Na weer eens een crisis in de landbouw wou de Kempense boer Ludo Geens ook wel eens wat zekerheid en vaste inkomsten. Daarom wordt er nu al vier zomers lang boerengolf gespeeld tussen zijn koeien.

De koeien van boer Geens kijken er intussen al niet meer van op. ‘Het is voor hen elke keer wat nieuw in het voorjaar als het seizoen begint, maar na twee dagen zijn ze het gewoon’, zegt Ludo Geens, melk- en pluimveehouder uit Wortel in de Noorderkempen. ‘Alleen de stier moet op stal als er boerengolf gespeeld wordt.’ Geens is na vier jaar helemaal mee met de snel groeiende buitensport, die uit Nederland kwam aanwaaien. ‘Het is net de bedoeling om echt tussen de koeien te spelen. Verder geldt hetzelfde principe als bij gewoon golfen: met zo weinig mogelijk slagen de holes bereiken. Het wordt gespeeld met een kleine voetbal, waartegen je slaat met een klomp die aan een steel vastzit.’ Dankzij het komische effect van twee teams die elkaar bekampen in de weilanden is boerengolf intussen uitgegroeid tot een echt succesnummer voor verrassingsreisjes, teambuildingdagen en vrijgezellenfeestjes. Ook de hoeve van Geens ziet na vier jaar het aantal bezoekers nog steeds stijgen.

Maar dat hij vandaag zo’n vurige ambassadeur is geworden van de sport, is toch een samenloop van omstandigheden. Al sinds 1925 bezit zijn familie de hoeve in Wortel – Ludo is de vierde generatie. Onvermijdelijk kreeg ook hij te maken met de problemen van de hedendaagse landbouw. ‘We zijn met onze nevenactiviteiten begonnen in een periode waarin de Vlaamse landbouw van de ene crisis in de andere sukkelde, waardoor ons inkomen erg schommelde. We waren op zoek naar iets wat ons stabiliteit kon bieden. We hadden bovendien veel gebouwen, stallen vooral, die in de moderne landbouw niet meer functioneel zijn, maar die we te waardevol vonden om af te breken. Met het plan om daar iets mee te doen, hebben we nog drie jaar rondgelopen.’ Maar in 2004 hakte de familie Geens de knoop door. Eerst sprongen ze op de kar van het hoevetoerisme, en creëerden daarvoor drie appartementen in de oude gebouwen. Het ontvangen van gasten beviel hen best, en de vaste inkomsten brachten de gezochte zekerheid. Toen de provincie Antwerpen een jaar later op zoek bleek naar landbouwers die, naar Nederlands model, een boerengolfbaan wilden aanleggen, waren ze meteen mee.

‘We hebben de grens overgetrokken om uit te vissen hoe de Nederlandse collega’s het combineren met een actief veebedrijf’, zegt hij. Dat bleek allemaal erg mee te vallen. De elf holes op zijn twee kilometer lange baan maakte Geens onder de prikkeldraad van zijn weilanden, zodat zijn koeien er hun poten niet in breken. ‘Uiteindelijk is de investering niet zo groot, en is het erg lonend – de weilanden en de gebouwen hadden we al. En onze veehouderij hoefden we er niet voor af te bouwen. We hebben nog altijd 50 melkkoeien en 60.000 legkippen. Wel helpen onze kinderen nu vaak mee, en hebben we een personeelslid voltijds aangenomen voor de landbouwactiviteiten.’

Nu de wereldwijde crisis ook de landbouwsector hard treft, prijst Geens zich erg gelukkig met de nevenactiviteiten die voor vaste inkomsten zorgen. Daarom begrijpt hij niet dat relatief weinig Vlaamse boeren zich aan toeristische activiteiten wagen, zeker in vergelijking met Nederland, dat al 115 boerengolfbanen telt. ‘Er is wel interesse van collega’s voor het boerengolfen,’ zegt hij, ‘maar er zijn nog maar vier Belgen die de stap naar een eigen baan hebben durven te zetten. Je moet natuurlijk wel voor een groep mensen durven te spreken, dat houdt misschien veel landbouwers tegen. En ik ben nu ook meer manager geworden dan boer. Maar het vee zal wel altijd de basis van ons bedrijf blijven.’

Het hoevetoerisme en het boerengolf brachten zelfs een onverwachte wending voor de landbouwersfamilie. De dochter wou het melk- en pluimveebedrijf niet voortzetten, maar lijkt nu wel haar gading te vinden in de toeristische activiteiten. Geens: ‘Misschien heb ik dan toch onverwacht een opvolger.’

Thomas Verbeke

Thomas Verbeke/Foto’s Dimitri Van Zeenbroeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content