Onbekend en onbemind. Procureurs en substituten delen volop in de malaise van justitie. Onvoldoende slagkracht, overdreven formalisme, geen verantwoordelijkheidszin: de verwijten vliegen laag. Maar kloppen ze ook? Knack liep enkele dagen mee op de afdeling algemene criminaliteit van het Gentse parket. ‘Eigenlijk zijn we veel te goed voor deze wereld.’

Maandagochtend. Briefing bij het Gentse parket. Wat is er tijdens het voorbije weekend zoal gebeurd dat de tussenkomst van het Openbaar Ministerie vergde? Substituut X, met dienst van vrijdagavond tot zaterdagavond, steekt van wal met een chronologisch verslag. De eerste oproep van de politie betrof een geval van kindermishandeling. Twee meisjes afgeranseld met een rubberen lat. Zo doen ze dat bij ons, zou de Albanese vader ter verschoning van zijn pedago-gische aanpak hebben aangevoerd. Het mocht niet baten, hij werd gearresteerd en ’s anderendaags voor de onderzoeksrechter geleid die zijn aanhouding evenwel niet bevestigde. Wat hebben we dan nog? Een gsm-diefstal waarvan de dader mocht beschikken maar later wordt gedagvaard. En natuurlijk zijn er de ‘intrekkingen rijbewijs’ die alleen door het parket kunnen worden bevolen. Gemiddeld twintig tot dertig per weekend in Gent, grootscheepse Wodkacontroles buiten beschouwing gelaten.

Het overzicht klinkt als een parade van kleine en grote misdrijven afgewisseld met calamiteiten. Twee op heterdaad betrapte drugsdealers, een autodiefstal, een brand waarvan de accidentele oorzaak zo duidelijk was dat er geen deskundige werd opgetrommeld. Als uitsmijter kreeg substituut X een zelfmoord door verhanging geserveerd, altijd lastig om aan de telefoon te beoordelen. Procureur Johan Sabbe vraagt het voor alle zekerheid. Niks verdachts aan het lijk te merken? Nee, zegt ze, de wetsdokter was formeel, ze mocht het lijk vrijgeven.

Albert en Paola

Nieuwe dossiers worden per specialiteit verdeeld. Algemene criminaliteit, verkeer, drugs, jeugd & gezin, ecofin, bijzondere wetgeving waaronder materies zoals milieu en ruimtelijke ordening vallen: alle secties van het parket zitten mee aan tafel. Acht vrouwen en vier mannen, een correcte weerspiegeling van de genderbalans bij justitie. Portretten van Albert en Paola domineren de vergaderzaal. Als de konterfeitsels ergens op hun plaats hangen, dan is het wel bij het Openbaar Ministerie. Procureur-generaal, procureur, eerste substituut, substituut, parketmagistraten hoog en laag voeren het suffix des Konings in hun titel. Ondanks de luisterrijke benaming zijn ze bij de burger weinig bekend. Verklaart dat waarom het parket ook weinig bemind is? Tijdens het aanslepende debat over het falende justitiebeleid ligt het parket hevig onder vuur. Het Openbaar Ministerie zou schromelijk tekortschieten in zijn kerntaak, het opsporen en vervolgen van criminelen. Precies dat imagoprobleem verklaart onze aanwezigheid op deze briefing.

De Gentse procureur Johan Sabbe pareerde onlangs de kritiek met een opmerkelijke suggestie. ‘De mensen zouden eens een weekje met een parketmagistraat moeten meelopen, dan zouden ze versteld staan hoe intensief er wordt gewerkt.’ Die uitgestoken hand hebben we niet geweigerd.

Hard gewerkt heeft ook substituut Y, met dienst van zaterdagavond tot zondagavond. Een poging tot brandstichting in een jeugdhuis, twee illegale krakers die aan de Dienst Vreemdelingenzaken werden overgedragen, een diefstal met geweld, een ruzie tussen vader en zoon waar een bijl aan te pas kwam. Het is klein bier vergeleken met de brutale homejacking die in de maandagkranten breed wordt uitgemeten. Bij zo’n zware zaak grijpt de parketmagistraat naar zijn draaiboek. De dienst slachtofferbegeleiding inschakelen, het lab optrommelen, de federale Gerechtelijke Politie vorderen die het onderzoek in handen neemt. Pas als die klaar is, begeven parket en onderzoeksrechter zich naar de plaats van delict. Een ‘afstapping’ heet dat in krom Nederlands. De derde substituut met dienst ten slotte mag op een eerder rustige zondagnacht terugblikken. In haar verslag staat onder meer een hooligan die een voorbijganger in elkaar timmerde uit frustratie over de thuisnederlaag van AA Gent. Hij mag zijn uitleg straks voor de onderzoeksrechter herhalen. Hetzelfde geldt voor drie Fransen die in de prostitutiebuurt werden opgepakt. Naar de hoeren gaan met nagemaakte briefjes van vijftig euro, dat ruikt naar valsemunterij.

Huiszoekingsbevel

Na de briefing schuiven we een stoel bij in het bureau van substituut Herlinde Vansteenkiste (37). Ze is vandaag met dienst bij de afdeling algemene criminaliteit, de grootste van het 36 magistraten tellende parket. De telefoon gaat over, een politie-inspecteur vraagt uitleg over een onderzoeksopdracht. Tussen het bellen door moet ze de dossiers van het voorbije weekend opvolgen. Er zit druk op de ketel, want arrestanten moeten binnen 24 uur voor de onderzoeksrechter worden geleid. ‘Nu gaat het nog’, relativeert ze. ‘In de week is de wachtdienst per afdeling opgesplitst. Maar ’s nachts en in het weekend sta je er alleen voor en kan het hectisch worden. Dan leg je de meldingen in chronologische orde, zodat je in één oogopslag kunt zien hoeveel tijd je hebt om eventueel voor te leiden. Je moet ook snel selecteren: die laat ik arresteren, die mag beschikken. Beschikken betekent niet dat we er geen gevolg aan geven, ze worden achteraf gedagvaard.’

Er is bezoek: een speurder komt verslag uitbrengen over zijn onderzoek naar een gewapende overval op een winkel in Z. Met de persoonsbeschrijvingen is hij niet veel opgeschoten. De daders droegen bivakmutsen en zouden volgens een van de getuigen het plaatselijke dialect hebben gesproken, wat diezelfde getuige overigens niet belette hen trefzeker als vreemdelingen te typeren, want ze hadden bruine ogen. Meer houvast biedt een nummerplaat die onrechtstreeks naar een stel bekenden van justitie leidt. Bekend zijn bij justitie is zo te horen een rekbaar begrip. De betrokkenen zijn niet veroordeeld maar maken het onderwerp uit van ‘zachte informatie’, codetaal voor tips uit het milieu die politie en parketten onder de wet op het informantenbeheer mogen verzamelen. De speurder windt er geen doekjes om: hij komt een huiszoekingsbevel halen. Zonder deze machtiging van de onderzoeksrechter kan hij weinig meer dan beleefd aankloppen bij de verdachten in de hoop dat ze hem binnenlaten. Die kans is omgekeerd evenredig aan de waarschijnlijkheid dat hij bij een volgend bezoek, al dan niet met huiszoekingsbevel, nog enig bewijsmateriaal zal aantreffen. Substituut Vansteenkiste heeft oren naar zijn argumenten, ze zal de onderzoeksrechter om een mandaat vragen. ‘Daarmee verhuist meteen de hele zaak naar de onderzoeksrechter’, legt ze uit nadat de speurder is verdwenen. ‘Zo gaat het ook wanneer we een arrestant voorleiden. Zodra de onderzoeksrechter wordt ingeschakeld, neemt hij de leiding over en spreken we niet meer van een opsporingsonderzoek, maar van een gerechtelijk onderzoek. Wanneer de onderzoeksrechter klaar is, krijgen we het dossier terug en stellen we op basis van zijn bevindingen onze eindvordering op. Wie moet er voor de rechtbank verschijnen en welke straffen vorderen we? Als we daarmee klaar zijn, kan de zaak naar de zitting.’

De keten van justitie, er is veel om te doen. Als het een autoassemblagefabriek was, zouden er exemplaren zonder stuur of wielen van de band rollen. Het zwakste onderdeel is volgens alle waarnemers de strafuitvoering, de schakel die na de zitting volgt. ‘Het is frustrerend’, beaamt substituut Vansteenkiste. ‘Straffen onder de drie jaar worden nog nauwelijks uitgevoerd. Daders komen weg met elektronisch toezicht (ET), een werkstraf of zelfs opschorting van straf. Als ze niet in voorhechtenis hebben gezeten, komt er dus helemaal geen vrijheidsberoving aan te pas. Straffen tot zes maanden worden helemaal niet meer uitgevoerd, daar geven ze zelfs geen ET voor. We hebben hier een paar vaste klanten, echte draaideurcriminelen die de ene diefstal na de andere plegen en na hun veroordeling onmiddellijk weer op straat staan. Dan vraagt een mens zich af: waarom nog moeite doen om een dossier voor de rechtbank te brengen? Zes maanden, dat krijg je niet voor kattenkwaad, we spreken van misdrijven zoals inbraken of bedreigingen met een mes. Als daar geen sanctie op volgt, geef je jonge daders het signaal dat ze straffeloos zijn. Die indruk is overigens bedrieglijk, want op de duur stapelen de straffen zich op tot boven de drie jaar. Op dat moment gaat de strafuitvoeringsrechtbank er zich mee bemoeien, en kan een veelpleger alsnog achter de tralies belanden. Maar tegen dan is het kalf al verdronken en hebben de eerdere straffen hun corrigerend effect volledig gemist.’

Dutroux bis

Aan de muur hangen kindertekeningen, vroeg werk van haar dochter. Nee, het is niet altijd makkelijk om de knop om te draaien als ze de deur achter zich dichttrekt. Zeker niet in deze periode, terwijl ze zich schrap zet voor haar allereerste assisenproces. In sommige rechtsgebieden worden assisenzaken uitsluitend door het parket-generaal gedaan. Niet zo in Gent, waar die besogne enkele jaren geleden naar het onderliggende niveau werd gedelegeerd. ‘Ik zit al drie jaar in de assisenpool’, zegt Vansteenkiste. ‘Vrijwillig, want niemand is verplicht zo’n emotioneel proces te doen. Maar nu het bijna zover is, kijk ik er toch wat tegenop, vooral tegen de massale persbelangstelling. Ik heb al één keer in het oog van een mediastorm gezeten. Het begon toen twee weggelopen tienermeisjes bij een meerderjarige man werden aangetroffen. In de pers verschenen sensationele artikels. De meisjes waren verdoofd en verkracht, de dader was een tweede Dutroux. Nu had ik tegen die man al een onderzoek lopen, precies omdat hij ook vroeger al minder-jarige meisjes mee naar huis had genomen. Ik had die meisjes aan een videoverhoor onderworpen, blijkbaar waren er geen ernstige feiten gepleegd. In afwachting van het psychiatrisch verslag had ik hem een contactverbod met minderjarigen opgelegd. Dan schrik je als die man ineens in de media als Dutroux bis wordt opgevoerd. Heb ik wel correct gehandeld, flitste het door mijn hoofd. Had ik het leed van die twee meisjes niet kunnen voorkomen door hem toch te laten opsluiten? Lang heeft dat gelukkig niet geduurd. Het bleek dat die meisjes vrijwillig waren meegegaan, dat ze niet waren verkracht, en dat ze de staat van verdoving aan zichzelf te danken hadden. De zaak is met een sisser afgelopen, maar daarover heb ik in de pers geen vette koppen gelezen.’

We worden onder de vleugels genomen door Chris De Cuyper, chef administratie met meer dan 35 jaar parketervaring. Er valt op zijn dienst niet naast te kijken: het papierloze kantoor zal niet in de schoot van het parket ontstaan. Overal hopen met elastiekjes verstevigde kaften zich op, sommige torens reiken wel een halve meter hoog. Het nobele beroep van bode is hier nog niet uitgestorven, de kar met de dossiers is in dit hypermoderne gebouw een licht anachronistische maar zeer vertrouwde verschijning. Zeggen dat het met de IT nergens staat, dat zou overdreven zijn. Als Chris De Cuyper aan de registers en fichebakken uit zijn pioniersjaren terugdenkt, wordt hij zelfs enthousiast over het huidige REATPI-systeem. Volledig compatibel met de griffie van eerste aanleg, alstublieft. Jammer alleen dat het niet spoort met het Mammoetsysteem van de politie, en betreurenswaardig ook dat het niet verenigbaar is met het systeem van het eigen jeugdparket. ‘Dat laatste is wel lastig’, geeft hij toe. ‘Niet alleen zijn de systemen niet compatibel, tot overmaat van ramp hanteren ze dezelfde nummering. Dan krijg je brieven van advocaten en ga je met het nummer in je achterhoofd op zoek, tot je uren later moet vaststellen dat het om een zaak van het jeugdparket gaat.’

Dinsdagochtend. Terwijl de burgers van de goede stede Gent en omstreken de slaap der onschuldigen sliepen, werden bij het parket volgende onrustwekkende feiten gemeld. Verkeersagressie op een parking langs de E17, brand op een horecaboot, een tussenkomst bij een keet schoppende alcoholverslaafde met een minderjarige, zorgbehoevende dochter. Dan was er nog die ene Aziatische jongen die uit een politiecombi sprong en de benen nam. Een op heterdaad betrapte, werd eerst gedacht. ‘Bij nader inzien bleek het om een weggelopen adoptiekind te gaan’, besluit substituut Davey Van Den Bossche terwijl hij zijn papieren opbergt. ‘We hebben hem nagetrokken bij de instelling waar hij verbleef. Het zou een geval van liefdesverdriet zijn.’

Pulp Fiction

Uitslapen na een doorwaakte nachtdienst? Vergeet het maar, substituut Van Den Bossche (31) heeft de handen vol. Er zijn de dringende voorleidingen, en hij moet als openbaar aanklager een zitting van de correctionele rechtbank voorbereiden. ‘Morgen staat er een zware verkrachtingszaak op de rol’, zegt hij. ‘Daarnaast zijn er nog enkele modale dossiers plus de gebruikelijke bagatellen. Twee Turkse buurmeisjes die hun ruzie voor de rechtbank uitvechten. De ene beschuldigt de andere ervan dat ze haar naam en foto op een datingsite heeft geplaatst. Dat soort prutsen krijgen we wel vaker op ons bord. Buren die elkaar beschuldigen van belaging, bedreiging of geweldpleging, terwijl ze in feite ruzie hebben over een haag die te hoog is opgeschoten. Kunnen jullie dat niet als volwassenen uitpraten, denk je dan bij jezelf. Er bestaan vrijwillige verzoeningsprocedures, onder meer bij de vrederechter. Maar nee, ze dienen een klacht in bij de onderzoeksrechter waardoor er sowieso een gerechtelijk onderzoek wordt opgestart. Dat is schieten met een kanon op een mug, maar de wet laat geen andere optie toe.’

De meeste parketmagistraten hebben een verleden in de advocatuur. Niet zo Davey Van Den Bossche, die na zijn studie rechten voluit voor de staande magistratuur heeft gekozen. Twee jaar na zijn benoeming is de passie voor het ambt nog onverminderd. Hoewel hij geen lid is van de assisenpool, staat hij bij iedere moord klaar om zich bij het team dat ter plaatse gaat te voegen. ‘Uit persoonlijke interesse’, zegt de jonge substituut die een idealistische kijk op zijn functie huldigt. Zeker, het beschermen van de maatschappij blijft de hoofdopdracht. Maar Van Den Bossche gelooft ook in de maakbaarheid van de criminele medemens, zoals blijkt uit zijn optreden tegen een bende van zes allochtone overvallers. ‘Ze waren tussen 18 en 20 jaar oud,’ vertelt hij, ‘allemaal met een blanco strafblad. Ik denk dat ze stoer wilden doen, zoals in misdaadfilms. Bij hun eerste overval op een snookerzaal trokken ze meteen alle registers open. Bivakmutsen, wapens, auto’s die met gierende banden wegreden, het was net Pulp Fiction, en dat alles voor een buit van 250 euro. Bij hun tweede overval maakten ze het nog bonter. De uitbater werd op de grond gegooid en kreeg een geweerloop tegen zijn slaap. Korte tijd later werden ze opgepakt. Ze zagen er wel als professionele gangsters uit, maar ze lieten sporen na als een stelletje amateurs. Ik kon voor die feiten drie jaar vorderen, maar in plaats daarvan heb ik een werkstraf gevraagd. De schade aan de maatschappij vergoeden, dat leek me nuttiger dan detentie. Ik heb daar intern zwaar over gediscussieerd. Niet iedereen in dit huis was het met me eens, om nog te zwijgen van de burgerlijke partij. Maar ik sta nog altijd achter die keuze. Als ik het presteer om een van die zes naar het reguliere arbeidscircuit te begeleiden, dan is mijn missie geslaagd.’

Mild maar niet naïef, zo wil substituut Van Den Bossche te boek staan. ‘Als het moet, ga ik voor de harde aanpak. Een van de daders in de verkrachtingszaak van morgen heeft een verleden van geweldpleging en zedenfeiten. Ik ga vijf jaar vorderen, een fikse straf. Tien jaar zou ook kunnen, maar dat botst dan weer met mijn overtuiging. Hoe klein ook de kans, je mag nooit uitsluiten dat zo’n man tot inkeer komt.’

Vluchtende voyeur

De kalasjnikovraid in Laken blijft nazinderen. Ook op deze dinsdag puilen de kranten uit van analyses en commentaren over de malaise bij justitie. De kritiek laat subsituut Van Den Bossche niet koud. ‘Het is weer eens de schuld van het parket en de magistratuur’, fulmineert hij. ‘Onzin, iedereen weet dat het probleem bij de strafuitvoering ligt. Justitie is een fabriek. De productieband draait goed, maar de resultatenteller is kapot. Politici zouden beter de hand in eigen boezem steken. Waarom zijn de Nederlandse gevangenissen niet overbevolkt? Omdat ze daar tien jaar geleden hebben geanticipeerd op de stijging van de criminaliteit. In België staat iedereen te roepen dat er nieuwe gevangenissen moeten komen, maar als het erop aankomt, wil geen enkele politicus ze in zijn achtertuin.’

En of de productieband draait. Vorig jaar heeft het Gentse parket er 50.000 correctionele dossiers doorgejaagd, naast 130.000 politiezaken, hoofdzakelijk verkeersovertredingen die in beginsel louter administratief worden afgehandeld. De melkkoe van de schatkist, wordt het politieparket spottend genoemd. An Schoonjans (37) kent heel precies haar aandeel in de productie. ‘Vorig jaar heb ik 3600 dossiers gedaan’, zegt de substituut met dinsdagdienst. ‘Alleen al vorige week heb ik 110 kwallekes op mijn bureau gekregen, nieuwe dossiers die nog moeten gekwalificeerd worden. Daar heb ik mijn vrije weekend aan opgeofferd. Noodgedwongen, in de week kwam ik tijd te kort met de hangende dossiers en een zware zitting. Bovendien was er een spectaculaire aanrijding met een dodelijk slachtoffer. Niet mijn dossier, maar ik ben een van de twee perswoordvoerders van het parket, alle journalisten kennen ons nummer. Ik heb al voor de camera gestaan in de tennisclub van mijn kinderen. Ik doe er dat allemaal gratis bij, net zoals de assisenwacht. Eigenlijk zijn we veel te goed voor deze wereld.’

Justitieassistent Koen Hollants komt aanlopen om een bemiddelingssessie voor te bereiden. ‘Sommige zaken houden we buiten de rechtbank’, legt Schoonjans uit. ‘Voorwaarde is dat de dader bekent en zich bereid verklaart om het slachtoffer te vergoeden. In dat geval nodig ik hem uit in mijn kantoor, samen met de justitieassistent. We kunnen hem een aantal uren dienstverlening voorstellen, of een therapie. Interessant voor de dader die zijn blanco strafregister behoudt, maar ook voor het slachtoffer dat zijn schade vergoed ziet. Tenslotte is het ook interessant voor de maatschappij omdat de kans op recidive vermindert. Trouwens, wat voor zin heeft het kleine diefstallen of lichte geweldplegingen voor de rechter te brengen? Ze krijgen misschien vier maanden waarvan ze geen dag uitzitten, plus een boete van 550 euro waarvan het zeer de vraag is of ze ooit wordt geïnd. Een kei kun je niet stropen.’

Telefoon. We krijgen een live update over de voyeur die op de roltrap van het Sint-Pietersstation zijn gsm met camera onder de rokken van een meisje heeft gestoken. ‘We hebben hem nog niet’, zegt Schoonjans. ‘Maar lang kan het niet duren. Het slachtoffer heeft de gsm kunnen ontfutselen, bovendien hebben we camerabeelden van de vluchtende dader met onbedekt gelaat.’

Het is niet alleen voor de suspense dat Schoonjans na acht jaar het kantoor van de bekende strafpleiter Piet Van Eeckhaut voor het parket heeft ingeruild. ‘Mooie tijd’, blikt ze terug op de advocatuur. ‘Maar ik wilde aan de andere kant staan. Strijden tegen de criminaliteit, ik geloof er nog altijd in. Maar soms heb ik het gevoel dat we hier dweilen met de kraan open.’

DOOR ERIK RASPOET / FOTO’S LIES WILLAERT

Er zit druk op de ketel, want arrestanten moeten binnen 24 uur voor de onderzoeksrechter worden geleid.

‘We hebben hier een paar vaste klanten, echte draaideurcriminelen, die na iedere veroordeling onmiddellijk weer op straat staan.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content