Hoe leer je jongeren nee zeggen tegen de lokroep van extreemrechts? In Luik startte Les Territoires de la Mémoire in 1993 met een pedagogisch project, dat nu bekroond werd met de Burgerschapsprijs van de Stichting P&V.

Het begon allemaal, legt directeur Jacques Smits van Les Territoires de la Mémoire uit, na de verkiezingen van 24 november 1991 – de eerste ‘Zwarte Zondag’. De opgang van extreemrechts mocht in het Franstalige landsgedeelte dan misschien niet zo spectaculair zijn als in Vlaanderen, maar het succes van de lijst Agir zorgde ook in de regio Luik voor een schokgolf. Op andere plaatsen in Wallonië en Brussel stak het Front National de kop op. ‘Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog stond extreemrechts weer op de kaart. We zijn toen met een aantal voormalige politieke gevangenen en slachtoffers van de nazi’s samen gaan zitten om te kijken wat we konden doen om jongeren niet alleen tot verdraagzaamheid aan te sporen, maar ook tot verzet. Het Centre d’Action Laïque van de provincie Luik organiseerde al sinds de jaren tachtig een aantal activiteiten om burgerschap te bevorderen, zoals bezoeken aan het Fort van Breendonk. Onder de vleugels van dat centrum hebben we in 1993 de vzw Les Territoires de la Mémoire opgericht.’

Smits is zeer verguld met de Burgerschapsprijs voor zijn vereniging. ‘We voeren een strijd waarvan je nooit kunt zeggen dat je hem gewonnen hebt’, zegt hij. ‘En de Burgerschapsprijs is voor ons een hart onder de riem.’

Les Territoires de la Mémoire betrekt in het centrum van Luik een fraai pand, dat intussen alweer te klein is geworden voor de tienduizenden bezoekers die het jaarlijks over de vloer krijgt. ‘Dat zijn vaak scholieren van wie zelfs de grootouders de Tweede Wereldoorlog al niet meer hebben meegemaakt. Die jongeren willen we niet alleen confronteren met de gruwel van het fascisme en nazisme, maar hen ook laten zien hoe het zover heeft kunnen komen. Daarom besteden we ook veel aandacht aan de manier waarop in de jaren dertig dictatoriale regimes ontstaan zijn. We willen hen leren hoe belangrijk het is nee te zeggen voor het te laat is. We kijken dus niet alleen naar het verleden, maar ook naar de toekomst.’

In de kelders van Les Territoires de la Mémoire is een symbolisch parcours gebouwd – symbolisch, want het is natuurlijk geen echte gedenkplaats – dat de weg volgt van een gevangene van de nazi’s naar het concentratiekamp en de gaskamers. ‘Mensen raakten om verschillende redenen in de mallemolen van dat systeem,’ zegt Jacques Smits, ‘de een omdat hij tot een verzetsgroep behoorde, de ander vanwege zijn etnische achtergrond of zijn seksuele geaardheid. Zo’n moordmachine is uniek in de geschiedenis.’

De bezoeker passeert langs het kantoor van de Gestapo en langs de beestenwagens, waarin de gevangenen op transport werden gesteld naar de vernietigingskampen. Hij hoort getuigenissen van overlevenden en ziet beelden uit de film Nacht en Nevel van Alain Resnais. Wachttorens, blaffende honden, het gehuil van de wind. De barakken en de kazematten. De gaskamers, en de massagraven met uitgemergelde kadavers. Een indrukwekkend klank- en lichtspel, maar met effectbejag heeft dat niets te maken, zegt Smits: ‘Dit is toch in de eerste plaats een pedagogisch project. We wilden vooral jongeren bereiken en het parcours is dan ook op hen afgestemd. Het moet ze naar de keel grijpen.’

Dat schijnt aardig te lukken. Hoewel er geen suppoosten zijn, is er bijvoorbeeld nooit schade aangericht: ‘We hebben nog nooit last gehad van graffiti. Toen we pas open waren, had een leerling een bril meegenomen, een symbool van het kamp van Auschwitz-Birkenau. Hij bracht die de volgende dag onder druk van zijn medeleerlingen terug. Dat wijst toch op respect.’

Netwerk van gemeenten

Vanaf welke leeftijd kun je kinderen met beelden van concentratiekampen confronteren? Daarover pleegde de organisatie overleg met psychologen van de Luikse universiteit. De eerste doelgroep waren kinderen van een jaar of twaalf. Les Territoires de la Mémoire ontvangen sindsdien steeds meer klassen uit het secundair onderwijs. Maar er lopen ook mensen in-dividueel langs, het verenigingsleven toont belangstelling en straks vormt ook het bedrijfsleven een doelgroep. Om de drempel laag te houden, is een autobus beschikbaar die gratis schoolklassen of verenigingen ophaalt voor wie het transport te duur is. ‘We willen mensen bereiken in de eerste lijn’, zegt Jacques Smits. ‘Loketbedienden, vakbonden, politieagenten, buschauffeurs, sociale werkers. Eerst was ons doel de strijd tegen extreemrechtse organisaties. Vandaag is het werkterrein breder: we komen op tegen de ideeën van extreemrechts. Die kunnen namelijk ook opduiken bij democratische partijen en in de brede publieke opinie.’

Om de vlam van de herinnering brandend te houden, organiseert Les Territoires de la Mémoire ook nog altijd reizen naar concentratiekampen. Natzweiler, Mauthausen, Buchenwald, Dachau, Dora, Auschwitz-Birkenau. Maar de vereniging wil er niet alleen zijn voor gestudeerde mensen. Ze heeft daarom, bijvoorbeeld, een partnerschap met een Luiks afvalverwerkingsbedrijf dat veel ongeschoolde werknemers in dienst heeft. Ze onderhoudt ook nauwe banden met wijkraden, waar veel mensen met een laag inkomen samenkomen. In Franstalig België en Brussel sloten nu al 110 gemeenten zich aan bij een Territoire de Mémoire-netwerk, dat een beroep kan doen op de organisatie voor het houden van lezingen, het opzetten van tentoonstellingen of gewoon informatie. ‘Dat soort werk is ons anker in de maatschappij van vandaag.’

Smits vertelt van een driehoeksontmoeting van jongeren van Noord-Afrikaanse origine, politieagenten en buschauffeurs, die samen een concentratie- kamp bezochten. ‘Mensen die tevoren totaal geen contact met elkaar hadden, keken daarna toch op een andere manier tegen de dingen aan. Een ander voorbeeld: we hebben ook campagne gevoerd tegen het gebruik van de Mosquito, een elektronisch apparaatje dat een hoogfrequent geluid voortbrengt dat alleen jongeren kunnen horen. De bedoeling was om hangjongeren op bepaalde plekken weg te jagen, maar als het op de openbare weg wordt gebruikt is het discriminerend, een vorm van uitsluiting. Mede door onze campagne werd het uiteindelijk verboden.’

De vereniging liet haar stem ook horen toen het stadsbestuur van het Franse stadje Argenteuil gemeentearbeiders opdroeg om op plekken waar daklozen bijeenkomen om te slapen een product te verspreiden dat vreselijk stinkt. En ze verzette zich tegen het opsluiten van mensen zonder papieren in het gesloten centrum van Vottem, onder de rook van Luik. Smits: ‘We willen ons niet bemoeien met individuele regularisatiedossiers, want daar hebben we de expertise niet voor in huis. Maar het is in een democratie volstrekt onacceptabel om mensen die hier al tien of vijftien jaar wonen in dit soort omstandigheden op te sluiten.’

Er is geen reden tot euforie, benadrukt Smits, maar toch: hij telt zijn zegeningen. Het feit dat extreemrechtse politieke partijen in Franstalig België intussen vrijwel van de kaart zijn geveegd, heeft natuurlijk meerdere redenen: ‘Het heeft zeker geholpen dat de media hen nooit een podium hebben verschaft. En we mogen ons gelukkig prijzen dat zich bij ons nooit een charismatische politieke leider als Jean-Marie Le Pen of Filip Dewinter heeft aangediend. Maar in stilte hoop ik toch ook dat Les Territoires de la Mémoire al was het maar een heel klein steentje heeft bijgedragen om de opmars van extreemrechts te stuiten.’

DOOR PIET PIRYNS EN HUBERT VAN HUMBEECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content