Steeds minder Belgen houden zich aan hun huwelijksgeloften. ‘Mensen hebben vaak te weinig respect voor elkaar’, zegt echtscheidingsadvocaat Guido Rammelaere.

Ontzettend veel mensen zijn relatieonbekwaam geworden’, zegt Guido Rammelaere. ‘Ze kiezen automatisch voor hun eigen geluk en vrijheid, zonder al te veel oog te hebben voor de gevolgen.’ Al 44 jaar is Rammelaere echtscheidingsadvocaat, en in die tijd hielp hij haast vijfduizend mensen uit hun huwelijk te stappen. Aanvankelijk kwamen cliënten schoorvoetend en met het schaamrood op de wangen zijn praktijk binnen, maar tegenwoordig komen sommigen net zo makkelijk een echtscheiding halen als ze een te strakke jurk naar de winkel zouden terugbrengen. Bovendien kloppen ook meer en meer samenwonenden bij hem aan, want die gaan al net zo vlot uit elkaar als gehuwden.

Guido Rammelaere: ‘Toen ik in 1965 aan de Gentse balie begon, moest er al veel gebeuren voor iemand een einde aan zijn huwelijk maakte. Dat was gewoon niet maatschappelijk aanvaard, en voor veel mensen ging scheiden tegen hun principes of hun geloof in. Bovendien konden veel vrouwen onmogelijk bij hun man weggaan omdat ze zelf geen inkomen hadden. Ongelooflijk wat vrouwen in die tijd allemaal van hun echtgenoot moesten verdragen. Sommigen werden bedrogen, anderen zagen hun man avond na avond ladderzat thuiskomen en werden nog geslagen ook. Schrijnende toestanden. Vaak kwam het pas tot een scheiding als zo’n vrouw psychisch gebroken was en echt op instorten stond.’

Wanneer zijn echtscheidingen ingeburgerd geraakt?

GUIDO RAMMELAERE: Bij elke volgende generatie verlaagde de drempel. In de jaren zeventig en tachtig hadden mensen het er al minder moeilijk mee. Toch beëindigden ze hun huwelijk pas als het echt niet meer ging. Daarna is de slinger beginnen door te slaan, en nu gaan sommige mensen wel erg vlot uit elkaar. In mijn ogen hebben ze vaak te weinig respect voor elkaar, en leveren ze ook amper inspanningen om hun relatie te doen slagen. Mensen vergeten dat een huwelijk als een auto is: als je die niet geregeld poetst en een onderhoudsbeurt geeft, verliest hij zijn glans en gaat hij op den duur stuk.

In 2007 is de echtscheidingswetgeving ingrijpend aangepast. Een goede evolutie?

RAMMELAERE: Het grote voordeel van de nieuwe wet is dat je kunt scheiden zonder dat je de schuld van je partner hoeft aan te tonen. Het is dus niet langer nodig om de vuile was buiten te hangen, en dat zorgt vanzelf voor meer sereniteit. Aan de andere kant had je vroeger niet veel keuze als je niet kon bewijzen dat je man of vrouw in de fout was gegaan: je moest dan wel een consensus zoeken en toegevingen doen om met onderlinge toestemming te kunnen scheiden. Nu is een echtscheiding echter zo gemakkelijk geworden dat veel mensen eerst scheiden en daarna de regeling voor de kinderen en de vereffening door de rechtbank laten beslechten.

Een jaar eerder was er al een belangrijke verandering doorgevoerd: sindsdien is de norm dat kinderen na een echtscheiding afwisselend bij hun moeder en vader wonen.

RAMMELAERE: Inderdaad, maar daar wordt in de praktijk wel vaak van afgeweken. In sommige gevallen werkt het systeem goed, maar zelf heb ik het er moeilijk mee. Om te beginnen zullen we pas echt weten wat het met kinderen doet wanneer de eerste lichting volwassen is geworden. Bovendien kan zo’n alternerend verblijf alleen werken als beide ouders echt goed met elkaar opschieten, en dan zouden ze zich beter afvragen waarom ze eigenlijk uit elkaar zijn gegaan. De voorzitter van de jeugdrechtbank hier in Gent heeft ooit eens twee ouders de stuipen op het lijf gejaagd. ‘Waarom laten jullie je zoon niet in het huis wonen en trekken jullie om de beurt een week bij hem in?’ zei hij. Je had die gezichten moeten zien!

In de praktijk wordt het principe van alternerend verblijf trouwens ook vaak misbruikt. Ik ken gevallen van vaders die wel zo’n regeling eisen maar ervan af willen zien als de moeder genoegen neemt met minder onderhoudsgeld. Pure dreigementen dus. Anderen willen dat alternerend verblijf vooral omdat ze dan minder hoeven te betalen of om de buitenwereld te bewijzen dat ze wel degelijk een goede vader zijn. Het resultaat is dan soms dat het kind tijdens de week dat hij bij zijn vader hoort te zijn vooral door grootouders of andere familieleden wordt opgevangen.

Klopt de boutade nog altijd dat een kind de echte dupe is van een echtscheiding?

RAMMELAERE: Zeker. Zelfs als er nog een goed contact is tussen de ouders, mag de impact op zo’n kind niet worden onderschat. Het ervaart nu eenmaal een gemis dat nooit meer volledig goedgemaakt kan worden. Als je kinderen vraagt welke regeling ze het liefst zouden willen, antwoorden ze dan ook bijna allemaal: dat mama en papa weer samen zijn. Frappant is ook dat kinderen van gescheiden ouders een veel groter risico lopen om later zelf te scheiden. Zelfs als ze hebben gezworen om het zelf anders te doen. Zo ontstaat er natuurlijk een sneeuwbaleffect: hoe meer ouders vandaag scheiden, hoe meer scheidingen er zullen voorkomen als hun kinderen over twintig, dertig jaar volwassen zijn. Al denk ik niet dat de huidige cijfers nog veel zullen groeien, want na de invoering van de nieuwe wet heeft er een grote inhaalbeweging plaatsgevonden.

Hoe komt het volgens u dat steeds meer mensen uit hun relatie stappen?

RAMMELAERE: Onze maatschappij is op sociaaleconomisch vlak kindonvriendelijk en gezinsvijandig geworden. De vrouwen zijn destijds terecht op de barricaden gaan staan om het recht af te dwingen buitenshuis te mogen werken. Maar vandaag hebben ze geen keuzevrijheid meer: als koppels een normaal leven willen opbouwen, moeten man en vrouw allebei een job hebben. De hele dag moeten ze op hun werk in het spoortje lopen, en thuis wachten hen het huishouden, jengelende kinderen en een luide televisie. Dat levert ontzettend veel stress op, die ze natuurlijk op elkaar uitwerken. Zo ontstaat vaak sleur, en dat is tegenwoordig een van de belangrijkste redenen om te scheiden. Dat is ook de boodschap die je in al die soaps op televisie meekrijgt, hè: als de situatie je niet aanstaat of je bent elkaar beu, dan verander je gewoon van partner.

Misschien zijn mensen dan toch niet gemaakt om een leven lang samen te blijven?

RAMMELAERE: Het is wetenschappelijk bewezen dat de seksuele interesse in een relatie al na twee jaar afneemt. Maar wil dat zeggen dat we om de twee jaar van partner moeten veranderen? Is dát de maatschappij die we willen?

Ondertussen is er een hele echtscheidingsindustrie ontstaan: honderden mensen verdienen er al dan niet rechtstreeks hun brood mee.

RAMMELAERE: Inderdaad, en het groeiende aantal echtscheidingen brengt ook grote kosten met zich mee. Om te beginnen voor de echtgenoten zelf, want elke scheiding betekent een verarming. Plots moeten ze hun gezin immers met één inkomen onderhouden, en daardoor komen veel mensen echt in armoede terecht. Daarnaast draait ook de maatschappij voor al die echtscheidingen op. Om te beginnen is er een heel gerechtelijk apparaat voor nodig, van vrederechters tot jeugdrechters. En dan heb ik het nog niet eens over al die maatschappelijke werkers die de leefsituatie van kinderen moeten onderzoeken bij betwistingen over het hoederecht, of het legertje psychologen dat kinderen moet opvangen die de situatie niet aankunnen. Ook de fiscus verliest eraan: wie een onderhoudsbijdrage moet betalen, kan die voor 80 procent van zijn belastingen aftrekken. Degene die onderhoudsgeld ontvangt, moet daar weliswaar belastingen op betalen, maar die zit meestal in een lagere belastingschijf. En dan zijn er nog al die alleenstaande moeders die het financieel zo moeilijk hebben dat ze een sociale woning toegewezen krijgen. Met andere woorden: de hele samenleving betaalt de hoge prijs van al die echtscheidingen. Op alle vlak.

‘Onze maatschappij is kindonvriendelijk en gezinsvijandig geworden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content