Europa kan de borst maar beter natmaken

Zowel Trump als Clinton zal het Buy American-beleid van Obama voortzetten. © Reuters

Wie er ook in het Witte Huis belandt, vast staat dat de VS op een hardere manier hun economische en strategische belangen in de wereld zullen verdedigen. Vooral de Europese economie zal daarvan de gevolgen ondergaan.

De Amerikaanse hoofdstad Washington D.C. ligt met zijn grootse tempels van de macht midden in een gigantisch weefsel van kleine straten. Reservoir Road in de voorstad Annandale is een van die straten. Het is er doods op een doordeweekse dag. De mannen en vrouwen zijn uit werken in de kantoren van de metropool. Dit is een van de laatste blanke wijken, met blanke kerken, grotendeels blanke scholen én schietpartijen onder blanken – goed voor drie doden per jaar. Dit blanke Amerika is bang: bang voor de moskee in een naburige wijk en vooral bang voor zijn economische toekomst. Meer dan ooit worden de forenzen van Annandale in onderbetaalde deeltijdse baantjes gewrongen. Zij zullen overwegend thuis blijven bij de verkiezingen. Of het nu Trump of Clinton is die in het Witte Huis belandt, gaat de redenering, het hele systeem is onbetrouwbaar. Of zoals Bruce Springsteen het ooit zong: ‘We take care of our own.’ Deze mensen hebben het gevoel de greep op hun leven, het land en de wereld te hebben verloren. Het liefst van al zouden ze gewoon de deur naar de rest van de wereld dichtgooien.

Volgens onderzoeksbureau PEW vindt 57 procent van de Amerikanen dat hun land zich met zijn eigen problemen moet bezighouden. Slechts 44 procent ziet deelname aan de wereldeconomie als een goede zaak. Als het Amerikaanse buitenlands beleid een voortzetting is van de binnenlandse politiek, kunnen we de komende jaren dus een meer isolationistische strategie verwachten. De Verenigde Staten zullen op een hardere manier hun belangen in de wereld verdedigen. Het land is op een kritiek punt beland: het heeft het steeds moeilijker om zijn welvaart om te zetten in kwaliteitsvolle banen en koopkracht. Nog nooit sinds de Wall Street Crash van 1929 leefden zo veel Amerikanen in armoede. Econo-mische macht heeft natuurlijk niet alleen te maken met het vermogen om de eigen burgers tevreden te houden. Economische macht is ook bepalend voor de invloed in het buitenland. In dat opzicht komt de grootste uit-daging van China. De Chinese economie zou tijdens de volgende presidentstermijn wel eens groter kunnen worden dan de Amerikaanse.

Buy American

Dat zal onvermijdelijk leiden tot een beleid dat meer dan ooit om economische belangen draait. Nu hebben de VS natuurlijk belangrijke troeven. Ze hebben in tegenstelling tot hun rivalen weinig te vrezen van buurlanden op het continent, waardoor ze minder hoeven uit te geven aan de verdediging van de landsgrenzen. Minstens even belangrijk is dat Amerika nu bijna zelfredzaam is wat grondstoffen betreft. Het is een van ’s werelds grootste landbouw-, energie- en mijnbouwproducenten. Amerika heeft ook een groeiende bevolking – jaarlijks komen er 2,6 miljoen Amerikanen bij – met een enorme bereidheid om hard te werken. Verder blijft het land ook toonaangevend in wetenschappelijke en technologische doorbraken.

Amerika blijft dus een land van grote mogelijkheden, maar het zal er veel nadrukkelijker naar streven om dat potentieel ten gelde te maken. Zowel Trump als Clinton heeft aangekondigd meer steun aan de industrie te zullen geven. Ze willen een dynamische markt van kleine starters creëren, maar hechten ook veel belang aan steun voor giganten als Boeing, General Motor en General Electrics. Dat industrieel beleid is al in gang gezet door de regering-Obama. ‘Buy American’, is erop gericht om gezinnen en overheden meer bij lokale industrieën te laten kopen. Trump en Clinton zullen dat voortzetten, met campagnes als ‘Make it in America’ en ‘Bring back jobs to America’. Er komen meer rechtstreekse subsidies en belastingvoordelen. De opkomst van de autoproducent Tesla, bijvoorbeeld, was nooit mogelijk geweest zonder de meer dan 1,5 miljard euro aan subsidies en een regelgeving die geschreven werd in functie van dat bedrijf. Een flink deel van de Amerikaanse markt blijft ook afgeschermd voor buitenlandse bedrijven. Het Europees Parlement rapporteerde onlangs dat Amerika na Rusland het land is dat de laatste jaren de meeste beperkende maatregelen invoerde. Clinton en Trump beloven allebei meer van die maatregelen. Het nieuwe protectionisme komt ook tot uiting in de afkeer van nieuwe grote handelsverdragen, zoals TTIP met Europa en TPP met een aantal landen rondom de Stille Oceaan.

De twee presidentskandidaten leveren ook een stevig pleidooi voor overheidssteun aan de Amerikaanse export. Export is belangrijk voor de industrie, maar Amerika wil ook af van het langdurige handelstekort waardoor het afhankelijk is geworden van Chinese kredieten. Vooral Hillary Clinton is een vurig voorstander van een grotere rol en meer centen voor de Export-Import Bank, die krediet verschaft aan buitenlandse afnemers van dure Amerikaanse vliegtuigen en machines. Clinton wil ‘vechten voor de Amerikaanse export’. Ze wil meer financiële steun voor de industrie en de agrobusiness ‘om buitenlandse markten te openen en hindernissen te overwinnen’. Zowel Clinton als Trump wil ook een duw geven aan de uitvoer van hoogtechnologische goederen en diensten, maar er tezelfdertijd ook over waken dat andere landen die technologie niet kunnen ontfutselen van grote multinationals als Microsoft, Apple, en Boeing.

Clinton maakt er alvast geen geheim van: ‘Amerika moet de wereldwijde concurrentieslag voor banen in de geavanceerde industrie winnen.’ Dat betekent volgens haar dat het land zijn technologische voorsprong moet behouden. Nu al profiteren Amerikaanse giganten van enorme overheidssteun voor onderzoek en ontwikkeling: 400 miljard dollar om precies te zijn, tegenover 300 miljard dollar in de Europese Unie en ongeveer hetzelfde bedrag in China. Clinton wil meer geld zowel voor die mastodonten als voor de kleine starters. Ze wil er ook voor zorgen dat Amerikaanse bedrijven als Google en Facebook in alle vrijheid toegang krijgen tot de wereldmarkt en harder optreden als landen Amerikaanse patenten niet respecteren. Ze wil ook dat de regels voor het wereldwijde web vooral beheerd worden door grote bedrijven. Op die manier zouden dictatoriale regimes geen invloed kunnen uitoefenen en worden de standaarden vooral op maat gesneden van de kampioenen van Californië, met opnieuw Google en Facebook voorop. De twee samen zijn goed voor zo’n 100 miljard dollar winst per jaar.

Nieuwe vliegdekschepen

Technologie is uiteraard ook cruciaal voor het militaire leiderschap van de VS. Het meest recente vierjaarlijkse rapport van het Pentagon is duidelijk: Amerika wil de sterkste militaire macht ter wereld blijven. Opnieuw bestaat er op dat vlak niet zo veel verschil tussen de twee presidentskandidaten. Ze gaven beiden aan dat de defensie-uitgaven op peil moeten blijven en dat de krijgsmacht zich alle middelen moet kunnen veroorloven. Clinton en Trump zullen dus blijven investeren in Amerika’s nucleaire afschrikking. Het vervangingsprogramma van de geduchte Minuteman-langeafstandsraketten gaat gewoon door. Waar Clinton misschien minder voor voelt, zijn nucleaire kruisraketten, de zogenoemde Long-Range Standoff Weapons, omdat die het risico op een nucleair conflict zouden kunnen vergroten.

Niemand in Washington veronderstelt dat de volgende president andere belangrijke militaire programma’s zal terugschroeven. Trump mort wat over de gebreken van de F-35, waar ook ons land belangstelling voor heeft, maar wil in plaats daarvan meer F-22’s bouwen. De catalogus van moderniseringsprogramma’s is eindeloos. In de volgende presidentstermijn komen er sowieso twee nieuwe vliegdekschepen, een tiental nieuwe destroyers, tien nieuwe aanvalsonderzeeërs, enkele Zumwalt-kruisers en een vijfhonderdtal nagelnieuwe gevechtsvliegtuigen. Er bestaat ook weinig twijfel over dat de volgende president zijn handtekening zal zetten onder een order voor nieuwe onderzeeërs uitgerust met kernraketten en de productie van nieuwe B-21-bommenwerpers. DARPA, het onderzoeksagentschap van het Pentagon, werkt verder aan de ontwikkeling van spitstechnologie om ‘de dominantie van het elektromagnetisch spectrum’ te verzekeren: software om vijandige radars te verschalken, nieuwe navigatiesystemen die niet langer afhankelijk zijn van kwetsbare satellieten, superkrachtige computerchips, hypersonische wapens, ruimtevliegtuigen, enzovoorts. 14 miljard dollar geeft defensie jaarlijks uit aan dat onderzoek.

Waar het Pentagon naartoe wil, is suprematie in de nieuwe sferen: de ruimte en het internet. Het wil ook controle over de Atlantische en de Stille Oceaan, en het luchtruim erboven, en zo veel mogelijk flexibiliteit om waar ook ter wereld militaire operaties te lanceren. Het is moeilijk te bepalen wie van de twee presidentskandidaten het meest geneigd zal zijn om gebruik te maken van die militaire slagkracht. Beiden gaven ze aan de IS te willen blijven bestrijden én de militaire aanwezigheid in Irak te zullen beperken. Clinton beschouwt Rusland als een strategische rivaal, Trump viseert vooral Iran. En allebei staan ze wantrouwig tegenover China, de Chinese militaire machtsopbouw in de Zuid-Chinese Zee en de aanhoudende Chinese steun aan Noord-Korea. Kortom: veel zal afhangen van de precieze omstandigheden. De VS zullen wellicht minder gretig zijn om in te grijpen in lokale conflicten, zoals recent in Oekraïne, Syrië en Libië. En als ze dat wel doen, zal het nog vaker zijn met de inzet van onbemande vliegtuigen en oorlogvoering op afstand. In veiligheidskwesties waar de bevolking wakker van ligt, zoals de IS en de opkomst van China, zullen Trump en Clinton kordaat reageren, al zal de laatste wellicht nog proberen om dat te doen onder de vlag van de vrijheid en mensenrechten.

Sjoemelsoftware

Europa kan de borst dus maar beter natmaken. Hoewel Amerika ons niet plotsklaps de rug zal toekeren, krijgen we zeker meer concurrentie te verwerken. De Amerikaanse industriepolitiek is slecht nieuws voor onze automobielindustrie of onze chemische sector. Dat het de Amerikanen waren die het vuur aan de lont staken in het dossier van de sjoemelsoftware van Volkswagen, nét nu ze met bedrijven als Tesla opnieuw de wereldmarkt willen veroveren, was geen toeval. Ook de scherpe reactie van de Amerikaanse overheid ten aanzien van Deutsche Bank, of tegen de poging van de Europese Commissie om de dominante positie van Google aan te pakken, geeft te kennen dat de interpretatie van de ‘vrije markt’ aan beide kanten van de Atlantische Oceaan nogal verschilt naargelang van de belangen. Als de volgende president uitpakt met een nog agressievere Buy American-politiek, zou dat Europa verder in de economische problemen kunnen duwen. Het handelstekort van 150 miljard dollar met China kunnen we immers alleen maar compenseren dankzij het handelsoverschot van 100 miljard met de Verenigde Staten. De steun aan multinationals en technologische kampioenen is evenmin goed nieuws. Nu al halen Amerikaanse multinationals jaarlijks netto 14 miljard dollar aan winsten uit hun investeringen in Europa op en 11 miljard aan inkomsten uit patenten. Europa riskeert vooral vast te komen zitten tussen de agressieve economische politiek van China aan de ene kant en het nieuwe economische nationalisme van de VS aan de andere kant.

Dat geldt ook voor onze veiligheid. De militaire modernisering van de VS gaat zo hard dat het verdeelde Europa gewoon niet meer kan volgen. Toen de NAVO enkele jaren geleden een oproep deed aan bedrijven om mee te werken aan cyberveiligheid, waren de kleine Europese spelers geen partij meer voor hun Amerikaanse tegenhangers. Zonder extra inspanningen zal Europa wat moderne oorlogvoering en afschrikking betreft nog afhankelijker worden van de VS. En dat terwijl het duidelijk is dat Washington zich meer wil concentreren op Azië. De jonge adviseurs die klaarstaan om de Nationale Veiligheidsraad te bemannen, hebben duidelijk minder sterke banden met onze regio.

Of ze er in Annandale wakker van zullen liggen, is twijfelachtig, maar dit presidentschap wordt cruciaal voor de machtspositie van de Verenigde Staten en voor de toekomst van de trans-Atlantische relaties. Amerika maakt zich op om harder zijn belangen te gaan verdedigen. Dat zal de internationale samenwerking verder onder druk zetten. En hoezeer vooral Hillary Clinton ook vasthoudt aan de Amerikaanse waarden, het nieuwe realisme zal steeds meer botsen met het oorspronkelijke liberale discours van openheid en vrijheid. ‘De tijd van de overdaad is voorbij’, vat Jon Alterman samen. ‘De volgende president zal zich opnieuw moeten buigen over de essentie: onze veiligheid en welvaart.’ Alterman werkt voor het CSIS, een van de invloedrijke denktanks in de buurt van het Witte Huis. ‘Het is tijd dat onze bondgenoten dit beseffen, want de ruimte om compromissen te sluiten wordt kleiner. Dat geldt ook voor Europa.’

DOOR JONATHAN HOLSLAG

Nog nooit sinds de Wall Street Crash van 1929 leefden zo veel Amerikanen in armoede.

Het is geen toeval dat de Amerikanen het vuur aan de lont staken in het dossier Volkswagen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content