Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Tijdens zijn reis met de Beagle deed Charles Darwin een aantal waarnemingen die hij nooit zou vergeten, en die instrumenteel zouden blijken te zijn in de ontwikkeling van zijn evolutietheorie.

Zijn confrontatie met fossielen van uitgestorven reuzenzoogdieren was zo’n ervaring. Darwin begon zijn hoofd te breken over de manier waarop het concept ‘uitsterven’ in het scheppingsverhaal kon passen. Het werd hem snel duidelijk dat een schepping niet betekende dat soorten ook een eeuwig leven zouden leiden.

Tijdens een bezoek aan de Falklandeilanden zag hij het nog scherper. Hij zag er een dier dat hem zo verbaasde, dat hij er een lange paragraaf in zijn reisverslag aan wijdde: de Falklandwolf. Een uiterst tam beest dat niet bang van mensen was. De wolf was vrij groot voor een succesvol leven op een tamelijk klein eiland. Darwin vroeg zich toen al af hoe zo’n groot beest op de toch ver van het vasteland gelegen Falklandeilanden was geraakt.

Men gaat ervan uit dat de wolf ooit als gedomesticeerd dier op de eilanden terechtkwam, en daar een eigen leven ging leiden. Maar zeker is dat niet. Het is trouwens onduidelijk of de soort een wolf, een vos, een hond of een mengeling was. Taxonomen zouden er een kluif aan hebben, maar de interesse is klein omdat het dier uitgestorven is, en omdat het geen reuzenreptiel is of een andere soort waarmee paleontologen eer kunnen halen.

Darwin had zelf al vastgesteld dat de soort geen overlevingskansen had. ‘Binnen enkele jaren nadat deze eilanden op regelmatige basis door mensen bewoond zullen zijn,’ schreef hij, ‘zal deze vos naar alle waarschijnlijkheid samen met de dodo geklasseerd kunnen worden bij de dieren die van de aarde verdwenen zijn.’ Darwin stelde het gewoon vast, zonder meer. Het leek hem niet te deren. Hij liet zelfs de kans niet liggen om twee Falklandwolven de kop in te slaan, voor zijn collectie. Het vergde wat speurwerk om erachter te komen waar die stukken zich nu bevinden. Zoals verwacht kon worden, zijn ze bewaard in het Britse Museum for Natural History, waar veel Darwinmemorabilia te vinden zijn. Maar de dieren zijn niet intact. Alleen de schedels en de huiden zijn bewaard.

Diplomatieke druk

Zo leek het er eventjes op dat het dier gewoon niet meer bestaat. Want zoals Darwin had voorspeld, is de wolf relatief snel uitgestorven. Hij werd voor het eerst beschreven in 1692, toen een Brits ontdekkingsschip de Falklandeilanden aandeed. De bemanning nam zelfs een dier mee aan boord als scheepshond, maar toen er enkele maanden later een vuurgevecht uitbrak, sprong het in paniek overboord en verdronk. De laatste wolf zou in 1876 gedood zijn, minder dan een halve eeuw nadat bontjagers zijn bestaan, en het gemak waarmee hij bejaagd kon worden, ontdekten.

Maar tijdens een queeste naar opgezette Falklandwolven bleek dat het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen een opgezette Falklandwolf in zijn collecties heeft. Conservator Georges Lenglet, zo’n man die zijn professionele leven tussen dode beesten doorbrengt, vond het dier, en de aantekeningen over de manier waarop het in het museum was terechtgekomen. Het was in 1860 gekocht van een Uruguayaanse handelaar, maar het was pas in 1935 als Falklandwolf in de catalogus van het museum ingeschreven.

Voor zover Lenglet wist, was het dier nooit onderzocht. Het was wel op reis geweest. Vlak na de Falklandoorlog tussen de Britten en de Argentijnen, begin jaren tachtig van de vorige eeuw, zorgden Britse officieren ervoor dat de wolf terug naar zijn thuisland kon, op verzoek van enkele Falklanders die er voor gelobbyd hadden om een originele wolf op hun grondgebied te hebben. Contractueel werd het beest voor een jaar uitgeleend, maar de Falklanders maakten geen haast om het terug te sturen. Tot iemand in Brussel toevallig het contract onder ogen kreeg, en diplomatieke druk gebruikte om het weer naar het museum te halen.

Toen Lenglet het onder het stof vandaan haalde, zat het nog altijd in de krat waarin het destijds, 25 jaar geleden, door de Britse Navy uit de Falklandeilanden was teruggestuurd. Misschien was het dus beter ginder gebleven. Er is op de Falklands trouwens een nieuwe campagne bezig om te trachten een Falklandwolf in het lokale museum tentoon te stellen. Het dier zou er in ieder geval een prominentere plaats krijgen dan in Brussel.

Als de Falklanders bot vangen in Brussel, kunnen ze eens proberen in het Natuurhistorisch Museum van het Nederlandse Leiden. Daar hebben ze liefst drie opgezette Falklandwolven in de collectie. De grootste concentratie ter wereld.

Dirk Draulans in het kielzog van Darwin

DIRK DRAULANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content