Francofiel Bart Van Loo heeft met O Vermiljoenen Spleet! een vagijn van een boek geschreven, en dat is voor één keer een compliment.

Deze week verschijnt O Vermil-joenen Spleet!, het laatste deel van de Frankrijktrilogie die Bart Van Loo in 2006 begon met Parijs Retour. Na die ‘literaire reisgids voor Frankrijk’ en een boek vol ‘literaire recepten en culinaire verhalen’ uit de Franse literatuur (Als kok in Frankrijk; 2008), neemt hij nu de erotische traditie onder de loep. O Vermiljoenen Spleet! is een meeslepende ontdekkingstocht door de warmste gebieden van de Franse letterkunde.

Bart Van Loo blijkt de francofilie wel heel letterlijk op te vatten, merk ik als ik zijn Antwerpse flat binnenstap. Een woonkamer die dweept met Balzac, een bibliotheek die uitpuilt van de Franse meesterwerken uit vroegere en huidige tijden – dat had ik wel min of meer verwacht. Maar in het bureau merk ik een zwartharige dame op. Hij stelt me de Française voor die hij bij het schrijven van zijn erotische boek tegen het lijf liep. ‘Literatuur is het ultieme afrodisiacum’, lacht de auteur.

Frankrijk als land van de liefde: het is een huizenhoog cliché, net zoals de band tussen Frankrijk en gastronomie er een is. In Als kok in Frankrijk maakte Van Loo op smakelijke en vermakelijke manier duidelijk dat die laatste gemeenplaats veel waarheid bezit. In O Vermiljoenen Spleet! wordt Willem Kloos geciteerd: ‘De Fransche literatuur (…) is zeer indecent. Gij kunt er u geen voorstelling van maaken hoe vreeselijk indecent en hoe verwonderlijk daarneven die nu eigenlijk wel is.’ Is de Franse literatuur echt zo indecent als Kloos beweerde? Is Frankrijk ook in zijn literatuur het land van zinnenprikkelende erotiek?

‘Als je de literatuurgeschiedenis bekijkt,’ antwoordt Van Loo, ‘zijn er zeker opmerkelijke erotische werken geschreven in Italië, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, en ik stip die dan ook aan in mijn boek. Maar er is maar één literatuur die van de middeleeuwen tot vandaag aan de lopende band meesterwerken van het genre heeft voortgebracht, en dat is de Franse. De Roman van de roos zette de toon in de middeleeuwen, in de renaissance waren er Ronsard en Rabelais, de zeventiende eeuw bracht onder meer de Contes van Jean de la Fontaine voort. In de achttiende eeuw was er Sade en de libertinage. De preutse negentiende eeuw verplichtte romanciers als Flaubert en Maupassant om de suggestie maximaal te gebruiken; de twintigste eeuw kende haar eigen grootheden, van dichter Guillaume Apollinaire (die over een vrouw ooit schreef: “Ze opende haar benen als een boek.”) en de in Gent geboren Pierre Louÿs (“Trek een jongeman nooit af voor het venster, je weet nooit waar het vallen kan.”) tot hedendaagse klassiekers als Catherine Millet en Michel Houellebecq. De Franse literatuur toont meer dan alle andere én op de meest verscheiden manieren aan hoe de verzonnen begeerte van een schrijver een lezer hitsig uit zijn leesstoel kan jagen.’

Het beeld van Frankrijk als warmbloedig land van lust en liefde werd door Franse auteurs natuurlijk ook zorgvuldig onderhouden en versterkt. Zo schrijft de renaissanceauteur Brantôme: ‘Naar ik gehoord heb, geven zelfs buitenlanders onze vrouwen ver de voorkeur boven de andere, ook al omdat wellustige woordjes in het Frans veel beter klinken dan in andere talen.’

Van Loo: ‘In de achttiende eeuw braken de erotische letteren pas echt door dankzij de romans van Vivant Denon, Crébillon fils, Choderlos de Laclos en de onschatbare Nerciat, die met zwier over bestialiteit schrijft. “De ezel pootte goed aan en de gravin leidde hem op hartstochtelijke wijze, hij zag er erg gelukkig uit. Volledig ijlend voelde de gravin hoe binnenin een grote pomp op volle kracht werd opengezet.” Maar Sade zou ze allemaal naar de kroon steken. Vergeet niet: in diezelfde eeuw schrijft en leest zowat iedereen die iets te betekenen heeft in Europa in het Frans. Zo verspreidde de Franse erotische traditie zich snel ook in andere taalgebieden. Vandaar dat de link tussen Franse literatuur en erotiek zich zo sterk genesteld heeft in de Europese hoofden.’

Snoeiharde censuur

Maar zelfs in de Franse literatuur is het wufte genre heel lang het ondergeschoven kindje geweest. Tot in de jaren zestig werd die hele traditie min of meer geheim- gehouden. Auteurs schreven erotische werken anoniem of onder een pseudoniem, of presenteerden zich als vertalers van een zogezegd anderstalig werk. Fictieve uitgeverijen (‘gedrukt in Neukopolis, bij Jan Lul, Boekhandel Trekhaak, in de Gouden Kloot’) zorgden voor een verspreiding in illegale circuits.

‘Een en ander heeft natuurlijk te maken met de snoeiharde censuur van Kerk en Staat’, zegt Van Loo. ‘In de middeleeuwen mocht seks alleen procreatief zijn, en dan nog enkel op voorgeschreven dagen. In zo’n restrictieve omgeving was literatuur een welkome uitlaatklep. De Roman van de roos leidde het bestaan in van een dubbele traditie. Ten eerste die van de fin’amor, de hoofse liefde, waartoe men het hele sentimentele genre tot op vandaag zou kunnen terugvoeren. De tweede traditie keert zich daarvan af, en kiest voor het wellustige leven.’

In de zeventiende eeuw beleefde de censuur onder aanvoering van de jezu- ieten haar hoogdagen, met brandstapels en gevangennemingen. In die periode doken de eerste libertijnen op, auteurs die vanuit een roep om vrijheid hun ketterij koppelden aan erotiek en geilheid paren aan kritiek op de Kerk. Van Loo: ‘”Ik lach erom en zeg slechts dit: zij willen niet wat mijn pen doet wat zij wel toestaan aan hun lid”, dichtten libertijnen over de jezuïeten. Erotiek is ondenkbaar zonder het christendom. Het beste voorbeeld is Sade. Die treedt het christendom zo ostentatief met de voeten dat hij het, in plaats van het met tak en wortel uit te roeien, een zeer belangrijke plek geeft in zijn oeuvre. Dat gaat zeer ver: niet alleen de decors doen erg katholiek aan, met hun biechtstoelen, kelken en hosties. Maar nog opvallender is dat vele martelingen uit De 120 dagen van Sodom geïnspireerd zijn op de christelijke martelverhalen uit de Gouden Legende van Jacobus de Voragine of boeken van inquisiteurs. Zelfs diep in de twintigste eeuw is dat nog zo, ook het oeuvre van Georges Bataille en Pauline Réages Het verhaal van O leggen heel sterk de link tussen erotiek en religie.’

Niet alleen de Kerk, maar ook de overheid roerde zich. Vanaf 1618 had elk boek dat in Frankrijk gepubliceerd werd een koninklijke stempel nodig. Censoren oordeelden of een boek al dan niet het daglicht mocht zien. Romans die het volk deden duizelen, moesten wel gevaarlijk zijn. Erotische werken werden achter slot en grendel bewaard in de Bibliothèque Nationale in Parijs. Er kwam zelfs een speciale afdeling voor ontuchtige romans. ‘Vanaf 1844 is men die l’enfer gaan noemen, de hel’, aldus Van Loo. ‘Die afdeling bestaat vandaag nog. Het is een klein, donker zaaltje dat je moet betreden via een lift die achter een boekenrek verstopt zit. Ik heb de hel bezocht en heb twee dagen in trance rondgelopen. Je moet trouwens nog altijd een hele procedure doorlopen om er binnen te mogen, met verwijsbrieven, gesprekken enzovoort. Het ogenblik waarop ik het gedicht van Ronsard onder ogen kreeg waaraan ik de titel van mijn boek heb ontleend, was een erg opwindend moment. Ook al omdat het boek uit 1553 maar dertig graden ge- opend mocht worden en ik een soort gevulde worst, gemaakt van stof, als bladwijzer kreeg.’

Aflopende traditie

Verbod blijkt door de eeuwen heen als een afrodisiacum te hebben gewerkt, zowel voor schrijvers als voor lezers. Diderot vatte het in de achttiende eeuw al mooi samen: ‘Hoe strenger het verbod, hoe hoger de prijs van het boek, hoe meer het gekocht en gelezen wordt.’ Of hoe censuur een goedkopere en succesvollere voorganger was van promotiecampagnes. Maar vanaf de jaren 1950 kwam de klad in de overheidscensuur. Sommige werken, zoals de broeierige romans van Jean Genet (die onder andere de homoseksuele strapatsen van Hitler beschrijft), verschijnen gewoon bij Gallimard, de chicste uitgeverij van Frankrijk. Andere, onschuldiger boeken zoals Ik zal spuwen op jullie graf van Boris Vian worden dan weer verboden. Het is een verwarrende overgangsfase.

‘Pas in de jaren zestig, met de seksuele revolutie, neemt de overheidsbemoeienis helemaal af’, legt Van Loo uit. ‘Na de periode van 68 zijn alle wellustige werken vrij verkrijgbaar in elke winkel. Een goede zaak, zou je zeggen – de boeiende erotische traditie wordt eindelijk gedemocratiseerd – maar de medaille heeft een keerzijde. Doordat alle boeken vrij verspreid kunnen worden, verliest de erotiek haar mysterie. In het laatste kwart van de twintigste eeuw valt de urgentie weg om via tuchteloze teksten een opwindende geheime stem te laten weerklinken. Bovendien neemt het beeld – eerst film, daarna het internet – het in deze periode over van het woord als lustopwekker. In die zin is O Vermiljoenen Spleet! opgedragen aan een aflopende westerse traditie.’

Want wat moet je nou als schrijver als er geen normen meer zijn om je tegen af te zetten? ‘De allermooiste seksscène in de Franse literatuur is er eentje zonder op en neer deinende borsten en zonder gehijg’, lacht Van Loo. ‘Alleen maar een op hol geslagen koets die op een onnavolgbare manier door de straten van Rouen scheurt, met daarin Emma Bovary en haar minnaar. Flaubert beschrijft die dolle rit heel precies, van straat tot straat. Als je die uittekent op het grondplan van de stad, dan verschijnt er een enorme fallus. Waarmee Flaubert flirt met de grenzen van de censuur.’

En of die Franse literatuur dan echt zo indecent is? Ach, laten we eens terugbladeren naar het motto van Balzac in het eerste deel van Van Loos Frankrijktrilogie: ‘Een mens is pas echt mens te noemen als hij enige hartstocht bezit.’

BART VAN LOO, O VERMILJOENEN SPLEET! SEKS, EROTIEK EN LITERATUUR, MEULENHOFF/MANTEAU, 296 BLZ.,ISBN 9789085421092, 19,95 EUR. INFO: www.bartvanloo.info.

DOOR BART VAN DER STRAETEN

‘De Franse literatuur toont meer dan alle andere én op de meest verscheiden manieren aan hoe de verzonnen begeerte van een schrijver een lezer hitsig uit zijn leesstoel kan jagen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content