Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

Hulde met boek en expo aan de visionaire negentiende-eeuwse karikaturist Grandville.

Hij bewaarde een wel erg vrolijke, stekelige en inventieve geest. Zeker voor een man die drie kinderen en zijn eerste vrouw (een nicht) vroeg zag sterven. Die in de eerste bloei van zijn carrière werd gestuit door een algemeen verbod op politieke karikaturen. Zoals zijn vakbroeders van de bladen La Caricature en Le Charivari richtte JJ Grandville zich vanaf 1835 in Parijs noodgedwongen op iets wijdere thema’s, zij het nog altijd met een amper verholen afkeer van bourgeois en aristocraten.

Niet dat hij het nog zou hebben gewaagd om, zoals zijn directeur Charles Philipon had voorgedaan, het hoofd van burgerkoning Louis Philippe I af te beelden als een peer (‘ poire’ betekent ook schlemiel’). Het volstond om de focus van zijn spottende blik, zijn fijn geslepen tekenpennetje, iets te verleggen. Hij liet namen achterwege, gebruikte vermommingen en metamorfosen, werkte gelijkenissen uit met planten en dieren ( têtes d’hommes et d’animaux comparées – een sneer naar pseudowetenschap).

Zonder zijn prentenbundel Un autre monde (1844) was hij evenwel nooit beroemd geworden. Een collega voorzag Grandvilles fantasierijke beelden – door stoom aangedreven muziekinstrumenten, elkaar bloedig bekampende speelkaarten – van een bindtekst. Er ontstaat een komisch-dromerige rit door een vreemd vertrouwde planeet onder leiding van drie pipo’s. Ze be-lichamen de leugenachtige beloftes van een nieuw mercantiel en publicitair tijdperk, zo schrijft Jan Ceuleers op basis van de al door filosoof Walter Benjamin gemaakte notities. Dit staat in een nieuw, van negentiende-eeuws vakmanschap doordesemd boek. De litho’s uit Un autre monde zijn er in facsimile opgenomen en van naaldje tot draadje uitgelegd door Ségolène Le Men.

Uitgever Pandora bezorgde ook een tweelingboek, Images d’autres mondes, tevens catalogus van een tentoonstelling in het Félicien Ropsmuseum in Namen (tot 11 september). Hier worden tekeningen en litho’s van Grandville – de meeste uit de collectie van Ronny en Jessy Van de Velde – omringd door ander werk. Vooreerst, heel zinvol, door fragmenten uit de pionierstijd van de Franse cinema. Die putte zeker voordeel uit Grandvilles ideeën en uit de sequentiële vorm waarmee hij beweging bracht in zijn metamorfosen.

Voorts, vooral 20e en 21e-eeuwse kunstenaars, adepten van de karikaturist. Het dichtst bij diens speelse opstandigheid kwam Marcel Broodthaers bij een lezing in het revolutiejaar 1968 in het Brusselse PSK. Als illustratiemateriaal gebruikte hij onder meer prenten van Grandville naast foto’s van door studenten opgebroken straten in Parijs. De diareeks bleef bewaard en wordt vertoond, de lezing (zo’n 40 minuten) blijkt zoek. Een waardige vervanger is het spektakel van een geweldige explosie die ook een esthetisch vuurwerk is, The Dynamite Show (2004) van Koen Theys.

Jan Braet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content