De stille crisis van Portugal

PARLEMENTSLID INES DOMINGOS: 'We zijn Europa erg genegen, maar met dit economisch beleid komen we er niet.' © GettyImages

Ondanks het optimisme van de regering-Costa is de Portugese economie er nog lang niet bovenop. En dat is slecht nieuws voor de rest van Europa.

‘De crisis in Portugal is voorbij.’ Eerste minister Antonio Costa is er zeker van. ‘De overheid van dit land is blijven investeren. Daardoor hebben we een economische catastrofe afgewend en staan bedrijven klaar om groei te genereren.’

Een wandeling door de straten van Lissabon lijkt zijn verhaal te bevestigen. Overal worden nieuwe tramlijnen aangelegd, gebouwen opgeknapt en bedrijven voor startende ondernemers opgericht.

Een van die jonge ondernemers is Rodrigo Gomes. ‘Het wordt beter. Aanvankelijk leek de keuze voor jongeren beperkt tot werkloosheid in Portugal of een job in het buitenland. Maar er is een derde optie: ondernemen. De geschiedenis heeft ons lui gemaakt. Eerst haalden we geld uit de kolonies, daarna kregen we het van Europa. We hebben nooit een sterke industrie hoeven te ontwikkelen. Nu zullen we zelf werken voor ons geld en alles is aanwezig om het te maken.’

Het enthousiasme is aanstekelijk en de overheid wakkert het verder aan met slogans in de straten. ‘Dit is niet Silicon Valley, dit is Portugal en hier zal het gebeuren.’ Zelfs de strenge Duitse minister van Financiën, Wolfgang Schäuble, prees dat Portugal op de goede weg is. Helaas blijft het Portugese succes erg fragiel. Sinds 2009 hebben 2200 nieuwe bedrijven in de informatica liefst 13.000 nieuwe banen gecreëerd. Diezelfde periode verdwenen elders echter 600.000 banen. De maakindustrie is ondanks forse loonmatiging niet gegroeid.

Het belangrijkste euvel blijft dat het herstel afhankelijk is van overheidsuitgaven. Aan de ene kant heeft de overheid geprobeerd om wat te bezuinigen op bijvoorbeeld pensioenen en in te zetten op innovatie, maar aan de andere kant heeft ze zich nog méér in de schulden gewerkt en blijven Portugese banken zitten met miljarden aan rommelkredieten. Rodrigo beaamt: ‘Een nieuwe crisis zou gevaarlijk zijn en de beperkte hoop vernietigen.’

Muntunie is slecht

Ondanks het optimisme van de regering is de Portugese crisis dus helemaal niet voorbij en dat is slecht nieuws voor de rest van Europa. Het uitblijven van krachtige groei toont de beperkingen van het huidige Europese economische beleid: de combinatie van soberheid en geldverruiming zet alvast in Portugal bedrijven onvoldoende aan om te investeren en mensen aan te werven.

Sergio Sousa Pinto, een zwaargewicht van de regerende sociaaldemocratische partij, is scherp: ‘Deze muntunie is slecht voor ons. De euro zorgt ervoor dat we goedkoper kunnen lenen, maar hij maakt onze uitvoer te duur. Wat we ook proberen: rijke landen worden rijker, arme landen worden armer. Alles wordt gedicteerd door de Duitse nationale belangen. Wat moeten we doen? Europa vraagt dat de overheid nog minder uitgeeft. Denkt u echt dat we hier dan een nieuwe industriële revolutie zullen zien? Met deze politiek winnen we alleen maar tijd. De toekomst van de euro en Europa staan op het spel.’

‘Portugal legt de systeemfout van de Europese economie bloot’, stelt ook Ines Domingos, een parlementslid van de conservatieve PSD, de grootste oppositiepartij. ‘Natuurlijk was Portugal niet klaar voor de muntunie. Binnen de unie zouden landen als Duitsland het geld dat ze met hun uitvoer verdienen eigenlijk moeten investeren in landen als het onze. Maar net omdat de Duitsers zo veel uitvoeren, is het moeilijk om hier een maakindustrie uit te bouwen en blijven we vooral investeringen aantrekken in toerisme en vastgoed. Portugal blijft erg fragiel en daardoor ook de eurozone. Gezinnen kunnen onvoldoende sparen, de overheidsschulden zijn gigantisch en daarnaast hebben we een verdoken schuldenberg opgebouwd in allerlei publiek-private partnerschappen. We zijn Europa erg genegen, maar met dit economisch beleid komen we er niet.’

Er staat meer op het spel dan economische belangen en de toekomst van de muntunie. Portugal is ook van groot geopolitiek belang voor de rest van Europa. Het vormt de poort tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. Bijna de helft van de Europese maritieme handel passeert via Portugese wateren. Portugal is een van de belangrijkste knooppunten van de onderzeese kabels die de telecommunicatie tussen de continenten mogelijk maken. De Azoren, een archipel in het midden van de Atlantische Oceaan, zijn ook een onmisbare militaire hub voor operaties in Afrika, voor transportvliegtuigen en voor inlichtingenvergaring.

De grijze periode

Portugal blijft vooral ook belangrijk als bolwerk tegen politiek radicalisme en dictatuur. Op een van de keurig heraangelegde pleinen troepten enkele dozijnen potige kerels met spandoeken samen, leden van de Nationale Renovatiepartij (PNR), een partij tegen Europa en tegen migratie. De PNR blijft voorlopig erg klein en de meeste Portugezen zijn als de dood voor extreemrechts. Toch broeit er wat, zo getuigde ook Maria de Jesus Andrade, een gepensioneerde lerares die in een rustige volksbuurt een eind buiten het centrum van Lissabon woont. ‘Er zijn opnieuw reactionaire krachten aan het groeien. Ik voel dat. Sinds enkele jaren praten taxichauffeurs weer openlijk over de terugkeer naar de dictatuur en op mijn Facebook zie ik heel veel woedende witte mannen.’

Maria huivert bij de gedachte aan de terugkeer naar wat zij de grijze periode noemt, de tijd onder het bewind van dictator Antonio Salazar en de onrust die op zijn dood in 1970 volgde. ‘Salazar kwam aan de macht met de belofte de orde te herstellen en dat sloeg vooral aan bij de mensen die het moeilijk hadden. Hij wilde het land afsluiten, opnieuw tot een dorp maken. Het was alsof ze elkaar aanmoedigden, Francisco Franco in Spanje en Salazar in Portugal. Hij beloofde verandering, maar een zwarte nacht daalde op ons neer. De meesten aanvaardden het gelaten, miljoenen anderen migreerden. De armoede was ondraaglijk. Mensen hadden geen verwachtingen meer.’

De dictator stierf in 1970 en in 1974 volgde de Anjerrevolutie. ‘Soldaten die het vechten in de kolonies moe waren, brachten ons democratie. Het grijze land klaarde op. Er was Europa. In plaats van één staatstelevisie die ons dom hield, waren er plotseling vier en er waren echte debatten. Het was een sensatie. Nee, naar de tijd van Salazar wil ik echt niet terug.’

Wat ze van de huidige toestand in Portugal vindt? ‘Kijk: een derde van mijn pensioen werd afgepakt om de banken te redden. De dingen zijn een beetje verbeterd, maar veel jongeren verlaten het land. Een collega van mij heeft nu opnieuw haar zoon en dochter op haar appartement met vier kleinkinderen. De kerk helpt hier en daar. Er is flink wat fatalisme. Ik zelf hoop dat ik vanuit de kosmos zal zien dat de wereld een betere plaats wordt, maar veel slechte ideeën die ik eerst onmogelijk achtte, maken opnieuw opmars. Verschillen worden niet langer getolereerd en er is heel veel onzichtbare haat.’

Bij het verlaten van haar kleine flat die afgeladen is met foto’s en portretten, houdt Maria me een laatste keer staande: ‘Zeg vooral in Brussel dat ze wat geduldig met ons zijn. We proberen aan de weg te timmeren, maar het is niet gemakkelijk.’

DOOR JONATHAN HOLSLAG

‘Wat we ook proberen: rijke landen worden rijker, arme landen worden armer.’

‘De euro zorgt ervoor dat we goedkoper kunnen lenen, maar hij maakt onze uitvoer te duur.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content