Peter Vandeweerdt

Laat u verrassen door cellist François Salque en accordeonist Vincent Peirani.

Van een opname zoals de nieuwe, erg knappe en temperamentvolle Tweede symfonie van Mahler door het Berliner Philharmoniker onder Simon Rattle (EMI classics) mag je als recensent hopen dat ze zichzelf verkoopt. Het werk behoort immers tot het zogenaamde ijzeren repertoire, en de namen van de uitvoerders klinken als een klok.

Dat is allerminst het geval met de cd Est (outhere ZZT 110101, www.outhere-music.com) van cellist François Salque en accordeonist Vincent Peirani. Omdat de combinatie op het eerste gezicht bizar is, omdat het label klein is en omdat de muziek noch in het vakje etnisch, noch bij jazz, noch bij klassiek hoort en dus door niemand besproken wordt. Deze jongen houdt van cross-over, dus ging het cellofaan van het doosje en belandde de cd in de speler. Daardoor komt u hierna te weten dat Est een unieke luisterervaring is.

Die combinatie, om te beginnen! Beide instrumenten hebben een fenomenaal bereik en een sonoriteit die voor elkaar gemaakt lijkt. Als ze samen de diepte induiken, is de melancholie eindeloos, maar ze kunnen elkaar ook opzwepen tot een furieus tempo. Salque kan zijn cello bespelen als een rasechte gipsy, onwerkelijk snel. De flageolets, pizzicato’s, pull-offs en staccato’s rollen moeiteloos uit het instrument. Peirani’s accordeon kan zingen, janken, rillen, imponeren. Soms is het alsof je naar een heel orkest zit te luisteren, soms mogen cello en accordeon elk uitklinken in prachtige, gedragen solomelodieën. Twee grote muzikanten die kunnen bogen op een grote technische vaardigheid en een bijna eindeloos emotioneel palet.

De muziek is Oost-Europees, maar dat mag u breed interpreteren. Er zit bijvoorbeeld een vrolijke, zelfs lieflijke melodie in als de 19e-eeuwse Rhapsodie hongroise van David Popper (eigenlijk voor cello en piano), maar ook een duivelse medley op Roemeense thema’s naar improvisaties van violist Stéphane Grappelli, een paar prachtige hedendaagse stukken waaronder een Csárdás-dans van Schott, Salque en Peirani zelf, en een reeks bekende korte Danses populaires roumaines van Béla Bartók, oorspronkelijk voor piano. Krachtige, technisch verbluffende, vaak emotionele ritmische muziek die overal en nergens thuishoort, zoals de zigeuners die er de inspiratie van vormen. Dit is, tussen haakjes, ook waar lieden als Brahms of Chopin ten minste een deel van de mosterd haalden.

Als u nog altijd twijfelt, moet u weten dat het tweetal er al flink wat concerten met deze muziek op heeft zitten en dat u ze op Youtube kunt vinden. Geef bijvoorbeeld Salque – Peirani – medley in en luister zelf. Haast? Ga dan meteen naar de laatste minuut. U gelooft uw oren en ogen niet.

Kortom: een te koesteren opname voor liefhebbers van gipsy swing, of van klassiek, of van cello, of van accordeon, of van dat allemaal samen… of voor liefhebbers van verrassingen.

Peter Vandeweerdt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content