Peter Vandeweerdt

Anima Eterna poetst de Symphonie fantastique op.

Het is een fout die we allemaal maken, zeker als tiener: boeken kapotlezen en muziek kapotluisteren. Ik heb het als puber bijvoorbeeld gedaan met de schrifturen van Edgar Allan Poe en de Symphonie fantastique van Hector Ber- lioz. Tussen die twee zijn aardig wat verbanden te vinden, opium en een zucht naar het macabere om te beginnen. Don’t ask.

De Symphonie fantastique is zowat het toppunt van programmamuziek. Berlioz zelf schreef er een tekst bij (de symfonie gaat over een overgevoelige jongeman die zichzelf een roes bezorgt en dan een droom heeft over zijn geliefde, voor wie hij een waanzinnige obsessie koestert. Hij vermoordt haar en maakt vervolgens zijn eigen terechtstelling en begrafenis mee). Het zou weinig moeite kosten om daar een echt verhaal van te maken en dat op de achtergrond te vertellen, zoals in Prokofievs Peter en de wolf.

Precies dat is wat er in de meeste opnamen van die symfonie fout gaat: ze wordt te weinig als een vertelling gezien. En dan heb ik het niet alleen over de muzikale motieven. Ook al speelde hij alleen een beetje fluit en gitaar, Berlioz was een genie in het analyseren van timbres van muziekinstrumenten en de combinaties daarvan. Een macabere dans is meer dan een melodie, het is een spel met akelige keelklanken en het beenderige getik van kleppen. Dát verhaal vertellen Jos van Immerseel en Anima Eterna in hun nieuwe opname van deze symfonie. Ze gebruiken daarbij de instrumenten uit Berliozs tijd en halen op het vlak van expressiviteit alles uit de kast.

Daarmee bereiken ze wat ik niet voor mogelijk had geacht: een fascinerende en frisse lezing van de compositie die weer helemaal meesleept. Het belang dat van Immerseel aan authenticiteit hecht, leidt hem er bijvoorbeeld toe om de obligate doodsklokken in het Dies irae te vervangen door de twee piano’s die Berlioz er zelf voor voorschreef. Uitputtend toont hij in het boekje aan dat er geen andere keuze mogelijk is: klokken die exact de toonhoogte spelen die Berlioz aanduidde, zouden tientallen tonnen wegen. Goed, maar anderzijds komt er een paukenroffel in voor die Berlioz beschreef als het rommelen van de donder in de verte, en die je hier – met een understatement – enkel als overdonderend dichtbij kunt bestempelen. Wat is authenticiteit?

Die roffel, geproduceerd door een slimme overlapping van drie pauken, heb ik heel puberaal en hardop lachend tien keer opnieuw opgezet. Het orkest speelt schitterend en elke seconde valt er wel iets verrassends te beleven, maar het is de percussie (Luc Artois en Koen Plaetinck) die de show steelt. Wat Berlioz zonder twijfel veel genoegen zou doen.

Dit is zeker de meest verrassende versie van de Symphonie fantastique die ik ooit heb gehoord. Haal ze in huis en laat ze door de luidsprekers knallen in aanwezigheid van een of andere spirit.

ANIMA ETERNA MET JOS VAN IMMERSEEL, HECTOR BERLIOZ, SYMPHONIE FANTASTIQUE EN LE CARNAVAL ROMAIN, ZIG ZAG/COLLECTION ANIMA ETERNA.

Peter Vandeweerdt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content