraken van toenmalig ondervoorzitter Ben Weyts en voorzitter Bart De Wever, die voorspelden dat de N-VA haar mooie woorden over confederalisme eindelijk in daden zou omzetten. Nauwelijks had de partij de verkiezingen gewonnen of het communautaire verdween voor onbepaalde tijd in de koelkast. Zelfs de zo verguisde Hugo Schiltz en zijn Volksunie deden het met ocharme niet eens 15 procent van de stemmen beter op communautair vlak dan de N-VA met meer dan 30 procent. Voeg daarbij het ronduit slappe asielbeleid van Theo Francken, en u begrijpt waarom ik vorig jaar van partij ben gewisseld.’

Bart Claes is geen alleenstaand geval. Uit gegevens van de Gentse politicoloog Tom Schamp, onlangs gepubliceerd in De Tijd, blijkt dat Vlaams Belang sinds het debacle van 2014 vijfhonderd nieuwe leden heeft gekregen. Volgens intern onderzoek van de partij gaat het haast zonder uitzondering om misnoegde N-VA’ers.

Wazigheid en stilstand

Of de rechtse kiezer vandaagwerkelijk wakker ligt van uit- of afgesteld confederalisme, is voer voor discussie. Toch lijkt het geen toeval dat de N-VA de voorbije weken veel moeite deed om alsnog met een duidelijk communautair verhaal voor de dag te komen. Wazigheid en stilstand, over welk thema dan ook, wekken de indruk dat ze een traditionele partij geworden is. Voor die indruk is haar kiezer als geen andere gevoelig.

‘De N-VA heeft veel ex-Vlaams Belangkiezers aangetrokken die het cordon sanitaire moe waren’, zegt Pieter Bauwens, hoofdredacteur van het Vlaams-nationalistische onlinetijdschrift Doorbraak. Volgens Bauwens maakte, behalve de cordonmoeheid, ook haar imago van antisysteempartij de N-VA in 2014 zo aantrekkelijk voor de kiezer. ‘Maar in die combinatie zit natuurlijk een tegenstelling. Een antisysteempartij die in twee regeringen stapt, is tot een spreidstand gedoemd. Een N-VA’er als Jan Jambon had lang het aura van rebel. Vandaag vervult hij de rol van staatsman. Ik zou zelf ook niet weten hoe je dat in de markt moet zetten.’

Hoe groot de schade voor de N-VA is, valt niet precies te zeggen. De jongste peilingen tonen wel enige consistentie: van de 32 procent bij de verkiezingen van 2014 zou de partij van Bart De Wever vandaag nog ongeveer 26 procent overhouden. De verdwenen 6 procent lijkt linea recta gevlucht naar de partij waar hij in veel gevallen vandaan kwam: Vlaams Belang. Pieter Bauwens sluit niet volledig uit dat die evolutie zich de komende maanden en jaren nog doorzet. ‘Ik betwijfel of Vlaams Belang ooit nog de grootste partij van Vlaanderen kan worden, maar onmogelijk is het niet. Wie had tien jaar geleden gedacht dat de N-VA ooit 32 procent kon halen? De kiezer is volatieler dan ooit. Bovendien leven we in turbulente tijden. Of Vlaams Belang zijn opmars voortzet, zal in de eerste plaats van externe omstandigheden afhangen.’

Met die omstandigheden doelt Bauwensnietop het communautaire. ‘Dat zal, tot mijn spijt, nooit een doorslaggevende rol spelen. Bepalender worden de ontwikkelingen op het vlak van terreur en migratie. Ik heb geen peilingen nodig om dat te weten. Ik geef godsdienstles aan autochtone Vlamingen in het zevende jaar van het technisch en het beroepsonderwijs. Een vraag over confederalisme heb ik daar nog nooit gekregen. De discussies gaan over vluchtelingen, migratie en islam. Ik bespaar u de details, maar u zult mij nooit horen beweren dat racisme in Vlaanderen niet bestaat.’

Afspraak in Antwerpen

Op de eerste serieuze peiling is het wachten tot 14 oktober 2018, de dag van de gemeenteraadsverkiezingen. Traditiegetrouw zullen de schijnwerpers dan gericht zijn op Antwerpen. Filip Dewinter liet twee maanden geleden al optekenen dat hij in 2018 ‘revanche’ wil nemen op huidig burgemeester Bart De Wever, ‘want die is met mijn stemmen gaan lopen’. Hij liet ook geen twijfel bestaan over de manier waarop hij zich wil revancheren. ‘Wij blijven gewoon onze koers varen. Met mij als lijsttrekker.’

Klein detail: over dat lijsttrekkerschap is volgens het partijbestuur nog niets beslist. ‘Ik hoor dat Filip het graag zou zijn’, reageert Gerolf Annemans. ‘De partij moet die kandidatuur ernstig nemen. Maar het debat daarover zullen we intern voeren.’

Verder probeert Annemans het belang van de verkiezingen van 2018 vooral te relativeren. ‘De nationale verkiezingen van 2019: dáár moet onze focus liggen. Pas dan moet de vernieuwing op kruissnelheid zitten en haar resultaten volop afwerpen.’

Vrij vertaald: het heeft er alle schijn van dat Dewinter in 2018 voor de vierde keer op rij een gooi zal doen naar de burgemeesterssjerp van Antwerpen. De jonge honden zullen, al dan niet knarsetandend, doorverwezen worden naar minder mediagenieke steden en gemeenten. Of ze zullen moeten wachten tot 2019, als er ook voor hen een plaats vrijkomt.

Bijkomen van het lachen

Zal de vernieuwing van Vlaams Belang tegen 2018 een kans krijgen? Filosoof-publicist en Doorbraak-columnist Johan Sanctorum gelooft er niets van. Sanctorum, de vader van ex-Groen-politicus Hermes, leerde de inner circle van de partij kennen als speechschrijver voor onder meer Gerolf Annemans. Hij keerde de partij in 2014 de rug toe, naar eigen zeggen ‘vanwege de dominantie die Dewinter bleef uitoefenen en de stiefmoederlijke behandeling van het Vlaams-republikeinse thema met zijn sociale en ecologische dimensies’. Veel is er volgens hem sindsdien niet veranderd. ‘Binnen Vlaams Belang spelen al decennia twee rivaliserende tendensen: een autonomistisch-separatistische, traditioneel aangevoerd door Annemans, en een anti-islamitische, gecontroleerd door Filip Dewinter. Die twee vormen een tandem, maar Dewinter heeft altijd aan het stuur gezeten. De facto blijft hij de touwtjes in handen houden, ook al heeft hij na de verkiezingen van 2014 zijn zitje in het partijbestuur moeten opgeven.’

Sanctorum twijfelt niet: het ‘nieuwe’ Vlaams Belang zal niet wezenlijk verschillen van het oude. Het zal volgens hem ook nooit bij machte zijn om het Bart De Wever lastig te maken.

‘De evolutie van de N-VA tot Belgische systeempartij met een neoliberaal programma en een sterke focus op veiligheid countert de Dewinter-tendens binnen Vlaams Belang. Het gaat in beide gevallen om dezelfde corebusiness, maar door het retorische talent van De Wever en de strategische efficiëntie van het N-VA-partijapparaat maakt het Belang nooit een kans om dat thema te monopoliseren.’

En dan is er nog de communicatie van Vlaams Belang. Die is, ondanks het diploma communicatiemanagement van de nieuwe voorzitter en zijn verleden in de reclamesector, soms merkwaardig ouderwets. Sanctorum: ‘Bekijk het recente filmpje dat de partij online heeft verspreid, en waar Tom Van Grieken toch zijn zegen over moet hebben gegeven: meisjes van het Vlaams Nationaal Jeugdverbond die, al rondtoerend in een 2CV, “Dit is Vlaamse grond” zingen. Ik denk dat ze bij de N-VA nog altijd niet bijgekomen zijn van het lachen.’

Vlaamse meerderheid

Johan Sanctorum is niet de enige die zijn tanden heeft stukgebeten op de dominantie van Filip Dewinter. Kort na de verkiezingen van 2014 trok ook gewezen Vlaams Belang-Kamerlid Bart Laeremans de deur van het partijbestuur achter zich dicht. Zijn ontslag motiveerde hij in een mail waarin hij met de beschuldigende vinger naar Filip Dewinter wees, die de partij ‘als een soort verlengstuk van zichzelf’ zou beschouwen. De kiezer had volgens Laeremans afgehaakt vanwege Dewinters ‘platvloerse en kwetsende taalgebruik’.

Twee jaar later is de analyse van Laeremans nog scherper. ‘Veel van wat ik toen heb gezegd, keerde terug in de analyse die de partijraad van de nederlaag heeft gemaakt. Vlaams Belang moest een partij worden die vlijmscherp was voor het systeem maar mild voor de mensen. Dewinter heeft zich van die analyse duidelijk niets aangetrokken. Zijn taalgebruik blijft even kwetsend, en vijfentwintig jaar na de grote doorbraak in 1991 staat hij nog altijd met die bokshandschoen te zwaaien. Met zijn compleet achterhaalde stijl is hij een wandelend reclamebord voor Bart De Wever, en een groot probleem voor zijn partij. De enige die dat niet beseft, is Dewinter zelf.’

Laeremans, die vandaag actief is in de niet-partijgebonden Vlaamse Beweging, zegt dat hij geen rancune koestert tegen zijn ex-partij. ‘Het Belang kan nog altijd een nuttige rol vervullen, maar dat geldt ook voor de N-VA. Ik vind het goed dat die partij in de regering zit. Op sommige vlakken, zoals veiligheid, is er een evolutie in de juiste richting. Tot mijn genoegen is de N-VA haar eurofiele neigingen van weleer ook aan het verliezen. Op communautair vlak hoop ik dat het duo Hendrik Vuye-Veerle Wouters na hun exit bij de N-VA invloed kan hebben op zowel hun oude partij als Vlaams Belang. Ik zou beide partijen aanraden hun pijlen meer te richten op de B-partijen (de partijen die de Belgische staat willen behouden, nvdr.) dan op elkaar. Als ze echt de Vlaamse onafhankelijkheid willen, moeten ze hun obsessie voor elkaar achter zich laten. In 2010 heeft het maar enkele zetels gescheeld of de V-partijen hadden een Vlaamse meerderheid. En verrassingen zijn vandaag meer dan ooit mogelijk. Kijk maar naar de brexit.’

Zweep of dirigeerstokje?

Meteen is nog een andere prangende kwestie aangesneden. In de ogen van Filip Dewinter was en is Vlaams Belang nog altijd een zweeppartij. Partijleden die, na jarenlang knallen met de zweep, ook weleens een dirigeerstokje wilden vasthouden, werden in het verleden kaltgestellt of zochten in het spoor van Karim Van Overmeire, coauteur van het beruchte 70-puntenplan, hun heil bij de N-VA.

Dat schisma komt vandaag opnieuw aan de oppervlakte. Toen bekende politicologen als Carl Devos en Dave Sinardet onlangs in De Morgen vragen stelden bij de houdbaarheidsdatum van het cordon sanitaire, werd dat bericht gretig getweet door de nieuwe generatie Vlaams Belangers. Filip Dewinter beperkte zich die dag tot een tweetje over de herinvoering van de legerdienst, die voor ‘meer discipline, orde en tucht bij onze jeugd’ zou moeten zorgen.

Voor de nieuwe generatie kan dat niet anders dan frustrerend zijn. Tom Van Grieken steekt niet weg dat hij al in 2018 uit het cordon wil breken. Maar of dat zal lukken zolang Vlaams Belang minstens in de perceptie de partij van Dewinter is? De voorzitter zegt dat hij er, minstens ten dele, in gelooft. ‘In Antwerpen zal het cordon sowieso overeind blijven, zelfs zonder Filip. De greep van de nationale partijvoorzitters is in zo’n stad te groot. Ik ben wel optimistisch over coalities in kleinere, voorstedelijke gemeentes. Omdat verkozenen daar meer autonomie hebben, en omdat onze kiezers vandaag vooral daar zitten. Die tendens zie je ook in onze buurlanden. Soortgelijke partijen als Front National (FN) of Alternative für Deutschland (AfD) scoren minder goed in Parijs en Berlijn, in de eerste plaats omdat die steden steeds meer bevolkt worden door migranten. Maar in de kleinere steden en gemeenten eromheen winnen ze veld. Die evolutie zal zich ook bij ons doorzetten.’

Onrechtvaardige paradox

En Filip Dewinter zelf? Die denkt er zo het zijne van. ‘Het is het voorrecht van de jeugd dat ze naïef mag zijn. Ik ga hun dromen niet afpakken, maar als ervaren rot maak ik me niet te veel illusies. Het cordon is altijd al een als ‘ideologische keuze’ verpakte strategie geweest van linkse en traditionele partijen om een grote concurrent buitenspel te zetten. Ik zie niet in waarom ze die strategie plots zouden wijzigen. Dat hoeft ook geen ramp te zijn. Als zweeppartij blijven we onze rol spelen. Als de N-VA plots met een boerkiniverbod op de proppen komt, is dat omdat ze weten dat wij er nog zijn. Op dezelfde manier kan ik straks ook in Antwerpen een belangrijke rol spelen. Ik wil ervoor zorgen dat Bart De Wever het juiste, rechtse pad blijft bewandelen.’

Duidelijker kan niet: deze Dewinter zal wellicht tot in het graf in de zweep en de bokshandschoen geloven. Of hij zo de echte vernieuwing van Vlaams Belang in de weg blijft staan? ‘Ja’, zegt Pieter Bauwens. ‘Voorlopig wel.’ Of hij dan niet beter kan worden gedumpt? ‘Dat is moeilijk’, zegt Bauwens. ‘Vlaams Belang kampt met een groot dilemma. De partij kan nog niet zonder hem, maar mét hem maakt de vernieuwing geen kans. Filip Dewinter dumpen is een gigantisch risico dat niemand wil nemen. Zeker in Antwerpen is hij nog populair. Bovendien blijft hij veel media-aandacht oogsten. Uitstekende parlementairen als Barbara Pas of Chris Janssens komen in de tv-debatten haast nooit aan bod. De media-aandacht is er wel als Dewinter met een koran staat te zwaaien. Dat is de onrechtvaardige paradox van het cordon: omdat de media liefst focussen op de brutale kant van de partij, krijgt de fatsoenlijke kant geen kans om zich te tonen. Dat mechanisme geeft Dewinter alleen maar meer macht, met als gevolg dat het cordon de facto blijft bestaan.’

DOOR PETER CASTEELS EN JEROEN DE PRETER

‘De harde koers van Filip Dewinter is niet de aantrekkingskracht van Vlaams Belang. Wie dat denkt, is niet goed bij zijn hoofd.’ Gerolf Annemans

‘In Antwerpen zal het cordon in 2018 overeind blijven. Maar over coalities in voorstedelijke gemeentes ben ik optimistisch.’ Tom Van Grieken

‘Ik wil ervoor zorgen dat Bart De Wever het juiste, rechtse pad blijft bewandelen.’ Filip Dewinter

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content