Qua verkeersveiligheid scoort België slecht in vergelijking met buurlanden

Kettingbotsing op de E40 ter hoogte van Drongen in oktober 2017. 28 voertuigen waren betrokken bij het ongeval. © BelgaImage
Ewald Pironet

Het aantal verkeersslachtoffers in ons land neemt jaar na jaar af, maar toch scoren we bijzonder slecht in vergelijking met de buurlanden. Dat is niet langer te tolereren.

‘Nee, verkeersonveiligheid is geen fact of life‘, zei econoom Geert Noels vorige week nadat een moeder, haar dochter en twee kleinkinderen waren omgekomen bij een ongeval op de E34/N49 tussen Antwerpen en Knokke, ter hoogte van Maldegem. Een vrachtwagen was ingereden op een paar auto’s die voor het rode licht stonden te wachten. Volgens Het Laatste Nieuws vielen er op die eerste dag van augustus nog meer doden in het Vlaamse verkeer. In Hoeilaart stierf een motorrijder toen hij werd aangereden door een bestelwagen, in Zedelgem kwam een fietser fataal ten val. Op de N58 in Wervik week een automobilist van zijn rijbaan af: hij botste frontaal op een vrachtwagen en overleed ter plaatse. Soms zou je gaan denken dat verkeersdoden er gewoon bij horen.

We mogen niet langer tolereren dat er bij ons 50 procent meer mensen sterven in het verkeer dan in de buurlanden.

Het Belgische statistiekbureau Statbel publiceerde vorige maand nog de gedetailleerde tabellen over de verkeersongevallen in 2017, tot op gemeenteniveau. Vorig jaar waren er 38.020 verkeersongevallen met alles bij elkaar 49.066 slachtoffers, onder wie 44.694 lichtgewonden, 3757 zwaargewonden en 615 personen die het leven verloren binnen de dertig dagen na het ongeval. Vergeleken met 2016 is dat op alle vlakken een daling: 5 procent minder ongevallen, 6 procent minder slachtoffers, 5 procent minder lichtgewonden, 8 procent minder zwaargewonden en 8 procent minder overlijdens. Op de langere termijn is de daling nog indrukwekkender. In twaalf jaar tijd halveerde het aantal dodelijke verkeersslachtoffers bijna, want in 2005 waren er nog 1131 overlijdens.

Toch mogen we niet tevreden zijn met die gestage vermindering van het aantal verkeersongevallen en -slachtoffers. In vergelijking met onze buurlanden scoren we ronduit slecht. Het aantal verkeersdoden per miljoen inwoners ligt in België hoger dan in onze buurlanden en ook hoger dan het Europese gemiddelde. In 2017 waren er in ons land 55 dodelijke slachtoffers per miljoen inwoners – evenveel als in Italië. Het Europees gemiddelde ligt op 50. In Frankrijk waren dat er 53, in Duitsland 38, in Nederland 36. En het kan nog lager, want het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland telden vorig jaar 27 doden per miljoen inwoners, Zweden had er 25 en Noorwegen slechts 20. In die landen vallen meer dan de helft minder dodelijke verkeersslachtoffers dan bij ons.

Een welvarend land als België moet een stuk onder het Europese gemiddelde kunnen duiken. Wat Nederland en Duitsland kunnen, moet ook hier haalbaar zijn. Dat vond ook Noels in zakenkrant De Tijd: ‘Verkeersslachtoffers kun je nooit vermijden. Maar als we naar het Nederlandse niveau gaan, red je elk jaar zo’n 250 mensenlevens. Dat is het equivalent van een vliegtuig dat neerstort.’

Om de dodelijke verleidingen te weerstaan, zijn controles en straffen blijkbaar noodzakelijk

Volgens het Vias Institute, het vroegere Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, zijn de vier grootste doodsoorzaken in ons verkeer nog altijd snelheid, alcohol, afleiding (meestal door de gsm) en de gordel niet dragen. Dit gaat dus vooral over het gedrag van mensen, dat in 90 procent van de gevallen mee aan de basis ligt van een ongeval. Het is dus zaak dat dit gedrag verandert, en bewustmakingscampagnes hameren daarop. Wie weet nog niet dat sms’en achter het stuur levensgevaarlijk is? Toch gebeurt het nog vaak. Er is dus meer nodig. Om de dodelijke verleidingen te weerstaan, zijn controles en straffen blijkbaar noodzakelijk. En ze hebben effect. Kijk bijvoorbeeld naar overdreven snelheid: in ongeveer een derde van alle verkeersongevallen met een dodelijke afloop speelt die een rol, en uit studies blijkt dat trajectcontrole het aantal ernstige ongevallen met de helft doet dalen.

Een andere belangrijke factor voor onze hoge verkeersdodentol is de infrastructuur. De ruimtelijke ordening in ons land is historisch warrig en rommelig. Daar boeten we voor. Zwaar verkeer kan soms moeilijk anders dan door dorpskernen denderen. Fietspaden eindigen vaak abrupt. De wegen werden de voorbije decennia ook niet altijd even goed onderhouden omdat dit een makkelijke manier van besparen was. Enzoverder. Hiervoor dragen onze overheden de grootste verantwoordelijkheid, de weggebruiker kan alleen maar extra alert zijn.

Het aantal verkeersongevallen en -doden verminderen tot op het niveau van Nederland en Duitsland moet een prioriteit zijn, voor elk van ons en voor onze overheden. We mogen niet langer tolereren dat er bij ons vijftig procent meer mensenlevens verloren gaan in het verkeer dan in de twee buurlanden. Dit is veel belangrijker dan een begroting in evenwicht en al helemaal dan een regeling voor de Arco-coöperanten of stookolieketels bannen. Het is niet zozeer een kwestie van kunnen, maar van willen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content