Wil Vlaanderen in Europa tot de top vijf behoren, dan zal het volgens Kris Peeters ook de armoede moeten aanpakken.

Als schets van de leefsituatie van de inwoners van Vlaanderen vult het rapport over ‘De sociale staat van Vlaanderen’ voor Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) een lacune op. ‘De gebundelde onderzoeksgegevens zijn een werkinstrument en een inspiratiebron voor het beleid, de sociale partners en de middenveldorganisaties.’

U legt een verband met het programma ‘Vlaanderen In Actie’ (VIA) en het Pact 2020 om meer welvaart en welzijn te creëren, meer mensen aan het werk te krijgen, de economie duurzamer te maken, de levenskwaliteit te verhogen en efficiënter te besturen.

KRIS PEETERS: Het heeft bloed, zweet en tranen gekost, maar over dat toekomstplan voor Vlaanderen bestaat nu een brede consensus. Om meer welvaart en welzijn tot stand te brengen, moeten we duidelijke klemtonen leggen. Aan een kakofonische aanpak hebben we niets. Om die te vermijden, is het leefsituatieonderzoek heel nuttig.

Uit het rapport over de sociale staat van Vlaanderen blijkt dat sociaaleconomisch zwakkere groepen in alle domeinen ongunstig scoren. Moet het beleid niet daarop focussen?

PEETERS: VIA is meer dan een economisch programma en in Vlaanderen mag de zelfgenoegzaamheid niet insijpelen. Als we de ambitie hebben om tegen 2020 tot de top vijf in Europa te behoren, kunnen we het dossier van de armoede niet links laten liggen. Op een recent VIA-atelier over armoede is gebleken dat het daarbij niet alleen over geld en inkomen gaat, maar bijvoorbeeld ook over onderwijs, wonen en werk. Daarom is gepleit om dit toe te vertrouwen aan de minister-president en zo alle dimensies aan bod te laten komen.

De volgende Vlaamse regering zal minder middelen hebben om het Pact 2020 waar te maken.

PEETERS: Dat klopt. In de voorbije jaren was er telkens een extra beleidsruimte van 1,5 tot 1,7 miljard euro. Het is moeilijk om precies in te schatten hoe groot de impact van de economische crisis op het Vlaamse overheidsbudget zal zijn. Maar de nieuwe Vlaamse regering zal zeker tot 2011 de tering naar de nering moeten zetten. Er zullen ettelijke miljarden minder te besteden zijn. We zullen gedwongen worden om keuzes te maken en om nieuwe uitgaven te compenseren met besparingen elders op de Vlaamse begroting.

Kan in dat verband ook een nieuwe staatshervorming soelaas bieden?

PEETERS: Ons land heeft bij de Europese Commissie een stabiliteitsprogramma ingediend om tegen 2015 weer een begrotingsevenwicht te bereiken. Ik ga ervan uit dat alle overheden – federaal, regionaal en lokaal – daartoe een gelijkwaardige bijdrage leveren. Sommigen menen dat Vlaanderen een extra inspanning moet leveren. Dat is uitgesloten als niet over de staatshervorming wordt gesproken. Ik denk dan aan de inconsistente samenhang tussen bevoegdheden en uitgaven. Een typisch voorbeeld is de 67 miljoen euro van de federale regering voor het grootstedenbeleid, wat een bevoegdheid van de gewesten is. Ook moet het gaan over fiscale en financiële verantwoordelijkheid. Een sanering van de overheidsfinanciën zonder grondige staatshervorming levert alleen maar lapmiddelen op.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content