Dichten, hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk? Op die vraag proberen Henk van der Waal en Erik Lindner in hun boek De kunst van het dichten een antwoord te formuleren. Beide heren weten waarover ze schrijven: ze zijn zelf dichter en essayist en schrijven geregeld over het werk van hun collega’s. Zo ook in dit boek, dat bestaat uit vijf essays en acht gesprekken met vooraanstaande Nederlandse poëten – jammer wel dat er geen Vlaamse dichter mocht meedoen. Verwacht geen handleiding voor het maken van goede poëzie, want dat is De kunst van het dichten helemaal niet. Wel is het een informatieve bundel waarin nagedacht en gepraat wordt over de wispelturige daad van het schrijven van gedichten, en waarin een inkijk gegeven wordt in de concrete poëtische arbeid die daarbij te pas komt.

De hamvraag: hoe begin je nu eigenlijk aan een gedicht? Het is alvast geen kwestie van wachten aan je bureau met het raam open, zodat de muze je de broodnodige inspiratie kan komen toefluisteren, zegt Henk van der Waal in het woord vooraf. Toch is wachten een van de belangrijke fases op weg naar een gedicht. Het is ‘een noodzakelijk kwaad dat volledig inhoudsloos is’. Wachten is leeglopen, vergeten en je ontdoen van alle indrukken, gedachten, regels en theorieën. Als je dat op de juiste manier doet, kun je ‘in toestand’ geraken, en komt er taal die zich aan je opdringt. Dichten, zegt Van der Waal nog, is eigenlijk een passieve daad. Het is vooral loslaten, ‘het bevrijden van iets dat nog niet bestaat’.

In De kunst van het dichten kom je te weten hoe Esther Jans-ma, Astrid Lampe, F. van Dixhoorn, Piet Gerbrandy, Nachoem Wijnberg, Arjen Duinker, Anne Vegter en Anneke Brassinga ‘in toestand’ geraken. Eén welomschreven stelregel is er daarvoor niet, zo blijkt. Voor iedereen die wel eens met een pen boven een wit blad zit, zijn de antwoorden van deze dichters echter verhelderend, en vaak ook geruststellend herkenbaar. Of zoals Anneke Brassinga schrijft: ‘Gedichten en overige schrijfsels ontstaan uit het toespitsen van mijn bewustzijn op al datgene waar ik ontvankelijk voor ben en wat nog (soms lang na dato) zich activeren laat door het ritmische geluid van een tikmachine. Meer wil ik er niet over zeggen.’

HENK VAN DER WAAL & ERIK LINDNER, DE KUNST VAN HET DICHTEN, QUERIDO, 259 BLZ., 15 EURO, ISBN 9789021487595.

Bart Van der Straeten

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content