Hannes Cattebeke
Hannes Cattebeke Freelance journalist voor onder meer Knack

Frank Van Massenhove, topambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zaken, wil het pensioen niet meer laten afhangen van de sector of het systeem waarin iemand werkt.

Voor een promotie bij de overheid is ‘nooit problemen gehad met medewerkers’ een positief argument. Waarom zou een leidinggevende dan nog zijn mensen ‘wakker houden’ of confrontaties aangaan? (Lieve Lagae, Antwerpen)

FRANKVAN MASSENHOVE: Niet alleen bij sommige overheidsdiensten, ook bij grote banken of warenhuisketens wordt laf management beloond. De manier waarop men mensen evalueert, als men het al doet, hangt nauw samen met de bedrijfscultuur. Als de beslissingen van hoog daarboven opgelegd worden, als het loont om bij alles de paraplu op te trekken, als mensen die nieuwe ideeën aanreiken afgestraft worden, als er niet geduld wordt dat projecten mislopen, dan steekt niemand zijn hoofd nog boven het maaiveld uit. Dan gaat het ook snel bergaf met de organisatie, en dat wordt de topmanager terecht aangerekend. Hij heeft er dus alle belang bij om zijn mensen wakker te houden. Dat kan hij het best doen door degenen die aan hem moeten rapporteren te evalueren op hoe zij hun mensen aanmoedigen. Topmanagers moeten dus zelf moedig zijn en de laffe middenkaders aanpakken.

Hoe kijkt u als topmanager en socialist naar topmanagers die steeds hogere lonen willen, in schril contrast met veel gepensioneerden die hun hele leven hard gewerkt hebben, maar in armoede leven? (Dave Reel, Gent)

VAN MASSENHOVE: De loonvorming is in een vrije markt nu eenmaal afhankelijk van de zeldzaamheid van talenten. Dat geldt zowel voor voetballers als voor managers. Maar het is geen vrijgeleide voor managers om waanzinnige lonen te eisen. Een slimme manager zorgt voor een redelijke spanning tussen zijn loon en dat van zijn medewerkers. Wie het honderdvoudige krijgt van de mensen op de werkvloer, zal op heel weinig goodwill kunnen rekenen voor zijn beslissingen. Dat komt het bedrijf niet ten goede. De raad van bestuur hoort zich daar bewust van te zijn en moet dus zorgen voor een evenwichtig beloningsbeleid, desnoods tegen de aandeelhouders in.

Het statuut van loontrekkende wordt meer en meer omzeild via constructies als ‘werkend vennoot’ en ‘onderaannemer’. Wat kan de overheid doen tegen die schijnzelfstandigen? (Clement Van den Borre, Denderhoutem)

VAN MASSENHOVE: Eigenlijk is er maar één manier om een eind te maken aan dat grote probleem dat al lang bestaat: één statuut creëren voor de sociale zekerheid. Er komt nu een eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden, maar het onderscheid tussen ambtenaren, werknemers en zelfstandigen is er nog altijd. Zolang dat blijft bestaan, zal men blijven zoeken naar wat het minste kost. De invoering van één statuut is niet eenvoudig, maar de Scandinavische landen bewijzen dat het kan. Er zijn trouwens nog meer voordelen aan verbonden. Nu zitten de mensen gevangen in hun statuut. Ze durven niet van job te veranderen omdat ze dan hun verworven rechten verliezen, of ze hebben een schat aan bruikbare ervaringen opgedaan in de privésector maar maken de overstap niet naar de overheid omdat ze niet over de vereiste diploma’s beschikken.

Vraag van de week

Hoe zijn de hogere ambtenarenpensioenen nog te verantwoorden nu de salarissen er grotendeels gelijk zijn aan die in de privésector en de werkzekerheid bij de overheid doorgaans veel hoger is? (Jan Lagasse, Knokke-Heist)

VAN MASSENHOVE: Een terechte vraag. Vroeger waren de lonen bij de overheid inderdaad lager, en dat werd gecompenseerd met onder meer een hoger pensioen. Maar omdat ook de overheid meer en meer hooggeschoolden nodig had, zijn de lonen gaandeweg opgeschoven naar wat gangbaar is in de privésector. Er is een nieuw systeem nodig dat aan de toekomstige ambtenaren niet meer de huidige pensioenen geeft. Maar voor wie al ambtenaar is, zal men zich aan de gemaakte afspraken moeten houden. We mogen evenmin voorbijgaan aan de grote verschillen tussen contractuelen en vastbenoemden, of in de privésector tussen degenen die genieten van een aanvullend pensioen en degenen voor wie dat er niet is. We moeten dringend de discussie voeren over wat voor iedereen een gerechtvaardigd pensioen is. En dat mag niet afhangen van de sector of het systeem waarin iemand werkt.

Volgende week: kinderpsychiater Peter Adriaenssens

Mail uw vragen naar mijnvraag@knack.be en maak kans op 2 filmtickets

Hannes Cattebeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content