‘Vlaanderen rijdt zich vast in regels, rechtspraak en inspraak.’ Vlaams Parlementslid Sas van Rouveroij pleit dan ook voor een interne staatshervorming in Vlaanderen.

‘Hoog tijd dat er iets gebeurt, want veel gemeenteraden liggen vandaag al op apegapen’, zegt Sas van Rouveroij (Open VLD), die al sinds 1985 in de Gentse gemeenteraad zit. Tot hij vorig jaar naar het Vlaams Parlement overstapte, was hij er ook nog eens twintig jaar lang schepen. Voor Van Rouveroij, die voorzitter is van de raad van bestuur van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), zou het op lokaal niveau allemaal een beetje democratischer mogen. ‘Sinds ik met mijn eigen ogen zie hoe het er in het Vlaams Parlement toegaat, ben ik er nog meer van overtuigd dat er in de steden een en ander moet veranderen’, zegt hij. ‘Want vandaag hebben burgemeesters en schepenen wel erg veel macht, deemsteren veel gemeenteraden weg, en is de invloed van individuele burgers gigantisch.’

De gewone Vlamingen zijn te mondig geworden?

Sasvan Rouveroij: Sinds mijn begindagen in de lokale politiek hebben we een tsunami meegemaakt van inspraak, samenspraak en tegenspraak. Anno 2010 hebben gewone burgers, die ondertussen ook veel aan zelfredzaamheid, mondigheid en kennis hebben gewonnen, ontzettend veel mogelijkheden om hun mening over het beleid te ventileren. Maar het is niet omdat ze weten waarover ze praten dat ze ook goed geplaatst zijn om aan de politieke besluitvorming deel te nemen – al beseffen ze dat vaak zelf niet. Hoe dan ook moet elk stadsbestuur tegenwoordig veel meer rekening houden met het maatschappelijke middenveld van geëngageerde burgers dan vroeger.

Is dat dan geen positieve ontwikkeling?

Van Rouveroij: Dat burgers zich in het maatschappelijke debat engageren, is ongetwijfeld een goede zaak. Steeds meer mensen trekken de deur open en roepen: ‘Hier ben ik! Luister naar mijn boodschap!’ Alleen heeft die boodschap meestal te maken met de huis-, tuin- en keukenproblemen in hun eigen straat of wijk. Natuurlijk zijn die belangrijk en moet een stadsbestuur naar de verzuchtingen van alle bewoners luisteren. Maar het is daarbij wel de opdracht van schepenen en gemeenteraadsleden om het algemene belang te bewaken. En daar wringt natuurlijk het schoentje, want het is allesbehalve gemakkelijk om iemand uit te leggen dat het particuliere belang dat hij verdedigt soms voor dat algemene belang moet wijken. Burgers hebben het steeds moeilijker om in te zien dat hun verhaal deel uitmaakt van een groter geheel, want met hun mondigheid is ook hun egoïsme toegenomen.

En dus stappen ze naar de Raad van State telkens als er in hun buurt een groot project wordt gepland dat voor overlast zou kunnen zorgen?

Van Rouveroij: Burgers stappen tegenwoordig inderdaad veel sneller naar een rechtbank om politieke beslissingen aan te vechten, en daardoor beginnen sommige rechters op den duur haast politieke beslissingen te nemen. Levensgevaarlijk is dat! Bovendien leiden al die klachten in de praktijk tot het stilvallen van een heel aantal lokale en regionale investeringsprojecten. Maar daar mogen we al die ijverige burgers en rechters de schuld niet van geven, want Vlaanderen heeft die situatie zelf gecreëerd door zoveel regeltjes in het leven te roepen. En dus zullen we er ook zelf iets aan moeten doen door de kam te halen door vijftien jaar Vlaamse regel-geving, en ervoor te zorgen dat decreten vanaf nu simpeler zijn en meer worden toegespitst op de hoofdlijnen van het beleid.

Zal dat iets veranderen aan de onverzettelijkheid van veel actiecomités?

Van Rouveroij: Ik ben ervan overtuigd dat veel problemen vermeden kunnen worden door de burgers van bij het prille begin bij een project te betrekken. Het is belangrijk dat ze mogen meedenken over mogelijke oplossingen op het mo-ment dat ook de politici nog niet precies weten waar ze willen eindigen. Want wat gebeurt er vandaag? Burgers mogen in een eindfase hun mening geven over één mogelijk plan. Natuurlijk hebben ze dan het gevoel dat ze alleen maar worden gehoord voor de franje, dat ze alleen hun goedkeuring mogen geven aan iets wat in wezen al is beslist.

Zelf heb ik eind jaren negentig ook die fout gemaakt, toen er in Gent heisa was over de plannen om een ondergrondse parkeergarage aan te leggen aan het Belfort. In plaats van hoorzittingen te organiseren om die parking aan de Gentenaars voor te stellen, had ik veel vroeger naar hun mening moeten vragen over de parkeerproblemen in de stad. Hetzelfde met de Lange Wapper: men had de burgers in een veel vroeger stadium moeten vragen hoe ze dachten over het Antwerpse mobiliteitsprobleem. Dan kon er tenminste écht over alle alternatieven worden onderhandeld.

Uiteindelijk zullen er toch altijd nog ontevreden burgers zijn die naar de Raad van State kunnen stappen?

Van Rouveroij: Eens de burgers zijn gehoord en echt de kans hebben gekregen om op alle alternatieven in te beuken, is het aan de verkozenen des volks om een beslissing te nemen. Aan de gemeenteraad of het parlement dus, en niet aan de regering of het college van burgemeester en schepenen. Als die beslissing is gevallen, zullen er natuurlijk altijd ontevreden mensen zijn die hun gelijk niet hebben gehaald in het inspraakproces. Maar zij mogen dan de kans niet meer krijgen om hun gram te halen via juridische weg. Dat moet onmogelijk worden gemaakt.

Terwijl de individuele burgers invloedrijker zijn geworden, is de macht van de gemeenteraden afgenomen. Wat betekent dat voor de verhoudingen binnen een stad?

Van Rouveroij: Om te beginnen wordt de kloof tussen het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad elke dag groter. Want in een grote stad zijn schepenen tegenwoordig voltijds met hun job bezig. Gevolg: ze zijn erg professioneel geworden en kunnen hun dossiers tot in de kleinste details instuderen. Gemeenteraadsleden, daarentegen, hebben meestal een voltijdse dagtaak en moeten dan ’s avonds nog naar commissievergaderingen, gemeenteraadszittingen of andere samenkomsten. Ontzettend belastend allemaal. Voor hen is het dan ook zo goed als onmogelijk om zich in alle dossiers in te werken, en daardoor lopen ze onvermijdelijk een gigantische kennisachterstand op. En wat is het resultaat? Van de weeromstuit krijgt de uitvoerende macht nog meer invloed en kan ze haar goesting constant doordrijven.

Stelt u dan voor dat steden alle gemeenteraadsleden in dienst nemen?

Van Rouveroij: Er moet in elk geval iets veranderen aan het vreselijk slechte statuut dat ze nu hebben. Dat betekent dat ze een vergoeding moeten krijgen die het hen mogelijk maakt om een groot deel van de tijd aan hun opdracht als gemeenteraadslid te spenderen. Wat mij betreft hoeft dat niet voltijds te zijn, want ik weet dat sommigen vrezen dat we op die manier een nieuwe groep beroepspolitici zouden creëren. Wel moeten we aan zo’n nieuw statuut ook een beperking van het aantal gemeenteraadsleden koppelen, want vandaag zijn er echt veel te veel.

Als we de democratische verhoudingen binnen lokale besturen écht willen rechttrekken, is het daarnaast ook van cruciaal belang dat mandatarissen verplicht worden om uit de gemeenteraad te stappen zodra ze burgemeester of schepen worden. Net zoals Vlaamse ministers niet in het Vlaams Parlement zitten en federale ministers niet in de Kamer.

Waarom is dat zo belangrijk?

Van Rouveroij: Omdat het gewoon niet klopt dat zij deel blijven uitmaken van de gemeenteraad! Wat gebeurt er vandaag? Tijdens een vergadering van de gemeenteraad zitten de burgemeester en de schepenen als een soort massief blok in de zaal. En natuurlijk stemmen zij allemaal voor hun eigen voorstellen. Het is ook problematisch dat zij elke fase van de besluitvorming van de gemeenteraad bijwonen. Dat is helemaal anders dan op Vlaams of federaal niveau: daar komt een minister naar de vergadering als hij of zij door het parlement wordt ondervraagd. En komt hij niet spontaan, dan wordt hij ‘gevorderd’. Dat is andere koek, hè. In het Vlaams Parlement hoor je dan ook veel meer parler vrai dan in de gemiddelde gemeenteraad, want parlementsleden gedragen zich veel onafhankelijker tegenover de regering dan gemeenteraadsleden ten opzichte van het college. Zeker leden van de meerderheid houden zich in als de schepenen de zitting bijwonen. Haal de burgemeester en schepenen uit de gemeenteraad, en de macht van de wetgevende macht zal weer toenemen. Daar ben ik van overtuigd. En dat is ook dringend nodig, want nogal wat gemeenteraden liggen tegenwoordig echt op de intensive care. Van een choc des idées is daar allang geen sprake meer. Meer nog: ze dreigen langzaam in slaap te sukkelen of ze kreunen onder de dictatuur van de meerderheid.

DOOR ANN PEUTEMAN

‘Burgers hebben het steeds moeilijker om in te zien dat hun verhaal deel uitmaakt van een groter geheel, want met hun mondigheid is ook hun egoïsme toegenomen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content