DE FRANSE OPLOSSING

ANDRÉ RENARD zou tijdens de grote winterstaking niet alleen uit de Sovjet-Unie, maar ook uit Parijs financiële steun hebben gekregen. © BELGA ARCHIVES
Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Paul Magnette: ‘Je me fous de l’unité morale du pays.’ Zo stond het boven een mededeling van de Groupe d’Etudes pour la Wallonie intégrée à la France – kortweg: Gewif. En die mededelingen zijn altijd lezenswaardig. Maar die ene Paul Magnette is niet de andere.

In het licht van de politieke discussies die aan de gang zijn in Franstalig België, tussen voorstanders van de Franse Gemeenschap en de Waalse regionalisten, verdienen de mededelingen en publicaties van de Groupe d’Etudes pour la Wallonie intégrée à la France (Gewif) alle aandacht. De organisatie maakt er geen geheim van: Wallonië hoort bij Frankrijk. Ze wordt daarin gesteund door de Staten-Generaal van Wallonië die zich in mei 2009, met een ruime meerderheid van 74,4 procent, uitsprak voor de aanhechting bij Frankrijk.

Dat Wallonië het niet alleen aankan, daar maken ze bij Gewif geen geheim van. Onlangs publiceerde de Luikse emeritus en Waalse activist Jules Gazon opmerkelijke cijfers die moesten aantonen dat een autonome regio Wallo-Brux complete nonsens is. Want Klein-België, samengesteld uit Wallonië en Brussel, is volgens Gazons berekeningen gewoon niet leefbaar.

In een andere studie werden de Waalse, Brusselse en Vlaamse uitvoer naar de BRIC-landen gemeten. De conclusie was nogal ontluisterend, zowel voor Wallonië als voor Brussel.

De Gewif-studaxen reiken tegelijk oplossingen aan. Voor de aansluiting van Wallonië en Brussel bij Frankrijk wordt een voorbeeld genomen aan Nice en Savoie, die in 1860, nadat ze door Piemonte in de steek waren gelaten, aansluiting vonden bij Frankrijk.

Boven het jongste Gewif-communiqué, vorige week verstuurd, stond een opmerkelijk citaat, toegeschreven aan Paul Magnette: ‘ Je me fous de l’unité morale du pays – de morele eenheid van het land kan me gestolen worden.‘ De aandacht was meteen gewekt. Alleen ging het hier uiteraard niet om PS-minister Paul Magnette, volgens Gewif-pamfletten het brave hulpje van premier Elio Di Rupo, die de Vlaamse greep op de federale staat nog helpt te verstevigen.

De Paul Magnette die zich niets gelegen liet aan de morele eenheid van België was de Luikse musicoloog en Waalse pamflettist Paul Magnette, animator van het Waalse congres dat in 1912 in Luik werd gehouden. De vader van die Paul Magnette was de liberale Senaatsvoorzitter Charles Magnette (1863-1937), ook Grootmeester van het Grootoosten van België, naar wie in Luik een straat en zelfs een parkeergarage werd genoemd. ‘Mijn land’, zei Magnette tijdens het congres, ‘is Wallonië, de kleine zus van Frankrijk. Vlaanderen, dat is buitenland. (…) Ik ga nog liever twee jaar in militaire dienst in Frankrijk, verdraag er nog liever onaangename belastingen, dan in legerdienst te moeten in Gent of Antwerpen en mijn geld te storten voor Zeebrugge, voor het station van Antwerpen of de noord-zuidverbinding.’

Volgens de Luikse Paul Magnette stond de Belgische scheiding in de sterren geschreven. En Brussel, ja, dat kon dan een onafhankelijke stad worden, ‘zoals Hamburg in Duitsland’.

Het laatste Gewif-communiqué, uiteraard bedoeld om de PS’er Paul Magnette te jennen, toont aan dat ‘de Franse oplossing’ voor de Walen, ook in een verder verleden, nooit ver weg was. Wallonië heeft altijd gerekend met een aanhechting bij Frankrijk. In 1831 al kozen de Waalse leden van het Congres voor de Franse hertog van Nemours, zoon van de Franse koning Louis-Philippe, als koning van België.

Tot op vandaag is die politieke en culturele onderstroom, nog versterkt na de Tweede Wereldoorlog, in Wallonië en in de Waalse Beweging aanwezig. De bekende Franse consul in Luik, Jules Daniel-Lamazière, speelde na de oorlog geen geringe rol toen het Waals Congres in 1945 voor de aanhechting bij Frankrijk koos en in 1950, toen tijdens de Koningskwestie even sprake was van een voorlopig Waals bewind.

De zware Belgische politieke crisissen, zoals de Koningskwestie en de winterstaking van 1960-1961, werden in Parijs telkens met argusogen bekeken.

Recent verscheen in de opstellenbundel Mémoire de la grande grève de l’hiver 1960-1961 en Belgique een verhelderende bijdrage van de Luikse academica Catherine Lanneau over de manier waarop de toenmalige Franse regering van de gaullist Michel Debré de grote winterstaking van heel dichtbij volgde.

De Luikse socialistische stakingsleider André Renard, geboren in het Franse Valenciennes, was ongemeen francofiel. Hij droeg met trots zijn Légion d’Honneur-lintje. Sommigen van zijn oud-medewerkers beweerden dat Renard een crypto-rattachist was – ook de latere premier Pierre Harmel was daarvan overtuigd. Renard zou tijdens de staking niet alleen uit de Sovjet-Unie, maar ook uit Parijs financiële steun hebben gekregen.

De houding van de Franse regering was in elk geval heel dubbelzinnig. Aan de ene kant werd op verzoek van de Franse minister van Buitenlandse Zaken Maurice, Couve de Murville, de correspondent van Le Monde in België het zwijgen opgelegd omdat die al te veel sympathie toonde voor de stakers. De Franse overheid leek ook mee te stappen met de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Pierre Wigny en de Belgische ambassadeur Marcel-Henri Jaspar, die alles ondernamen om de algemene staking te minimaliseren.

Aan de andere kant schreven de Franse consuls, Jean Grapinet in Luik en Gérald Priestley in Charleroi, die in nauwe verbinding stonden met de stakende vakbonden, in hun rapporten naar Parijs het omgekeerde. Bovendien circuleerde in Frankrijk een pamflet Pour uné république socialiste de Wallonie indépendante waarin onomwonden werd gesteld dat Frankrijk grote belangstelling had voor het Waalse streven naar autonomie. Ook de Franse bladen, zoals Combat, hadden opvallend veel aandacht voor de figuur van Renard.

Tussendoor stuurde de Belgische Staatsveiligheid dan weer rapporten naar Parijs om de Franse collega’s in te lichten over de contacten die André Renard en diens Mouvement Populaire Wallon in Frankrijk onderhielden. Want het moest toch niet te gek worden, vonden ze in Parijs, waar de regering van Debré erg verveeld zat met het al te openlijke gehengel van Renard en zijn medestanders naar Franse steun.

Toch zou de Winterstaking een scharniermoment zijn in de Franse houding. Een belangrijk rapport is dat van ambassadeur Etienne de Crouy Chanel toen die in 1969 zijn post in Brussel verliet. Daarin had de ambassadeur het over de nakende ‘ divorce belge’. Dat was niet toevallig de titel van het ophefmakende pamflet van de FDF-voorman Lucien Outers, in 1968 in Parijs uitgebracht. Uitgever van Le divorce belge was de prestigieuze Editions de Minuit, gegroeid uit de résistance, die tijdens de oorlog sluiks schrijvers als Vercors en de dichters Paul Eluard en Louis Aragon publiceerde. Insiders beweren dat er een tussenkomst van het presidentiële Elysée aan te pas kwam om ze bij Editions de Minuit te overtuigen het denkstuk van Outers te publiceren.

De boodschap van Crouy Chanel kwam erop neer dat Frankrijk in het rijkere Vlaanderen zijn producten moest slijten en intussen Wallonië moest bijstaan om er economisch opnieuw bovenop te raken.

Die Franse belangstelling voor de Waalse Beweging is nooit getaand. Van de Luikse liberale voorman Jean Gol, aanvankelijk MPW-militant, was bekend dat hij geregeld naar Parijs reisde voor een debriefing op de Quai d’Orsay, waar het ministerie van Buitenlandse Zaken is gevestigd.

In september 2010, in volle formatiecrisis, had in Brussel een discrete ontmoeting plaats tussen de Franse PS-deputés Jean-Christophe Cambadelis en François Loncle, met onder meer Philippe Moureaux, Laurette Onkelinx en Rudy Demotte om over ‘het onvermijdelijke uiteenspatten van België’ te praten. Kortom: over plan-B.

BERNARD FRANCQ, LUC COURTOIS, PIERRE TILLY, MÉMOIRE DE LA GRANDE GRÈVE DE L’HIVER 1960-1961 EN BELGIQUE. COLLECTION BELGIQUE OUTRE-MER, 22 EURO.

Rik Van Cauwelaert

Wallonië heeft altijd gerekend met een aanhechting bij Frankrijk.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content