Facebook tussen hoop en bluf

FACEBOOK noteerde op z'n eerste beursdag nauwelijks 0,6 procent hoger dan de intekenprijs. © KEITH BEDFORD/REUTERS
Luc Baltussen
Luc Baltussen Luc Baltussen is redacteur bij Knack.

De intrede van Facebook op Nasdaq toont aan hoe een beurskoers niet de huidige waarde van een aandeel weerspiegelt, maar wel de – in dit geval zeer hooggespannen – verwachtingen voor de toekomst.

In ons land kon vrijwel niemand intekenen op de IPO ( initial public offering) van Facebook. Dat de 421 miljoen geplaatste aandelen op de eerste beursdag gemiddeld 1,3 keer van eigenaar wisselden, wijst erop dat de intekenaars niet zozeer Facebookfans waren dan wel profes- sionele investeerders die hoopten dat de Facebookfans nà de beursgang bereid zouden zijn om nog veel meer op te hoesten dan de nochtans hoge intekenprijs. In beleggerstaal heet dat: investeren voor ’the greater fool’.

Voor de 421 miljoen geplaatste aandelen moesten de intekenaars 38 dollar betalen. Aanvankelijk zou de prijsvork liggen tussen 28 en 35 dollar, maar wegens de grote belangstelling werd die opgetrokken tot 34 en 38 dollar. Tegen de intekenprijs haalde de IPO 16 miljard dollar op – meer dan welke technologie-IPO ooit – en werd Facebook in zijn geheel op 104 miljard dollar gewaardeerd.

Ter vergelijking. Apple, bij zijn beursgang in de vroege jaren tachtig 10 miljard dollar waard, is vandaag goed voor 500 miljard dollar. Google wordt gewaardeerd op 203 miljard dollar, tegen 34 miljard dollar toen het in 2008 naar de beurs trok. Microsoft evolueerde van 2,3 naar 250 miljard dollar. Anders dan Facebook, dat op het einde van zijn eerste beursdag nauwelijks 0,6 procent hoger noteerde dan de intekenprijs, scoorden deze drie bedrijven op hun eerste dag wel koerswinsten van 18 tot 33 procent. Maar het is toch de aanhoudende stroom van winstgevende innovaties die zorgde voor het hoge gemiddeld jaarlijks rendement.

Alleen voor bedrijven met forse groeiperspectieven wordt doorgaans meer dan 15 keer de jaarwinst betaald. Voor Facebook betaalden de intekenaars 100 keer de huidige winst. De hamvraag is dus of het bedrijf in staat zal zijn om veel méér reclame-inkomsten per Facebookaccount binnen te halen dan vandaag én om ook andere inkomsten aan te boren. Dat General Motors net nu beslist om niet langer via Facebook te adverteren, maakt de vraag pijnlijk actueel.

En dan is er nog maar weinig gezegd over het politieke risico. Veel van de winstgroeiperspectieven van Facebook draaien rond de informatie die Facebook over zijn gebruikers verzamelt. Het is niet uitgesloten dat overheden de verzameling en exploitatie van die informatie op zeker ogenblik binnen meer uitgesproken democratische perken zullen willen houden. Voor wie Facebook op dat ogenblik in portefeuille heeft, zou dat wel eens pijn kunnen doen.

Luc Baltussen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content