JA

Om een serieverkrachter in de Kempen te ontmaskeren vraagt het gerecht in Turnhout een groot aantal mannen een DNA-staal af te staan. Sluit uw wetsvoorstel aan bij die vraag?

Zowel die vraag als mijn wetsvoorstel gaat om ernstige feiten, en om de vaststelling dat men er bij gebrek aan bewijs – een DNA-profiel, bijvoorbeeld – vaak niet in slaagt om verdachten te veroordelen. Recent wetenschappelijk onderzoek toont aan dat 100 verkrachtingsdossiers tussen 2001 en 2007 maar tot vier veroordelingen hebben geleid. In 51 gevallen kon de dader niet worden geïdentificeerd; in de 45 andere was de dader bekend maar was er onvoldoende bewijsmateriaal. Daarom stel ik voor om van iedereen van wie men een DNA-profiel opvraagt, die gegevens ook te bewaren. Ze opvragen kan vandaag al, als er aanwijzingen zijn en het gaat om een misdrijf waarop een gevangenisstraf staat van vijf jaar of meer – delicten zoals moord of verkrachting. Maar als de verdachte niet wordt veroordeeld, worden die gegevens gewist. In het Ver-enigd Koninkrijk gebeurt dat niet, en dat werpt daar duidelijk vruchten af.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft het VK op de vingers getikt omdat het daarmee de privacy schendt. Wellicht zal het DNA-profiel van niet-veroordeelden er maar een beperkte termijn in de databank blijven.

Als dat de toegeving is die moet gebeuren, ben ik bereid tot een compromis. Het is een afweging tussen het recht op privacy en misdaden oplossen. Wat zeker is, is dat de gegevens vandaag te snel worden gewist. Wetend dat seksuele delinquenten vaak recidiveren binnen de vijftien jaar, lijkt een termijn van twintig jaar toch het minimum.

Toch verhoogt zo’n databank de kans om misdaden op te helderen die anders onopgelost blijven.

Een databank van verdachten is een inbreuk op de privacy. Wie niet veroordeeld is, is immers onschuldig. Omdat DNA-onderzoeken vaak vrijwillig gebeuren, bestaat bovendien de kans dat het bijhouden van alle profielen mensen afschrikt om eraan deel te nemen.

Vindt u dat een goed idee?

Men kan onderzoeken of de huidige criteria nog up-to-date zijn, en of ze eventueel uitgebreid moeten worden. Maar DNA-stalen van verdachten bijhouden in een databank voor veroordeelden is voor mij zeker uitgesloten. Als we daarvoor een aparte gegevensbank zouden willen maken, moeten we de wet veranderen. Maar ook dat lijkt me geen goed idee.

Ook niet als men die gegevens maar een beperkte periode bijhoudt?

Dat maakt geen wezenlijk verschil. Mensen realiseren zich onvoldoende dat DNA-sporen niet volstaan als bewijs van schuld. Iedereen laat overal DNA-sporen achter. En er zijn zaken bekend waarin onschuldigen veroordeeld zijn op grond van hun DNA-profiel. Eigenlijk zouden we de DNA-wet in zijn geheel moeten herzien, wegens verouderd – ingehaald door de technologie, bijvoorbeeld. We moeten deze discussie zeker voeren, maar dat doen we beter niet in een klimaat waarin mensen geneigd zijn te overreageren.

NEE

Om een serieverkrachter in de Kempen te ontmaskeren vraagt het gerecht in Turnhout een groot aantal mannen een DNA-staal af te staan. Sluit uw wetsvoorstel aan bij die vraag?

Zowel die vraag als mijn wetsvoorstel gaat om ernstige feiten, en om de vaststelling dat men er bij gebrek aan bewijs – een DNA-profiel, bijvoorbeeld – vaak niet in slaagt om verdachten te veroordelen. Recent wetenschappelijk onderzoek toont aan dat 100 verkrachtingsdossiers tussen 2001 en 2007 maar tot vier veroordelingen hebben geleid. In 51 gevallen kon de dader niet worden geïdentificeerd; in de 45 andere was de dader bekend maar was er onvoldoende bewijsmateriaal. Daarom stel ik voor om van iedereen van wie men een DNA-profiel opvraagt, die gegevens ook te bewaren. Ze opvragen kan vandaag al, als er aanwijzingen zijn en het gaat om een misdrijf waarop een gevangenisstraf staat van vijf jaar of meer – delicten zoals moord of verkrachting. Maar als de verdachte niet wordt veroordeeld, worden die gegevens gewist. In het Ver-enigd Koninkrijk gebeurt dat niet, en dat werpt daar duidelijk vruchten af.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft het VK op de vingers getikt omdat het daarmee de privacy schendt. Wellicht zal het DNA-profiel van niet-veroordeelden er maar een beperkte termijn in de databank blijven.

Als dat de toegeving is die moet gebeuren, ben ik bereid tot een compromis. Het is een afweging tussen het recht op privacy en misdaden oplossen. Wat zeker is, is dat de gegevens vandaag te snel worden gewist. Wetend dat seksuele delinquenten vaak recidiveren binnen de vijftien jaar, lijkt een termijn van twintig jaar toch het minimum.

Toch verhoogt zo’n databank de kans om misdaden op te helderen die anders onopgelost blijven.

Een databank van verdachten is een inbreuk op de privacy. Wie niet veroordeeld is, is immers onschuldig. Omdat DNA-onderzoeken vaak vrijwillig gebeuren, bestaat bovendien de kans dat het bijhouden van alle profielen mensen afschrikt om eraan deel te nemen.

Vindt u dat een goed idee?

Men kan onderzoeken of de huidige criteria nog up-to-date zijn, en of ze eventueel uitgebreid moeten worden. Maar DNA-stalen van verdachten bijhouden in een databank voor veroordeelden is voor mij zeker uitgesloten. Als we daarvoor een aparte gegevensbank zouden willen maken, moeten we de wet veranderen. Maar ook dat lijkt me geen goed idee.

Ook niet als men die gegevens maar een beperkte periode bijhoudt?

Dat maakt geen wezenlijk verschil. Mensen realiseren zich onvoldoende dat DNA-sporen niet volstaan als bewijs van schuld. Iedereen laat overal DNA-sporen achter. En er zijn zaken bekend waarin onschuldigen veroordeeld zijn op grond van hun DNA-profiel. Eigenlijk zouden we de DNA-wet in zijn geheel moeten herzien, wegens verouderd – ingehaald door de technologie, bijvoorbeeld. We moeten deze discussie zeker voeren, maar dat doen we beter niet in een klimaat waarin mensen geneigd zijn te overreageren.

opgetekend door jan jagers

‘Het is een afweging tussen het recht op privacy en misdaden oplossen.’

‘We moeten de discussie zeker voeren, maar zonder te overreageren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content