FACTCHECKER

Volgend jaar staat Europa opnieuw een spannende lente te wachten. De Conservatieve premier David Cameron wil de Britten in juni 2016 in een referendum laten beslissen of ze bij de EU willen blijven. Cameron zelf is geen voorstander van een uitstap uit de Unie. In zijn column in Trouw van 10 juli voert Rob de Wijk, directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies, een anonieme Britse oud-minister op die vreest voor een Brexit. Daarvoor haalt de man één simpel argument aan: ‘Er heeft nog nooit een referendum plaatsgevonden dat in het voordeel van de EU eindigde.’

Steven Van Hecke, docent vergelijkende en Europese politiek aan de KU Leuven, is categoriek: ‘Heel wat referenda draaiden uit in het voordeel van de EU. Neem nu de Europese Grondwet. Iedereen herinnert zich hoe die in 2005 werd verworpen in referenda in Frankrijk en Nederland, maar in Luxemburg en Spanje wel werd goedgekeurd. De landen die de voorbije twintig jaar zijn toegetreden tot de Unie, hebben ook nagenoeg allemaal een referendum daarover gehouden, van Zweden en Finland in 1995 tot Kroatië in 2012. Alleen in Noorwegen werd twee keer tegen de toetreding gestemd.’

Hendrik Vos, die Europese politiek doceert aan de UGent, bevestigt: ‘Ook het Verdrag van Maastricht werd in Frankrijk, Ierland en Denemarken via referenda goedgekeurd.’

Minder bekend is dat zelfs het eurosceptische Verenigd Koninkrijk zich ooit uitsprak voor de Unie. Op 5 juni 1975 stemde 67,2 procent van de Britten voor deelname aan de Europese Gemeenschap. ‘Het Verenigd Koninkrijk was in 1973 lid geworden onder de Conservatieven’, vertelt Vos. ‘Labour was erg verdeeld over de toetreding, maar won een jaar later wel de verkiezingen. Hun nieuwe premier, Harold Wilson, heronderhandelde de voorwaarden van het Britse lidmaatschap en legde het volk een nieuwe deal voor. Wilson haalde zijn slag thuis, mede omdat de Unie toen nog veel minder impact had dan nu. Een groot deel van de Britten zagen daar weinig graten in. Er was nog geen virulent anti-Europees gevoel. En Labour kon ook wat binnenhalen, zoals financiële steun uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Bovendien was het Verenigd Koninkrijk toen vooral bezig met het conflict in Noord-Ierland. Europa werd niet als een bedreiging gezien, wel als een vrijhandelszone. De scepsis kwam later, toen Europa die vrijhandelszone begon te reglementeren en bij de Britten het gevoel groeide dat ze meer moesten bijdragen aan het EU-budget dan ze ervoor terugkregen.’

Dat referenda altijd in het nadeel van de EU uitdraaien, klopt dus niet. Toch vindt Vos dat een referendum een risico inhoudt, zeker in de huidige omstandigheden. ‘Een paar goed gemikte oneliners kunnen de sfeer erg bepalen. De publieke opinie is nooit echt goed geïnformeerd bij referenda en laat het buikgevoel spreken.’ Het referendum over de Brexit is geen gelopen race, meent ook Van Hecke. ‘Maar Cameron blijft een sluwe politicus. Hij zou niet kiezen voor een referendum, mocht hij niet geloven in zijn winstkansen. Een Brexit houdt voor de Britten een groot economisch risico in. Bovendien lopen ze het risico dat de Schotten weer een nieuw referendum over hun zelfstandigheid eisen, want zij willen bij de EU blijven.’ Ook Rob de Wijk geeft toe dat het argument van zijn Britse gesprekspartner niet klopte. ‘Hij dacht kennelijk vooral aan de grote referenda in Frankrijk en Nederland.’

Conclusie

De Europese integratie is steeds gepaard gegaan met referenda in verschillende lidstaten, vaak met succes voor de EU. Knack beoordeelt de stelling daarom als onwaar.

ONWAAR

Thomas Verbeke

‘Er heeft nog nooit een referendum plaatsgevonden dat in het voordeel van de EU eindigde’ ANONIEM BRITS OUD-MINISTER, in Trouw.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content