Noord-Korea testte vorige week mogelijk een kernwapen. Intussen maken de traditionele kernmachten hun arsenaal doeltreffender, en betreden andere landen de nucleaire arena, weet JONATHAN HOLSLAG. ‘De kans op incidenten is groter dan tijdens de Koude Oorlog.’

Vorige week beweerde Noord-Korea dat het een test met een thermonucleair wapen had uitgevoerd. Als dat waar is, zou dat een belangrijke stap in het Noord-Koreaanse nucleaire programma zijn. Maar de kluizenaarsstaat werkt niet als enige aan de modernisering van zijn kernwapenarsenaal. Vorig jaar in maart nog lanceerden de VS een Minuteman. Wanneer zo’n raket inslaat op een stad als Moskou kan ze 370.000 mensen doden en een miljoen anderen verminken. Kernwapens blijven moorddadig, en er breekt een tijdperk aan waarin de nucleaire dreiging groter wordt dan tijdens de Koude Oorlog.

Sinds 2000 hebben de Verenigde Staten en Rusland bijna 14.000 kernkoppen ontmanteld. Zo willen ze de kostprijs van hun arsenaal terugdringen en de resterende wapens dodelijker maken. De VS alleen al hebben een programma ter waarde van ruim een miljard dollar opgestart om nieuwe raketten, bommenwerpers en onderzeeërs te bouwen. Rusland heeft plannen om de volgende tien jaar honderden moderne kernraketten te ontplooien. Kleiner en krachtiger, dat is de strategie.

Ook andere kernmachten hebben hun arsenalen uitgebreid. Pakistan, India, China, Israël en Noord-Korea hebben samen minstens 250 kernkoppen extra in gebruik genomen. Zij investeren elk jaar miljarden om hun wapens minder kwetsbaar en doeltreffender te maken, door mobiele lanceerinstallaties te ontplooien die moeilijker te detecteren zijn, door meerdere kernkoppen op een raket te plaatsen en door afleidingssystemen op hun raketten te installeren. Het idee blijft dat nucleaire slagkracht de doeltreffendste verzekering tegen agressie is.

Steeds meer naties bezitten kernwapens, ook landen die onstabiel zijn, en vatbaar voor nationalisme. Ondanks de belofte van Iran om zijn kernprogramma stop te zetten, werkt het aan technologie die het land vroeg of laat kan toelaten om kernwapens te bouwen. Hetzelfde geldt voor onder meer Saudi-Arabië, Turkije en Japan. Dat worden virtuele kernmachten, kernmachten on hold.

Ook de kernwapenakkoorden uit de Koude Oorlog staan onder druk. Neem het INF, een verdrag dat het gebruik van middellangeafstandsraketten beperkt, in 1987 getekend door de Amerikaanse president Ronald Reagan en Sovjetleider Michail Gorbatsjov. China, dat niet gebonden is aan dat verdrag, bezit sinds de jaren negentig middellangeafstandsraketten. Omdat China er had, bouwde India er ook. Hetzelfde gebeurde met het ABM-verdrag, dat het gebruik van verdedigingssystemen tegen kernraketten aan banden legde. In dit geval bliezen de Amerikanen het verdrag op. China, Rusland en alle anderen volgden.

Hoe doeltreffender de verdedigingssystemen tegen raketten worden, hoe sneller en wendbaarder de kernmachten hun projectielen proberen te maken. China en de Verenigde Staten experimenteren met hypersonische kernkoppen. De nieuwste Franse, Chinese en Russische langeafstandsraketten dragen drie tot tien kernkoppen.

Dat zet landen aan om andere kwetsbare plekken te vinden, door cyberaanvallen bijvoorbeeld. Niemand weet goed hoever de ontwikkeling van cyberwapens staat. ‘We weten niet wat we niet weten’, zegt Robert Kehler, die het Amerikaanse Strategisch Commando leidde. In 2011 werd een Brits defensiebedrijf dat betrokken is bij de nucleaire Trident-onderzeeër getroffen door een cyberaanval. De VS hebben een cyberaanval geprobeerd tegen Noord-Korea. Experts vrezen dat signalen van radars en satellieten verstoord kunnen worden en fictieve raketlanceringen op de schermen kunnen verschijnen.

De Amerikaanse wetenschapper Kenneth Waltz zei dat meer kernwapens de wereld stabieler maken. Hoe groter de vernietigingskracht, hoe groter de terughoudendheid om ze te gebruiken. Dat was in volle Koude Oorlogsperiode. Vandaag is het strategische landschap complexer, de tijd om te beslissen over vergelding korter en de kans op verstoring via het internet of de ruimte groter. En dus stijgt ook de kans op incidenten.

Laten we niet naïef wezen: kernwapens zullen blijven en ook Europa moet kunnen afschrikken en verdedigen. Wat we nodig hebben, zijn nieuwe verdragen die de kans op incidenten verkleinen en standaardprocedures om lanceringen te verifiëren. Als we de kernwapens niet kunnen bannen, moeten we ze beter controleren.

Jonathan Holslag (1981) is professor internationale betrekkingen aan de VUB. Recent verscheen zijn essay Vlaanderen 2055.

Vele landen denken nog steeds dat nucleaire slagkracht de doeltreffendste verzekering tegen agressie is.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content