Guy Legrand
Guy Legrand Freelance journalist

Twee goede redenen waren er voor de stevige prijsstijgingen voor huizen en appartementen in België de jongste jaren. Ten eerste profiteerden huurders van de spectaculaire rentedaling om tot een aankoop over te gaan, met lagere maandelijkse aflossingen voor hun hypothecaire lening. Ten tweede waren veel beleggers ontgoocheld door de strubbelingen op de beurs en vervolgens door die lagere rentevoeten, en richtten zij de blik op baksteen, die tegelijkertijd veiliger en winstgevender bleek te zijn.

De prijsstijging bij de opbrengstwoningen (gebouwen met meerdere appartementen) en handelszaken getuigt hiervan. De prijzen klommen in twee jaar tijd met 28 % in Brussel en in Antwerpen werd een soortgelijke evolutie genoteerd. Bij de woningen stegen de prijzen voor kleine en middelgrote huizen in nauwelijks vijf jaar tijd – tussen 1997 en 2002 – met één derde, over het hele land. De gemiddelde stijging bedraagt 37 % in Vlaanderen en iets minder dan 30 % in Brussel en Wallonië.

Begin dit jaar staken beleggers en kandidaat-huiseigenaars nog een tandje bij, zodat hier en daar een echte stormloop ontstond, bijna een kooppaniek, uit angst om de vastgoedtrein te missen. Die korte golf van gekte is sinds de zomer weer voorbij, maar toch is er geen sprake van een volledige ommekeer: de kopers gaan weer wat rustiger te werk, maar ze blijven wel hoge prijzen betalen.

BRUSSEL: HET GEWICHT VAN ‘EXPATS’

‘De markt is maar een beetje gekalmeerd’, meent Edouard Vande Pitte, landmeter-expert. ‘De stabilisering van de prijzen tegenover begin dit jaar lijkt me misleidend, in die zin dat de kwaliteit van de panden sterk is verzwakt. Wanneer ik de prijs en de staat van het pand tegen elkaar afweeg, heb ik vaak de indruk dat de prijzen blijven stijgen.’

De Brusselse markt wordt trouwens gekenmerkt door een opvallende terugkeer naar de stad, onder impuls van buitenlandse kaderleden.

‘Vooral als ze al in een grote stad als Londen of Parijs hebben gewoond en als ze voor een min of meer beperkte periode in de Europese hoofdstad verblijven, redeneren deze mensen heel anders dan de meeste Belgen: ze kiezen een appartement dichtbij hun werkplaats, liever dan een villa in de rand.’

Hun doel: het traject woon-werkplaats te voet of met het openbaar vervoer afleggen, en met dat openbaar vervoer ook naar de Thalystrein of op de luchthaven kunnen geraken. ‘Zo had ik onlangs een afspraak met twee buitenlanders; de ene arriveerde op een scooter en de andere had gewoon de bus genomen! Belgen komen altijd met de auto’, merkt de expert op.

Een andere vaststelling: die buitenlandse kaderleden, die meer stadsmens zijn dan de autochtonen, zijn ook gevoeliger voor de charme en kwaliteit van oude gebouwen. Bijgevolg betalen ze hoge prijzen voor woningen die goed gesitueerd zijn en gerenoveerd volgens de normen voor het midden- of hogere gamma. In diezelfde geest blijven ook lofts, oude industriële of commerciële ruimten die tot woningen werden omgebouwd, het goed doen in de hoofdstad, net als in Antwerpen trouwens.

Guy Legrand

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content