Hubert van Humbeeck

Er ligt een voorstel op tafel om de kwestie van het Iraanse kernprogramma te ontmijnen. Alleen Iran moet er nog mee instemmen.

Iran liet vorige week vrijdag de termijn verstrijken waarbinnen het land moest instemmen met een voorstel voor vreedzaam gebruik van zijn verrijkte uranium. De Iraanse ambassadeur bij het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) werd het in Wenen eens met een Amerikaans voorstel dat het Iraanse uranium in Rusland en Frankrijk verder zou worden verrijkt, waarna het in Iran zelf kan worden gebruikt voor medische doeleinden. De IAEA vroeg dat de regeringen van de betrokken landen uiterlijk vrijdag formeel met het voorstel zouden instemmen. Behalve Iran deden ze dat ook allemaal. Teheran liet weten dat het in de loop van deze week zou antwoorden.

Daarmee blijft het raadsel onopgelost wat Iran met zijn atoomprogramma van plan is. Zo ongeveer de hele internationale gemeenschap, de VS en Israël op kop, vreest dat Teheran een atoombom wil maken. Iran zelf houdt vol dat het zich wil beperken tot een vreedzaam gebruik van kernenergie. Dat het land in september moest toegeven dat het in de buurt van de stad Qom in het geheim aan de bouw van een extra reactor werkt, sprak niet in zijn voordeel. Teheran houdt vol dat het de bouw van die reactor niet hoefde te melden zolang hij niet in gebruik werd genomen. Het aanvaardde ondertussen dat de installatie door inspecteurs van het IAEA wordt bezocht. Die inspecteurs moeten ook proberen uit te vissen of Iran misschien nog meer van die geheime locaties heeft, waar aan nucleair onderzoek wordt gedaan. De VS vermoeden dat Iran probeert om Washington in een eindeloze onderhandeling te lokken. Anderzijds lijkt het erop dat de Iraanse leiders het onderling niet eens zijn over wat er moet gebeuren. Verdeeldheid aan de top van de Islamitische Republiek zou alvast een kleine overwinning zijn voor Barack Obama, die probeert om de knoop met geduld en diplomatie te ontwarren. Zijn minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton legt van haar kant iets minder geduld aan de dag. Ze zei vorige week nog dat de VS niet bereid zijn om eeuwig te wachten. Toen ze tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen vorig jaar nog rivalen waren, noemde Clinton de ideeën van Obama over de aanpak van Iran ‘naïef’.

Wat het antwoord van Iran deze week ook is, het helpt president Obama in ieder geval een beetje vooruit. Als Teheran het voorstel dat nu op tafel ligt afwijst, wordt het gemakkelijker om Rusland en China er in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van te overtuigen dat meer sancties nodig zijn om Teheran te laten plooien.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content