Het Duitse Grondwettelijk Hof oordeelde vorige week dat er een nieuwe begeleidende wet nodig is om de ratificatie van het Verdrag van Lissabon door bondspresident Horst Köhler toe te laten. Het vonnis kwam er na een klacht van parlementsleden en burgers over de grondwettelijke uitverkoop aan Brussel die door dat verdrag wordt veroorzaakt.

Het Verdrag van Lissabon is dan wel niet in strijd met de Duitse grondwet, stelt het Grondwettelijk Hof, toch moet voortaan elke bevoegdheidsoverdracht aan de EU – en zeker de eventuele invoering van de meerderheidsbeslissingen in de Europese Raad – aan de Bondsdag worden voorgelegd.

De Brusselse windmachine, commentarieerde Der Spiegel, draaide meteen op hoog toerental om de indruk te wekken dat het Grondwettelijk Hof het Verdrag van Lissabon zonder meer goedkeurde. Dat het Bundesverfassungsgericht verderop in hetzelfde vonnis ook paal en perk stelde aan de Europese integratie – ‘Europa in een dwangbuis’, kopte de Süddeutsche Zeitung – hadden ze in Brussel kennelijk niet gelezen.

Na de Tweede Wereldoorlog hebben Europese naties basisbevoegdheden afgestaan, aan de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie en later aan de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal die zou uitgroeien tot de Europese Unie. Met de geleidelijke afbraak van de eigen soevereiniteit tot gevolg. Zelfs het verlenen van voorrang van de Europese op de nationale rechtspraak veroorzaakte weinig beroering.

Pas met het Verdrag van Maastricht, en zeker met de totstandkoming van de monetaire unie en de bijbehorende controle op de fiscale en budgettaire politiek van de lidstaten in de eurozone, werden de eerste ernstige vragen gesteld bij de teloorgang van de nationale soevereiniteit.

Elders in Europa hebben de burgers zich in referendums kunnen uitspreken over de toetreding tot de EU en over de verregaande soevereiniteitsafstand. Niet zo in België, waar de beleidsmakers van oordeel zijn dat Europese verdragen te zwaarwichtig en te ingewikkeld zijn om ze aan het oordeel van simpele kiezers over te laten. Hier is de kiezer – om het woord van de Nederlandse historicus H. W. von der Dunk aan te halen – ‘de onmisbare stalknecht’ die er alleen bij wordt geroepen om partijen in het zadel te helpen of te houden.

In België wordt het parlement, volgens artikel 168 van de Belgische Grondwet, slechts ‘ geïnformeerd‘ over de mogelijke herziening van de verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en van de verdragen en akten waarbij deze verdragen worden gewijzigd of aangevuld. Op papier beschikt het parlement, dankzij de Europese regelgeving, in institutionele kwesties over een vetomogelijkheid. Want elke lidstaat, zegt Europa, moet de verdragen ratificeren.

In België komt die ratificatie het federale parlement én de parlementen van de deelgebieden toe. Maar in werkelijkheid beslist de regerende meerderheid over Europese aangelegenheden en komt het zelden of nooit tot een open parlementair debat over de grondwettelijke implicaties van de Europese verdragen. Laat staan dat de parlementsleden van de meerderheid die vetomogelijkheid zouden gebruiken. Met als kwalijke gevolg dat artikel 33 van de grondwet – ‘ Alle machten gaan uit van de Natie‘ – niet langer strookt met de werkelijkheid.

In andere lidstaten, zoals Duitsland, worden de parlementen nauwer betrokken bij het Europese beleid van hun regering. Ondanks die betrokkenheid heeft het Duitse Grondwettelijk Hof vorige week een ingrijpend vonnis geveld dat verstrekkende gevolgen kan hebben voor de Europese Unie. Omdat het vonnis meteen het eindpunt van de Europese integratie vastlegt. Want, zo stelt het Hof, de Europese Unie is – wat Europese federalisten ook mogen beweren – een gemeenschap van soevereine staten.

Het Hof loopt ook niet hoog weg met het Europees Parlement, dat volgens de Duitse grondwetspecialisten slechts de bevoegdheid heeft om mee te werken aan de totstandkoming van de Europese directieven, zoals uitgewerkt door de Europese Raad, en de begroting.

Het Europees Parlement vertegenwoordigt volgens het Hof niet het soevereine Europese volk en voert niet eens een debat tussen parlementaire meerderheid en oppositie.

Daarom, dicteert het Hof dat tegelijk zijn eigen rol versterkt, zal Duitsland, in het geval verdere overdracht van bevoegdheden de soevereiniteit van het land zou uithollen, uit de Europese Unie treden. Want de Duitse soevereiniteit overstijgt altijd de Europese. Met andere woorden: ‘het Europa der naties’ van Charles de Gaulle is een feit.

door Rik Van Cauwelaert

Alle macht gaat niet langer uit van de natie.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content