‘De politie militariseert, en de wijkwerking schiet erbij in’

© ILLUSTRATIE SERGE BAEKEN

In de ban van terreurdreiging riep burgemeester Bart De Wever (N-VA) van Antwerpen in september 2015 een zwaar- bewapend politieteam in het leven. Een dik jaar later is het Snelle Respons Team hét elitekorps van de stad. Dat roept almaar meer vragen op, ook binnen de politie.

9 juni 2016, de wijk Luchtbal in Antwerpen. Terwijl hij door de lokale politie wordt opgepakt, raakt de 22-jarige, naar eigen zeggen volstrekt onschuldige Abdelilah Arbi gewond aan het oog. Dat veroorzaakt groot ongenoegen bij een aantal jongeren van de wijk. Het weekend erna trekken ze voor een protestactie naar het lokale politiekantoor. Het bemiddelingsteam, geleid door commissaris Jinnih Beels, gaat een gesprek aan met de jongeren. Het wordt afgebroken als plots het Snelle Respons Team (SRT) arriveert. Om onopgehelderde redenen pakken ze een van de jongeren op. ‘Hardhandig’, zegt een bron. Niet veel later neemt Beels ontslag als hoofd van de bemiddelingsteams, misnoegd over het optreden van het SRT. Aan haar collega’s laat ze weten dat ‘eerst vechten, dan praten’ niet haar stijl is.

Minstens een deel van het Antwerpse politiekorps blijft achter met gevoelens van miskenning. ‘Alle aandacht van de korpsleiding gaat vandaag naar het SRT’, vertelt een bron binnen het korps. ‘De wijkwerking wordt verwaarloosd. De bemiddelingsteams bestaan nog, maar ze worden niet au sérieux genomen.’

Tom Meeuws, de nieuwe voorzitter van de Antwerpse SP.A en coarchitect van het veiligheidsbeleid tijdens het burgemeesterschap van Patrick Janssens, ziet een duidelijke verschuiving van de prioriteiten. ‘Ik ben niet tegen snelle interventies’, zegt hij. ‘Maar éérst moet er geïnvesteerd worden in wijkagenten die vertrouwd zijn met de stad. In mensen die de straat kunnen “lezen”. Dat blijft de belangrijkste kwaliteit van een agent of onthaalmedewerker. En de straat laat zich nu eenmaal niet makkelijk lezen vanuit de gepantserde Skoda’s van het SRT.’

Gouden zet

Het SRT van de Antwerpse politie is een geesteskind van burgemeester Bart De Wever (N-VA). Het idee kreeg begin 2015 gestalte, kort na de terroristische aanslag op de redactie van het weekblad Charlie Hebdo in Parijs. Daarbij werd behalve een aantal redactieleden en een bezoeker ook de politieagent om het leven gebracht die hoofdredacteur Charb moest beschermen.

De Wever verwees bij de verantwoording van zijn nieuwe politieteam expliciet naar die aanslag. Om te vermijden dat zoiets in Antwerpen zou gebeuren, had de politie volgens hem meer ‘vuurkracht’ en meer snelheid nodig. ‘Ik wil als burgemeester geen agenten met een standaarddienstwapen afsturen op een incident met zware oorlogswapens’, verklaarde hij.

De burgemeester en zijn korpschef Serge Muyters lieten er geen gras over groeien. Nauwelijks negen maanden na de raid op Charlie Hebdo presenteerden ze het SRT aan de pers. Het bleek te gaan om een elitekorps, vergelijkbaar met het Bijzonder Bijstandsteam – de zogenoemde ‘Bottinekes’ – met dat verschil dat het SRT nog sneller is, en nog zwaarder bewapend. Vandaag bestaat het korps uit een vijftigtal vooral jonge en uitsluitend mannelijke agenten. Ze zijn uitgerust met semiautomatische vuurwapens en wapens die plastic kogels kunnen afvuren. Voor hun interventies beschikten ze eerst over vijf gepantserde, bijzonder krachtige Skoda’s. Twee van die auto’s zijn pas vervangen door nog snellere Audi’s. Die werden in gebruik genomen na een test, waarbij 225 kilogram aan zandzakken in de kofferbak werd gelegd. Zo veel weegt ook de bewapening die het team meeneemt, meldde Het Laatste Nieuws. Kostprijs van de nieuwe auto’s: 82.200 euro per stuk.

Wat precies van het SRT werd verwacht, stond duidelijk omschreven in een persbericht van 1 september 2015. Dat meldde dat het team zou ‘worden ingezet bij situaties waar gewapende of gevaarlijke criminelen de veiligheid van de burgers en de andere politiemensen in het gedrang brengen’.

In de praktijk kreeg het SRT algauw een ruimere invulling. Zo werd het team van bij het begin ook ingezet bij ‘banale’ fietsdiefstallen. Toen in november bekend raakte dat het een dolgedraaid 14-jarig Syrisch meisje met een plastic kogel had ‘uitgeschakeld’, ontstond een landelijke polemiek. De Wever aarzelde niet om de verdediging van ‘zijn’ SRT op zich te nemen. Volgens hem kwam de kritiek van ‘heren achter hun bureaus in Brussel’ en had het team ‘juist heel goed gehandeld’. Een week later roemde hij de oprichting van het SRT als ‘een gouden zet, die rendeert’.

Olie op het vuur

Of het SRT inderdaad rendeert, is moeilijk te controleren. Wie een persdatabank raadpleegt, merkt dat het team in zijn eerste jaar opvallend vaak met loos alarm geconfronteerd werd: de chronologie van die feiten vindt u elders op deze bladzijden. Over interventies waarbij gewapende of gevaarlijke criminelen werden ingerekend, werd niet of nauwelijks bericht.

Geeft die berichtgeving de juiste indruk? Dat laat de Antwerpse politie in het midden. Ze geeft geen informatie vrij over het aantal en de aard van de SRT-interventies. Twee maanden geleden kondigde woordvoerder Wouter Bruyns aan dat de politie binnen afzienbare tijd met een eigen, ‘objectieve’ evaluatie op de proppen zou komen. Die evaluatie is er nog altijd niet, maar het eindoordeel lijkt wel al vast te staan. Want dit wil Bruyns wel kwijt: ‘Het SRT is wat ons betreft een professioneel team dat zijn opdracht meer dan naar behoren vervult. Binnen de taken waarvoor het werd opgericht, maar ook daarbuiten.’

Nina Henkens, stafmedewerker van jeugdwerkorganisatie Uit De Marge, maakt een minder positieve balans. ‘De Antwerpse politie heeft – zacht uitgedrukt – geen te beste relatie met jongeren. De optredens van het SRT-team, zoals in Luchtbal, gooien in sommige situaties olie op het vuur. Bij de Antwerpse lokale politie merken we een duidelijke evolutie in de richting van militarisering. Meer aandacht voor wijkwerking zou verstandiger zijn. Bovendien wordt het SRT-team blijkbaar alleen gecontroleerd door het Comité P. Is er dan geen lokale politieke controle op agenten die rondlopen met semiautomatische wapens? En wie kan ons vertellen wanneer dat team mag uitrukken, of welke procedures het moet volgen als het gaat over wapengebruik?

Volgens Sofie De Kimpe, docente criminologie aan de Vrije Universiteit Brussel, zijn dat terechte vragen. ‘De zin of onzin van snelleresponsteams is een belangrijke maatschappelijke kwestie. Het parlement en de bevolking moeten er een debat over kunnen voeren. Maar dat is moeilijk als de politie er zelf, zoals in dit geval, onvoldoende informatie over geeft.’

DOOR JEROEN DE PRETER, ILLUSTRATIE SERGE BAEKEN

‘De straat laat zich niet makkelijk lezen vanuit de gepantserde Skoda’s van het SRT.’ Tom Meeuws, voorzitter van de Antwerpse SP.A

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content