Naar aanleiding van de 125e verjaardag van de oprichting van de BWP publiceerde Knack (24/3) een essay van Frank Vandenbroucke (SP.A). Enkele dagen vóór die publicatie namen 750 mensen deel aan de eerste Dag van het Socialisme. ‘Zoals Vandenbroucke waren de aanwezigen ervan overtuigd dat oude recepten ontoereikend zijn om de uitdagingen van de toekomst aan te pakken’, zeggen de initiatiefnemers van die dag. ‘Anders dan Vandenbroucke geloven ze dat het vooral de oude neoliberale recepten en kapitalistische dogma’s zijn die de opbouw van een rechtvaardiger maatschappij in de weg staan.’ Een reactie.

Wat sterk opvalt bij Vandenbroucke is het ontbreken van elke verwijzing naar de grote economische spelers. Zijn tekst biedt de indruk dat onze maatschappij enkel en alleen bestaat uit losse individuen. Die kunnen arm, rijk of superrijk zijn en zullen gelijkelijk inspanningen moeten leveren om de financiële, economische, sociale en ecologische crisis op te lossen. We zijn het eens met Vandenbroucke dat het niet volstaat om enkel de superrijken te laten betalen. Ook de banken, bedrijven en multinationals, die Vandenbroucke zedig verzwijgt, moeten aangesproken worden. Het zijn die laatste, en niet de werknemers, werklozen, leefloners, gepensioneerden of middenklassers, die in de laatste decennia stelselmatig door het beleid en de politiek in de watten zijn gelegd. Patronale lastenverlagingen, overheidssteun bij investeringen, notionele-interestaftrek en dergelijke hebben de overheid in de laatste jaren handenvol geld gekost zonder dat daar veel sociale return tegenover stond. Vergelijk de voorkeursbehandeling voor bedrijven met de steeds stringentere voorwaarden waaraan werklozen en leefloners moeten voldoen om recht te hebben op een inkomen. De crisis wordt steeds betaald door onderaan de sociale ladder middelen te onttrekken, niet door ze bovenaan de ladder te gaan zoeken. Het is ironisch dat een sociaaldemocraat zich inzet om werklozen en gepensioneerden opnieuw op de arbeidsmarkt te dwingen, maar zich niet lijkt te bekommeren om de structurele oorzaken voor het ontbreken van voldoende menswaardige jobs.

De bovengenoemde fiscale maatregelen hebben ervoor gezorgd dat de sociale zekerheid steeds verder onder druk kwam te staan. Het zijn diegenen die het meest hebben geprofiteerd van de economische hausse van de laatste tien jaar, die nu worden ontzien. In de logica van Vandenbroucke, waarin dus alleen individuen lijken te bestaan, kunnen enkel die individuen opdraaien voor de crisis. Wij denken dat de lagere sociale klassen en de middenklasse de laatste decennia al voldoende inspanningen hebben gedragen. Immers, de verlaging van patronale lasten houdt een regelrechte aanslag in op het indirecte loon. Het is ironisch te noemen dat een sociaaldemocraat die mee geijverd heeft voor die lastenverlagingen en dus mee gezorgd heeft voor een ondermijning van de sociale zekerheid, nu komt met een voorstel om onze sociale zekerheid te redden door… opnieuw een inspanning te eisen van diegenen die al ettelijke keren offers hebben gebracht.

Correcties

Deze lacune in Vandenbrouckes sociaaldemocratische analyse van de politieke uitdagingen en de antwoorden hierop, hangt nauw samen met zijn visie op de taken van de socialistische beweging en de sociaaldemocratie in het bijzonder. Gebeurde het politieke handelen en spreken van alle stromingen binnen de socialistische familie, van revolutionair tot reformist, voorheen vanuit de overtuiging dat het rechtvaardigheidsprincipe een fundamenteel andere maatschappij vergt, dan lijkt de horizon van de sociaaldemocratie vandaag verengd tot het aanbrengen van bescheiden correcties aan het bestaande kapitalistische systeem, zonder aan de fundamenten ervan te raken.

Wij geloven dat socialisten van welke gezindte ook hun politiek handelen moeten blijven toetsen aan het uiteindelijke doel, en dat blijft een maatschappij die gebaseerd is op socialistische principes. Die maatschappij is niet bereikbaar zonder de bestaande verdeling van rijkdom en macht ter discussie te stellen. Hoe anders dan door het bestrijden van de onrechtmatige verhoudingen van macht en rijkdom zullen we bijvoorbeeld het cruciale probleem van de klimaatsveranderingen kunnen oplossen, als we weten dat de 500 miljoen rijkste mensen op deze planeet verantwoordelijk zijn voor 60 procent van de uitstoot van broeikasgassen, terwijl de 3 miljard armsten amper 6 procent ervan voor hun rekening nemen? Het aandraaien van wat schroefjes aan het bestaande systeem zal niet veel helpen, want het is dat systeem zelf dat aan de basis ligt van het probleem!

De regentenlogica van Vandenbroucke vinden we vooral terug in de enkele opmerkingen die hij maakt over de organisatie van de socialistische partij en beweging. Volgens hem moet de politiek niet langer gedragen worden door een brede massapartij of -beweging. Neen, politici moeten mediatieke leiders zijn die communiceren met een geïndividualiseerde achterban via de massamedia. We denken dat deze betuttelende manier van politiek bedrijven fundamenteel antidemocratisch is en ingaat tegen de ontvoogdingsgedachte die het socialistisch wereldbeeld kenmerkt. Bewegingen en partijen moeten een breed debat over fundamentele thema’s mogelijk maken en permanent in dialoog zijn met de maatschappelijke krachten. Communicatie via de massamedia daarentegen is in wezen een eenrichtingsverkeer: de politicus spreekt, de media verspreiden, en de burger wordt alleen verondersteld te luisteren en te absorberen. In dit model zijn burgers passieve consumenten van politieke producten. Van mondige burgers die mee vanuit hun er-varingen vormgeven aan een politiek project, is geen sprake meer.

Mediatisering

Die gecommercialiseerde media zijn bovendien geen neutrale spelers op het politieke terrein: ze hebben hun eigen economische (en bijgevolg ook politieke) agenda, die zelden samenvalt met de belangen van de maatschappij als geheel. Politiek verwordt zo tot een toeschouwerssport voor burgers-consumenten en tot speelterrein van technocraten en regenten. Deze laatsten worden dan door politieke partijen als wasproducten op de politieke markt geplaatst. De mediatisering ontneemt de politiek de ambitie en het perspectief van een langetermijnvisie, want de mediatieke leiders kijken niet verder dan de volgende verkiezingen, om niet te zeggen de volgende opiniepeiling. Het gaat nog slechts om het onmiddellijk retorisch effect, om goed overkomen en scoren.

Wie denkt vanuit de emancipatorische dimensie van het socialisme kan niet anders dan deze mediatisering zien als een verschraling van de democratie. De geschiedenis zelf leert ons trouwens dat we van zo’n model geen ontvoogdend socialis-tische of radicaaldemocratische effecten hoeven te verwachten. De grootste verwezenlijkingen van de arbeidersbeweging (algemeen stemrecht, achturige werkdag, de sociale welvaartsstaat) zijn niet afgedwongen door verlichte bestuurders of regenten met een sociale reflex, maar door de mobilisatie van grote lagen van de bevolking – door sociale strijd dus. Daarom zijn wij ervan overtuigd dat de toekomst van het socialisme ligt in de herpolitisering van grote delen van de bevolking. Socialisme streeft naar een complete democratie. Ook sociaaldemocraten zouden zich moeten realiseren dat hun democratische rechtvaardigheidseisen alleen bereikt kunnen worden door socialisering, niet door privatisering en individualisering.

Terwijl in het verleden deze mobilisatie en strijd op het nationale niveau diende te worden gevoerd, is het nu meer dan noodzakelijk dit ook op andere schalen te doen. We denken hierbij aan het Europese maar ook aan het globale niveau. De internationale dimensie ontbreekt trouwens volkomen in de visie van Vandenbroucke. Alsof elk wezenlijk socialisme niet automatisch internationaal en kosmopolitisch hoort te zijn!

Laten we het nogmaals duidelijk stellen: ook wij van de Ronde Tafel van Socialisten staan kritisch tegenover oude recepten, maar we blijven geloven in de idealen en waarden die de historische kracht van het socialisme uitmaakten. De enorme uit-dagingen van de 21e eeuw vergen een am-bitie en perspectief die we missen in Vandenbrouckes trein der traagheid, die immers veroordeelt tot inert rommelen in de marge. Wat we nodig hebben, is een ambitieus toekomstproject met stevige wortels in de ontvoogdende mens- en maatschappijvisie waar socialisten trots op mogen zijn!

IN NAAM VAN DE RONDE TAFEL VAN SOCIALISTEN, DE INITIATIEFNEMERS VAN DE ‘DAG VAN HET SOCIALISME’: KARIM ZAHIDI, ANKE HINTJENS, LUK VANDENHOECK, PETER MERTENS, DANNY CARLEER, IVAN VAN PRAET, LUC VAN DE WEYER, DOMINIQUE WILLAERT, JOHAN VAN HOORDE, JAN BLOMMAERT, BART VANDERSTEENE, LEBUïN D’HAESE, FILIP DE BODT, KOEN BOGAERT EN LUC VAN BUYNDER.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content