JA

Het pleidooi voor een EMU met twee snelheden is niet nieuw. Waarin verschilt uw voorstel van eerdere, vergelijkbare voorstellen?

De inhoud van mijn voorstel loopt in grote mate gelijk met het pleidooi voor de neuro en de sudo, het opsplitsen van de euro voor Noord- en Zuid-Europa. Maar de hoogdringendheid is vandaag veel groter. De budgettaire problemen van Griekenland – de rentelasten overstijgen er intussen de economische groei – en de Duitse weigering om structureel te helpen, tonen aan dat als we nu niets doen, het welvaartspeil van de verschillende eurolanden almaar verder uit elkaar drijft.

Griekenland zit gevangen in de euro. Omdat de drachme niet meer bestaat en men die dus niet kan devalueren, is de enige manier om opnieuw concurrentieel te worden erg drastisch: snijden in de lonen. Jarenlang. Uit de EMU stappen is geen optie, want dat betekent politieke, economische en financiële chaos.

Het alternatief is een muntunie met twee snelheden, waarbij landen die aan twee voorwaarden voldoen – een begrotingstekort van minder dan 3 procent en een overheidsschuld van maximaal 80 procent van het bbp – tegen pakweg 2015 op papier de euromark gebruiken, die dan twee jaar later effectief in omloop komt. Doordat de waarde van de achterblijvende euro dan daalt, kunnen de zwakkere landen op een ‘natuurlijke’ manier herstellen. En later alsnog toetreden tot de euromark.

Twee verschillende munten maken voor twee soorten landen creëert stabiliteit op lange termijn. Bovendien hangen we zo een wortel uit, die een lidstaat als België kan aanzetten tot saneren: als we de normen niet halen, worden we immers losgekoppeld van Duitsland.

Zo ligt de Europese eenheidsgedachte wel aan diggelen. Is het die prijs waard?

In dit gedachte-experiment zeker. Al hoop ik zelf dat het nooit zover hoeft te komen.

De ‘euromark’ zou in Europa nochtans economische stabiliteit kunnen brengen. Wat is daarop tegen?

Er zijn allicht goede economische redenen om zo’n euromark in te voeren, maar als je de euro in tweeën splitst, dan staat de deur open voor nog meer opsplitsingen, afgestemd op de individuele economische noden van andere lidstaten. Van zo’n hellend vlak, daar houden politici niet van. Omdat ze niet weten waar het eindigt.

De evolutie van de EU vertoont bovendien een tegenovergestelde marsrichting. Europese integratie is eenrichtingsverkeer: de EU komt niet terug op stappen die zijn gezet. Als ze in crisis is, betekent dat vaak even stilstand. Maar de logica is er uiteindelijk een van stappen vooruit. Of stapjes. Maar altijd vooruit.

Het ziet er daarom naar uit dat deze crisis niet leidt tot het op-splitsen van de euro, maar eerder tot een sterkere politieke EU. Er zal een Europese economische regering komen die dicteert volgens welke prioriteiten de verschillende landen hun begroting moeten opstellen.

Dat lijkt op het eerste gezicht niet realistisch, maar past historisch gezien wel in de dominante trend. Zo’n economische regering zal niet van dag op dag ontstaan, maar stapsgewijs. Door bijvoorbeeld eerst al strenger op te treden wanneer een lidstaat het toegelaten begrotingstekort overschrijdt.

Dat biedt Griekenland nu geen soelaas.

Laten we eerst de Duitse deelstaatverkiezingen afwachten (op 9 mei in Noord-Rijnland-Westfalen, nvdr). Daarna, als het politiek opportuner is, zal Duitsland wel bijspringen denk ik. Voor Griekenland gaat het overigens om relatief kleine bedragen. Het zou anders zijn als Spanje of Italië in de Griekse situatie verkeert.

Wat dan? Griekenland bijspringen schept een gevaarlijk precedent.

Net daarom moeten we tegelijk kleine andere stapjes zetten, in de richting van een volwaardige Europese economische regering.

NEE

Het pleidooi voor een EMU met twee snelheden is niet nieuw. Waarin verschilt uw voorstel van eerdere, vergelijkbare voorstellen?

De inhoud van mijn voorstel loopt in grote mate gelijk met het pleidooi voor de neuro en de sudo, het opsplitsen van de euro voor Noord- en Zuid-Europa. Maar de hoogdringendheid is vandaag veel groter. De budgettaire problemen van Griekenland – de rentelasten overstijgen er intussen de economische groei – en de Duitse weigering om structureel te helpen, tonen aan dat als we nu niets doen, het welvaartspeil van de verschillende eurolanden almaar verder uit elkaar drijft.

Griekenland zit gevangen in de euro. Omdat de drachme niet meer bestaat en men die dus niet kan devalueren, is de enige manier om opnieuw concurrentieel te worden erg drastisch: snijden in de lonen. Jarenlang. Uit de EMU stappen is geen optie, want dat betekent politieke, economische en financiële chaos.

Het alternatief is een muntunie met twee snelheden, waarbij landen die aan twee voorwaarden voldoen – een begrotingstekort van minder dan 3 procent en een overheidsschuld van maximaal 80 procent van het bbp – tegen pakweg 2015 op papier de euromark gebruiken, die dan twee jaar later effectief in omloop komt. Doordat de waarde van de achterblijvende euro dan daalt, kunnen de zwakkere landen op een ‘natuurlijke’ manier herstellen. En later alsnog toetreden tot de euromark.

Twee verschillende munten maken voor twee soorten landen creëert stabiliteit op lange termijn. Bovendien hangen we zo een wortel uit, die een lidstaat als België kan aanzetten tot saneren: als we de normen niet halen, worden we immers losgekoppeld van Duitsland.

Zo ligt de Europese eenheidsgedachte wel aan diggelen. Is het die prijs waard?

In dit gedachte-experiment zeker. Al hoop ik zelf dat het nooit zover hoeft te komen.

De ‘euromark’ zou in Europa nochtans economische stabiliteit kunnen brengen. Wat is daarop tegen?

Er zijn allicht goede economische redenen om zo’n euromark in te voeren, maar als je de euro in tweeën splitst, dan staat de deur open voor nog meer opsplitsingen, afgestemd op de individuele economische noden van andere lidstaten. Van zo’n hellend vlak, daar houden politici niet van. Omdat ze niet weten waar het eindigt.

De evolutie van de EU vertoont bovendien een tegenovergestelde marsrichting. Europese integratie is eenrichtingsverkeer: de EU komt niet terug op stappen die zijn gezet. Als ze in crisis is, betekent dat vaak even stilstand. Maar de logica is er uiteindelijk een van stappen vooruit. Of stapjes. Maar altijd vooruit.

Het ziet er daarom naar uit dat deze crisis niet leidt tot het op-splitsen van de euro, maar eerder tot een sterkere politieke EU. Er zal een Europese economische regering komen die dicteert volgens welke prioriteiten de verschillende landen hun begroting moeten opstellen.

Dat lijkt op het eerste gezicht niet realistisch, maar past historisch gezien wel in de dominante trend. Zo’n economische regering zal niet van dag op dag ontstaan, maar stapsgewijs. Door bijvoorbeeld eerst al strenger op te treden wanneer een lidstaat het toegelaten begrotingstekort overschrijdt.

Dat biedt Griekenland nu geen soelaas.

Laten we eerst de Duitse deelstaatverkiezingen afwachten (op 9 mei in Noord-Rijnland-Westfalen, nvdr). Daarna, als het politiek opportuner is, zal Duitsland wel bijspringen denk ik. Voor Griekenland gaat het overigens om relatief kleine bedragen. Het zou anders zijn als Spanje of Italië in de Griekse situatie verkeert.

Wat dan? Griekenland bijspringen schept een gevaarlijk precedent.

Net daarom moeten we tegelijk kleine andere stapjes zetten, in de richting van een volwaardige Europese economische regering.

Opgetekend door Jan Jagers

‘Twee verschillende munten maken voor twee soorten landen creëert stabiliteit op lange termijn.’

‘Europese integratie is eenrichtingsverkeer: de EU komt niet terug op stappen die zijn gezet.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content