Het klonk mooi in 2003. Samen met enkele andere Europese landen bestelde ons land zeven nieuwe militaire vrachtvliegtuigen bij Airbus. Maar door vertragingen en technische problemen zullen de toestellen ietsje duurder uitvallen. Een miljoen of 136, wellicht.

De A400M moet in ons land de sterk verouderde en volledig opgebruikte C-130 Herculestoestellen vervangen. En het project oogt veelbelovend. Zo kan de A400M tweemaal zoveel vracht vervoeren over langere afstanden, en kan het toestel zowel op een gewone landingsbaan als op zand in de woestijn landen en opstijgen.

Zeven landen werken momenteel aan het programma mee, en bestelden samen 180 toestellen: Frankrijk (50), Duitsland (60), Spanje (27), het Verenigd Koninkrijk (25), Turkije (10), België (7) en Luxemburg (1).

Bij aanvang beloofde de Europese vliegtuigbouwer EADS, het moederbedrijf van Airbus, dat het Franse leger zijn eerste toestel zou krijgen in oktober 2009. Voor ons land was dat 2012. De Belgische regering betaalde al 160 miljoen euro voorschot. Het totale bedrag voor de zeven Belgische toestellen werd op 1,3 miljard euro geraamd.

Maar al van bij de aanbesteding liepen de zaken niet zoals gepland. Aanvankelijk wilden ook Portugal en Italië toestellen bestellen bij Airbus, maar beide landen trokken zich terug. In volle polemiek over de oorlog in Irak zetten de Amerikanen, die het hele A400M-project vooral als grote concurrentie voor ‘hun’ Boeing zagen, hun bondgenoten in Europa onder druk. De terugtrekking van het Portugese en Italiaanse order was een zware klap voor Airbus.

Niet veel later kwam nog een aap uit de mouw: om de aanbesteding binnen te halen, had EADS het totaalbedrag voor de 180 toestellen op 20 miljard euro geraamd. Een bedrag dat een stuk lager lag dan dat op de aanbesteding van Boeing. EADS gaf achteraf toe dat de 20 miljard ‘een duidelijke onderschatting’ van de werkelijke kostprijs was.

Komen daar nog eens bij: een scherpe stijging van de grondstofprijzen, enkele technologische evoluties die duurder uitvielen dan voorspeld, en problemen met de speciale motoren van de A400M. Dat alles samen zorgt ervoor dat de militaire transportvliegtuigen niet alleen later zullen worden geleverd, maar vooral ook dat de totaalprijs een stuk hoger zal uitvallen.

Lening of niet?

Begin februari maakte EADS de schade bekend. De top van Airbus liet weten dat het project 11,3 miljard euro meer zal kosten dan begroot. En dat de deelnemende regeringen dat verschil zelf zullen moeten betalen.

EADS startte onderhandelingen met zijn zeven afnemers, en bereikte onlangs een akkoord: de zeven samen zullen 2 miljard euro meer betalen voor de levering van de A400M-toestellen. Uit een berekening van het kabinet van minister van Defensie Pieter De Crem (CD&V) blijkt dat dit deel van het akkoord ons land 78 miljoen euro extra zal kosten.

Daarnaast hebben de afnemende landen ook beslist om EADS een terugvorderbare lening van 1,5 miljard euro toe te staan. Al is het niet zeker dat ons land daarin meedoet. In een officiële persmededeling van het leger staat dat ‘de regering momenteel nog alle mogelijkheden onderzoekt’. Minister De Crem gaf hierover uitleg in de Kamercommissie defensie. ‘Defensie is niet bevoegd om leningen aan te gaan of staatsgaranties te geven. Maar ik kan u wel zeggen dat indien één land zich zou terugtrekken, dat land moet opdraaien voor alle extra kosten daaraan verbonden.’

Uit interne berekeningen van de legertop, die er wel degelijk rekening mee houdt dat België ook meestapt in de lening, blijkt dat we dan over 136 miljoen euro meerkosten spreken.

Hadden de zeven bestellers dan een alternatief? Niet echt, zo blijkt. De Europese Unie drong zelf aan op een vergelijk met EADS, want de Unie ziet het project van de A400M niet graag in het water vallen. Toenmalig premier Guy Verhofstadt (Open VLD) zei al in 2003 dat de gezamenlijke aankoop van de toestellen symbool staat voor een Europese defensie. Bovendien zou het opgeven van een dergelijk project indruisen tegen de doelstellingen van de Europese relanceplannen om de crisis het hoofd te bieden, want momenteel werken in Europa 30.000 mensen aan dit dossier. De belangen die op het spel staan zijn dus te groot om te vallen over een slordige 136 miljoen euro meer.

Al is het maar de vraag of de totaal opgebruikte C130’s het nog zo lang zullen volhouden.

DOOR CATHY GALLE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content