Zondag stemden 78.955 sinjoren ‘nee’. ‘Ik wist dat die Antwerpenaren moeilijke mensen waren’, zegt Karel Vinck. Een verhaal over Bongobonnen en de revanche van de geuzen.

Niemand die er zondag tijdens het mediacircus rond Oosterweel bij stilstond, maar 442 jaar geleden gebeurde er iets soortgelijks. Het ging toen niet echt over een brug en er was ook meer bloed te zien. Maar toch. 13 maart 1567, de Eerste Slag om Oosterweel: de opstand van de geuzen tegen het Spaanse bezettingsleger. Een merkwaardige verzameling mensen waren het, die geuzen: armoedzaaiers en rebellen, maar ook kooplui en intellectuelen. In Oosterweel hadden ze geen verhaal tegen het Spaanse bezettingsleger. Omdat ze niet het geld hadden voor fatsoenlijke wapens, maar vooral omdat ze niet goed georganiseerd waren. En omdat Willem van Oranje de kant van de Spanjaarden gekozen had. Hij wou niets te maken hebben met dat zootje. Achthonderd geuzen eindigden roemloos aan de galg.

442 jaar heeft de revanche van de geuzen op zich laten wachten. De leiders van hun leger heten vandaag Manu Claeys van stRaten-generaal en Wim van Hees van Ademloos. En Patrick Janssens speelde voor de gelegenheid Willem van Oranje. Alleen had die deze keer de kant van de geuzen gekozen. Een paar weken geleden noemde hij de BAM een ‘bezettingsmacht’. Om de geschiedenis in ere te houden, wellicht. En Van Hees vrijdag, op het Afscheidsbal van de Wrede Wapper in de Roma: ‘Zondag sturen we Vinck terug van waar hij gekomen is.’ Luid applaus. Antwerpen tegen de rest van de wereld: het doet het nog altijd, na 442 jaar.

Zondag, na de Tweede Slag om Oosterweel, dwarrelde een merkwaardige verzameling feestende mensen binnen in het Felixpakhuis: kunstenaars, socialisten, een eenzame liberaal, moslims én Filip Dewinter. Fotografen stalken het nieuwe geuzenleger, maar missen het beeld van de dag.

Helemaal achteraan staat een man alleen. Karel Vinck, voorzitter van de raad van bestuur van de BAM. Iemand spreekt hem aan: ‘U hebt Antwerpen bedrogen. U hebt hier niks meer te zoeken. Ga terug naar Brussel, man.’

The captain of industry doet alsof hij het niet hoort. Trekt zijn jas aan en drukt op de knop van de lift: ‘Ik wist dat de Antwerpenaren moeilijke mensen waren, maar… Ik heb geprobeerd om de communicatie van de BAM nog recht te trekken. Hadden we meer tijd gehad, ja dan. Veertig procent ja-stemmen: we hadden natuurlijk op veel meer gehoopt, maar het is ongeveer wat we verwacht hadden. Het heeft veel te maken met de schandalige aanvallen van de media en de actiegroepen op ons project.’ Vinck stapt de lift in, de deuren draaien dicht.

Even later draaien ze weer open: Wim van Hees, met een brede glimlach. ‘Had Vinck echt maar veertig procent verwacht? Maak dat een ander wijs. Waarom hebben ze de laatste weken dan miljoenen euro’s gepompt in reclame? Om veertig procent te halen? En wat die schandalige aanvallen betreft: op het laatste debat van ATV werden wij 44 keer onderbroken en beledigd door de mensen van de BAM. Dat we leugenaars zijn en indianenverhalen vertellen: 44 keer herhaald! Ze weten ook: het woord is ons kapitaal, voor de rest hebben we niets.’

Dat is niet helemaal waar. Het geuzenleger van 2009 had misschien geen geld, maar het was wel verdomd goed georganiseerd. Het had de les van 1567 goed onthouden. De laatste weken werden 80.000 affiches van Ademloos verspreid. Achter duizenden Antwerpse ramen waren ze te zien. ‘Stem nee voor het BAM-tracé.’

Terwijl zo goed als niemand zich voor zijn raam durfde te outen als ja-stemmer. Er waren nochtans Bongobonnen te winnen met de Ja-affiches. ‘Die raamaffiches zijn voor ons heel belangrijk geweest’, zegt Van Hees. ‘Achter elke raamaffiche zitten minstens twee mensen die ‘nee’ gaan stemmen. De buren zien dat ook hangen en spreken hen erop aan. Weer twee nee-stemmers erbij.’

Het zorgde voor vertrouwde toestanden in de Scheldestad. Niemand van de nee-stemmers kende iemand die ‘ja’ ging stemmen. En omgekeerd. We overdrijven natuurlijk, maar niet veel. Antwerpen was weer ’s een heerlijk verdeelde stad.

De Nee-affiches waren trouwens niet overal te zien. In de blokken van de Luchtbal, bijvoorbeeld: een door de Lange Wapper bedreigde wijk, waar amper nog Belgen wonen. ‘Daar stond ik van te kijken,’ zegt Van Hees, ‘dat er massa’s mensen in deze stad leven die geen enkele politieke partij nog bereikt. Ik heb hen tientallen keren gevraagd: wie hebben jullie daar? Geen antwoord.’

De laatste week trok Van Hees de straat op met Groen!-politica Fatima Bali. ‘Jullie journalisten vergeten dat veel mensen de media niet volgen’, zegt Bali. ‘Ik hoorde bij de vorige verkiezingen bij de kandidaten met het grootste aantal voorkeur- stemmen voor Groen! in Vlaanderen. Terwijl ik nu eens nooit geïnterviewd word. Of op televisie kom.’

Van Hees en Bali trokken door de onderbuik van Antwerpen: langs alle Marokkaanse vzw’s. En klopten zelfs aan bij imams. ‘Onvoorstelbaar’, zegt Bart De Wever. ‘Dat mensen op grond van hun geloof worden opgeroepen om te stemmen tegen de brug. Gaan we terug naar de tijd van Daens of wat?’

Van Hees: ‘En wat doet de BAM dan? Zij gaan spreken bij de havenbazen, de rechters, de Rotary. Het netwerk van Vinck. Waar wij allemaal niet welkom waren. We hebben ons geconcentreerd op de lagere sociale klassen. Hoe dichter bij de brug, hoe meer moslims er wonen.’

Zondag won de onderbuik van Antwerpen het van het netwerk van Vinck. Maar de brug is nog lang niet begraven. Pro memorie: de Eerste Slag om Oosterweel wordt door geleerde mensen beschouwd als het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Volgens dezelfde mensen gaat oorlog voeren in de 21e eeuw iets sneller vooruit. Maar in dit geval zouden we daar toch niet al te veel geld op verwedden.

PS. Het mediacircus Oosterweel in het Felixpakhuis sloot zondagavond rond elf uur. Alleen het gastenboek bleef wijd open liggen. Iemand had geschreven bij 18 oktober 2009: ‘Ik was de eerste om erop te wijzen dat het Sint-Annabos gerooid zou worden voor de Lange Wapper. Bob Cools, oud-burgemeester.’

Later op de avond komen we Cools tegen, op het overwinningsfeest van Ademloos en stRaten-generaal in zaal Horta, waar overigens politici van alle kleuren rondlopen. ‘U kent uw geschiedenis toch?’ vraagt Cools.

– De geuzen?

– Nee, let eens goed op welke politici hier allemaal rondlopen. Dat is een vergadering van de Meetingpartij! (een brede coalitie van liberalen en progressieven die tussen 1862 en 1872 Antwerpen bestuurde. De Meetingpartij kantte zich tegen de Belgische regering, nvdr.)

Net op dat moment loopt toevallig Ludo Van Campenhout voorbij. Cools: ‘We moeten het zeggen zoals het is. Ludo was de eerste man in het college die zich verzet heeft tegen de Lange Wapper. Hij werd er verdomme rood van.’

Cools knipoogt, neemt afscheid en zegt dat hij nog wel eens iets in een gastenboek zal schrijven. Iets zoals op 18 oktober 2009, stel u voor.

DOOR STIJN TORMANS/foto ellen goovaerts

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content