In Slowakije lopen de spanningen tussen de Hongaarse minderheid en de Slavische meerderheid hoog op.

Het had een groot feest moeten worden, maar het eindigde met een diplomatiek incident. In het Slowaakse grensstadje Komárno zou een ruiterstandbeeld van Stefanus I worden onthuld. Stefanus I, de eerste koning van Hongarije, is ook de beschermheilige van dat land en dus had de gemeenteraad van Komárno voor de plechtigheid ook de Hongaarse president Laszlo Solyom uitgenodigd. Maar op de brug over de Donau die de grens vormt tussen Slowakije en Hongarije werd de Hongaarse president door de Slowaakse politie teruggestuurd. Bratislava en Boedapest beschuldigden elkaar van provocatie.

Nergens in de Europese Unie zijn de betrekkingen tussen twee buurlanden zo slecht als die tussen Slowakije en Hongarije. Dat heeft historische oorzaken. Bij het vredesverdrag van Trianon in 1920 werd het Hongaarse koninkrijk door de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog in mootjes gehakt. Hongarije verloor twee derde van zijn grondgebied en opeens woonden miljoenen Hongaren buiten de Hongaarse grenzen.

In het zuiden van Slowakije spreekt naar schatting een half miljoen mensen Hongaars – dat is tien procent van de totale Slowaakse bevolking. Een minderheid dus, maar in een stadje als Komárno vormt die minderheid dan weer een meerderheid. Anders dan in de Balkan bijvoorbeeld heeft die situatie nooit tot bloedige conflicten of etnische zuiveringen geleid, maar het wederzijdse wantrouwen is er niet minder om. Slowakije verdenkt de Hongaren ervan het Hongaarse rijk in zijn oude glorie te willen herstellen. ‘Ze zullen niet rusten voor ze het zuiden van Slowakije hebben geannexeerd’, zegt de Slowaakse president Ivan Gasparovic. Omgekeerd beschuldigt zijn Hongaarse collega Slowakije ervan ‘het Hongaars te willen degraderen tot een keukenmeidentaal’.

Aanleiding tot al dat kabaal zijn de nieuwe taalwetten, die sinds 1 september in Slowakije van kracht zijn. Onder druk van de Slowaakse nationalisten krijgt de landstaal in bestuurszaken en in de publieke ruimte voorrang op het Hongaars. Alleen waar de Hongaren meer dan twintig procent van de bevolking uitmaken, mogen formulieren en bewegwijzering nog tweetalig zijn. In Boedapest gaan intussen stemmen op, vooral onder de oppositie, om ‘alle Hongaren in het bekken van de Karpaten te verenigen’. De Hongaarse minderheden buiten de Hongaarse grenzen zouden een statuut moeten krijgen naar het model van Kosovo. De Europese Unie houdt zich intussen muisstil. En Moskou, dat Midden-Europa nog altijd tot zijn invloedssfeer rekent, telt de slagen.

© Der Spiegel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content