Hij heeft de Italiaanse media in handen, komt nooit buiten zonder make-up op zijn gezicht en hoedt zich ervoor onpopulaire maatregelen te nemen. Ondanks zijn aangebrande imago is Silvio Berlusconi nog altijd de grote leider van Italië.

Stelt u zich voor dat pakweg Guy Verhofstadt of Yves Leterme zou worden gefotografeerd met een halfnaakte lolita op schoot. Of dat Joëlle Milquet werd betrapt terwijl ze aan de rand van een zwembad van een cocktail nipt in het bijzijn van enkele gigolo’s. Dat zou wellicht het definitieve einde van hun politieke carrière betekenen. De Italiaanse premier Silvio Berlusconi, daarentegen, komt constant door soortgelijke affaires in opspraak, en zit nog altijd relatief stevig in het zadel. ‘De Italianen houden van me zoals ik ben’, grijnst hij. Dat zijn losbandige levensstijl hem bijzonder vatbaar maakt voor chantage én het imago van heel Italië aantast, zal hem worst wezen.

Nog nooit heeft een politicus zoveel schandalen overleefd als de nu 72-jarige Berlusconi (zie kader). Zijn vrouw, Veronica Lario, beweerde eerder dit jaar dat hij wel erg close is met minderjarige meisjes, er wordt gefluisterd dat er in kringen rond de premier cocaïne wordt gesnoven alsof het berglucht is, escortemeisjes vertellen in de media uitgebreid over hun wedervaren met Il Cavalieri en er duiken zelfs foto’s op van decadente feestjes. Zo zijn er de veelbesproken foto’s waarop de premier met vijf mooie meisjes in een paviljoen in zijn tuin zit; twee stoeipoezen kussen elkaar op de schoot van Papi.

Die onophoudelijke schandalenstroom doet Berlusconi echter niet inbinden. Integendeel. Hij schreeuwt moord en brand, en beweert dat hij het slachtoffer is van een groot, zelfs internationaal complot. De linkse media zouden het op hem gemunt hebben, en digitale foto’s worden volgens de premier keer op keer getrukeerd om hem te beschadigen. In een interview met het blad Chi, dat eigendom is van Berlusconi’s financiële holding Fininvest, deed hij onlangs pagina’s lang uit de doeken wat voor een goede huisvader hij wel is. Dat hij voor seks zou hebben betaald, vindt hij te gek voor woorden. ‘Ik heb nooit begrepen wat er bevredigend aan is als je het plezier van de verovering moet missen’, aldus Berlusconi . Hij zwoer ook op het hoofd van zijn kinderen dat hij nooit een affaire heeft gehad met de achttienjarige Noemi Letizia. ‘Als ooit zou blijken dat ik daarover lieg, neem ik onmiddellijk ontslag’, klonk het.

Berlusconi is natuurlijk niet de eerste toppoliticus die dol is op mooie vrouwen. Denk maar aan womanizers als John F. Kennedy, François Mitterrand of Bill Clinton. Maar de Italiaanse premier gaat nog een stap verder: hij probeert zijn vriendinnen zelfs het parlement in te loodsen. Was Berlusconi’s vrouw niet tussenbeide gekomen, dan hadden er dertig door hem aanbeden jonge vrouwen op de lijst voor de Europese verkiezingen gestaan. ‘Al die vrouwen lijken op elkaar: ze zijn blond, hebben een egale huid en blauwe ogen’, zegt volksvertegenwoordiger Paolo Guzzanti. ‘Op het stichtingscongres van Volk van de Vrijheid (Popolo della Libertà, de nieuwe grote partij van Berlusconi, nvdr) in het voorjaar was de eerste rij zelfs voor hen voorbehouden, onder het mom dat het partijkader dringend moest worden verjongd.’

Ondertussen blijft de premier kramp-achtig lachen. ‘De Italianen houden van me omdat ik genereus, goed, oprecht en loyaal ben’, beweert hij. En de cijfers geven hem nog gelijk ook: bij Europese verkiezingen behaalde Volk van de Vrijheid 36 procent van de stemmen – minder dan voorspeld maar toch nog zeer verdienstelijk -, en de partij won ook nog de regionale stembusgang. Terwijl zijn geloofwaardigheid en vooral zijn morele gezag buiten Italië zienderogen slinken, is ook Berlusconi zelf nog altijd erg geliefd in Italië. Uit peilingen blijkt dat zijn populariteit tijdens de voorbije bewogen maanden maar een kleine terugval, van 51 naar 49 procent, heeft gekend. Vooral vrouwen zouden dezer dagen afhaken.

Alleen de uitgesproken conservatieve rechterzijde, de Kerk en zelfbewuste feministes lijken zich echt aan Berlusconi’s voorliefde voor mooie vrouwen te storen. De meeste Italianen liggen veeleer wakker van hun werkzekerheid en veiligheid. Zolang ze het gevoel hebben dat de premier die problemen oplost, lijkt hij gebeiteld te zitten. Of zoals een Italiaanse taxichauffeur liet optekenen: ‘Dankzij hem hoeven wijzelf niet over onze problemen na te denken. En een hoer meer of minder: wat maakt dat uit? De waarheid is dat ik graag in zijn plaats zou zijn.’

De grote verlosser

Het is 1994. De maffia heeft Italië laten bloeden. Het volk walgt van het geweld én van de vele politieke en andere schandalen. Na de anticorruptiecampagne Propere Handen hangt de Italiaanse politieke klasse in de touwen. De grote traditionele partijen, zoals de socialisten en de christendemocraten, hebben afgedaan. Net op dat moment staat een verlosser op: de dan 57-jarige ondernemer Silvio Berlusconi daalt in de politieke arena neer. Hij is de antipode van Giulio Andreotti, het voormalige boegbeeld van de christendemocratische partij DC, en hij klaagt diens hypocrisie luidkeels aan. Berlusconi oreert dat hij het laatste hoofdstuk van zijn leven aan zijn land wil wijden. Hij belooft Italië de hemel en zoekt contact met het gewone volk, dat zich lange tijd verwaarloosd heeft gevoeld. Het zijn niet de katholieke of communistische intellectuelen die hij verdedigt, maar wel de gewone Italianen. En hij weet maar al te goed hoe hij die mensen moet aanspreken, want als mediamagnaat heeft hij hen al weten te bekoren met zijn commerciële televisiezenders vol halfnaakte showgirls, spelle-tjes en andere kitsch. Berlusconi probeert dan ook geen ingewikkelde boodschappen aan de man te brengen. Neen, hij praat in eenvoudige slogans. Hij is geen doorsneepoliticus maar een excentrieke leider, een hollywoodiaans personage haast. Berlusconi beantwoordt dan ook niet aan het archetype van de machthebber, en dat komt goed uit in een land als Italië dat geen hoge pet meer opheeft van de politiek.

Gaandeweg creëert hij zo zijn eigen mythe. Zijn eeuwige jeugd, zijn grote zakensuccessen, zijn sluwheid en zijn vergeldingsdrang tegenover de staat en de bureaucratie spreken tot de verbeelding. Maar Berlusconi heeft zijn succes niet uitsluitend aan zijn persoonlijkheid en zijn cv te danken. Hij en zijn communicatieadviseurs hebben het lot ook een handje geholpen, en daarbij hebben ze een revolutie veroorzaakt in de politieke communicatie. ‘Wij waren pioniers’, zegt Mity Simonetto, een medewerkster die al vroeg verantwoordelijk was voor het imago van de premier. ‘Berlusconi heeft alles veranderd. Anno 1990 kenden we in Italië geen imagospecialisten. Ook de opvallend directe slogans uit zijn verkiezingsspots, zoals “Minder belastingen”, waren allesbehalve gebruikelijk.’

Berlusconi schildert zichzelf het liefst af zoals de held uit de fotoroman Una Storia Italiano, die tijdens de verkiezingscampagne van 2001 verscheen. Daarin treedt hij op als een selfmade man: de zoon van een Milanese bankbediende die als jongeman op cruiseschepen zingt om zijn brood te verdienen en later op eigen kracht fortuin maakt. Over zijn donkere kantjes wordt in het boek met geen woord gerept.

Verwoede controlefreak

Silvio Berlusconi wordt vaak gezien als een heel gewone man in wie elke Italiaan zich kan herkennen, maar hij is ook een strateeg die elke ochtend zijn persoonlijke orakel consulteert: zijn peilinginstituut dat constant de temperatuur meet bij het Italiaanse volk. Dat instituut, Euromedia Research, waar optimisme hoog in het vaandel wordt gedragen, dicht de premier vandaag nog altijd de waardering van 61 procent van de Italianen toe. Verzonnen cijfers, of zit er iets in? ‘Peilingen zijn een delicaat instrument. Alles hangt af van de manier waarop de vragen worden gesteld’, nuanceert Renato Mannheimer, directeur van het pollbureau Ispo, dat Berlusconi nog 49 procent toeschrijft.

Toen Berlusconi in 1994 op het politieke toneel verscheen, kon hij naar eigen zeggen rekenen op de waardering van 30 procent van de Italianen. ‘Dat was een grove overschatting, want in werkelijkheid draaide die rond de 7 procent’, aldus Mannheimer. ‘Die overschatting was een publicitaire strategie. Want wat gebeurde er daarna? Zijn populariteit bleef stijgen, tot ze daadwerkelijk zo’n 30 procent bedroeg.’ En dat is net wat de Britse socio-loog Stephen Gundle berluscoptimisme noemt. In plaats van de angst voor de toekomst die de ideologieën uit de jaren 1960 en 1970 kenmerkten, staat het berlusconisme voor de extase van het heden, een soort hedonisme van welvaart, consumptie en comfort.

Die positieve uitstraling bewaakt de premier zelf heel angstvallig. Niets laat hij aan het toeval over. Hij heeft facelifts ondergaan waardoor hij er onnatuurlijk jong blijft uitzien, is voorzien van dure haarimplantaten, en verschijnt altijd met een laag make-up op zijn gezicht en in het gezelschap van een bataljon grimeurs. Zijn stelregel luidt: zorg ervoor dat je nooit au naturel wordt betrapt.

Niet alleen als het op zijn uiterlijk aankomt, is Berlusconi een controlefreak. Zo staat hij erop om zelf de toiletten te inspecteren in gebouwen waar internationale meetings plaatsvinden. Tijdens de G8-top in Genua in juli 2001 werden op zijn bevel zelfs citroenen opgehangen in de bomen, terwijl die er in die periode normaal niet groeien. In de wereld van Berlusconi sturen machthebbers nu eenmaal de seizoenen en hebben helden het eeuwige leven.

Ook de media weet hij grotendeels te sturen. Want Berlusconi heeft haast alle grote nationale televisiezenders in handen: de drie kanalen van zijn eigen bedrijf Mediaset en minstens twee van de publieke omroep RAI. Het gaat zelfs zover dat de pas benoemde directeur van RAI Uno ervoor heeft gezorgd dat de recente callgirlaffaire, die toch heel Italië beroert, op die zender totaal niet aan bod kwam. Vreemd genoeg heeft de politieke linkerzijde, toen die tussendoor aan de macht was, nooit maatregelen genomen om die belangenconflicten tegen te gaan. Dat toont nog maar eens aan dat Berlusconi vooral weet te overleven dankzij de zwaktes van anderen: in 1994 kwam hij aan de macht door het failliet van de hele politieke klasse, en vandaag weet hij zich staande te houden door het gebrek aan daadkracht van de oppositie.

Charmeoffensief

Dezer dagen past Silvio Berlusconi zijn uiterlijk, zijn beleid en zijn woorden aan om zich bij zoveel mogelijk Italianen geliefd te maken. Maar hoelang kan hij de schijn nog ophouden? Dat hij zich terdege van zijn heikele situatie bewust is, blijkt alvast uit de xenofobe uitspraken die hij de laatste tijd aan elkaar rijgt. Zo ergert hij zich openlijk aan ‘het grote aantal Afrikanen in de straten van Milaan’. Op die manier hoopt de premier zijn rechtse coalitiepartner Lega Nord te charmeren.

Tegelijk belooft hij zijn leven te beteren, en plant hij een bedevaart naar het graf van pater Pio. In een vergeefse poging om in het buitenland een stukje sympathie terug te winnen, verplaatste hij de G8-top begin deze maand dan weer naar L’Aquila, de stad in de Abruzzen die in april door een aardbeving werd getroffen. Officieel een symbolische locatie nu de regering heeft besloten meer fondsen voor de getroffen regio vrij te maken, maar ook een slinkse manier om te voorkomen dat de wereldleiders hun opwachting moesten maken in Villa Certosa op Sardinië, waar de aangebrande foto’s zijn gemaakt.

Op diezelfde top bleef Berlusconi ook volhouden dat de recessie in Italië veel minder erg is dan in andere landen. Het Italiaanse banksysteem werkt immers niet zoveel met derivaten als elders en functioneert nogal geïsoleerd van de rest van de wereld. Vandaar dat het land niet af te rekenen kreeg met een bankencrisis waarbij financiële instellingen in elkaar zakten. Maar doordat de Italiaanse economie in grote mate van de export afhangt, wordt ze wel enorm beïnvloed door de terugval van de wereldhandel. Daarbij komt nog een gigantische overheidsschuld.

Onlangs nog werd Berlusconi in verlegenheid gebracht door een OESO-studie waaruit bleek dat het helemaal niet zo goed gaat met Italië. En hoe reageerde de premier? Boos riep hij dat degenen die maar over de crisis bleven doorzeuren de mond moesten worden gesnoerd. Hij suggereerde ook dat bedrijven beter niet meer zouden adverteren in kranten die doemscenario’s publiceren. Analisten geloven dat Berlusconi zo bang is dat de binnenlandse consumptie zal terugvallen dat hij die met goednieuwsberichten probeert op te drijven. ‘We moeten proberen de consumptie te laten heropleven’, aldus Berlusconi. ‘Mensen zouden hun vroegere levenswijze weer moeten opnemen.’ Maar als zijn plan eruit bestaat het exportverlies te compenseren door de Italianen ertoe over te halen meer uit te geven, neemt hij wel een erg groot risico. Zowel voor de Italiaanse regering als voor het hele land.

Eind juni presenteerde de premier een wel erg bescheiden pakket anticrisismaatregelen: de winst van bedrijven wordt minder belast, de energiefactuur van bedrijven en gezinnen wordt verlaagd, en de regering springt de werkloosheidskassen bij. Maar de regering hoedt zich voor al te verregaande hervormingen of on-populaire maatregelen. Zo wil ze de pensioenleeftijd van vrouwen niet optrekken, en is ook een strengere belastingcontrole taboe. Nogal wat kiezers zouden immers op het Volk van de Vrijheid stemmen omdat Berlusconi, die in het verleden zelf nogal creatief met zijn belastingaangifte omging, geen prioriteit maakt van de strijd tegen belastingontduiking.

De premier wil op electoraal vlak geen enkel risico nemen. Hij wil deze nieuwe schandaalepisode het koste wat het kost overleven, want hij zou over een paar jaar dolgraag president worden. Voorlopig is die kans nog niet verkeken, want opvallend veel Italianen blijven de regeringsleider ondanks alles steunen. Meer nog: er werd in Italië een campagne opgestart om hem voor te dragen voor de Nobelprijs voor de Vrede vanwege zijn bijdrage aan de wapenstilstand tussen Georgië en Rusland. De kans is klein dat hij die onderscheiding ook daadwerkelijk krijgt.

BRONNEN: L’EXPRESS, THE ECONOMIST

DOOR ANN PEUTEMAN

Berlusconi’s stelregel luidt: zorg ervoor dat je nooit au naturel wordt betrapt.

In de wereld van Berlusconi sturen machthebbers de seizoenen en hebben helden het eeuwige leven.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content