Als het tij niet snel keert, zullen er zich dit najaar grote drama’s afspelen bij de boeren. De Vlaamse landbouw zit midden in de diepste crisis uit de geschiedenis. ‘Als we blijven weigeren om genetisch gewijzigde gewassen te gebruiken, gaat onze landbouw eraan.’

De fiche ligt op het bureau van Ivan Hayez, voorzitter van de Waalse boerenfederatie (Fédération Wallonne de l’Agriculture, FWA): ‘Varken X is geboren in Canada, het is vetgemest in Australië. Uiteindelijk is het in ons land geslacht.’ Het varken reisde de wereld rond voor het werd opgegeten. Het voorbeeld is extreem, uitzonderlijk en bijna ongeloofwaardig. Maar het geeft wel aan hoe absurd het landbouwbeleid op wereldvlak soms wordt gevoerd om toch maar winst te kunnen maken.

De keten van de varkensteelt volgt, net als de andere landbouwsectoren, de weg van de laagste prijs. Om diezelfde reden ook belandt diepgevroren varkensvlees uit Brazilië in de rekken van onze warenhuizen. Het is ondanks de transportkosten nog altijd goedkoper dan varkensvlees uit eigen land. Sinds de landbouw almaar verder wordt geliberaliseerd, zijn het de grootschalige landbouwbedrijven die op de wereldmarkt de scepter zwaaien. Voor onze kleine boeren is dat dramatisch.

‘De grootste fout die Europa ooit maakte, was toen het in 1995 besliste om de landbouw te betrekken bij de onderhandelingen van de Wereldhandelsorganisatie’, meent Piet Vanthemsche, voorzitter van de Boerenbond. Sindsdien gaat het bergaf met de Europese landbouw. De bescherming van het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid moet worden afgebouwd. Na 2013 wil Europa definitief komaf maken met zijn exportsubsidies en dus ligt de Europese landbouw weldra te grabbel op de wereldmarkt. Voor veel Belgische boeren betekent dat in de huidige crisis: zwemmen of verzuipen. Vooral de melkveeboeren, maar ook de graan- en varkensboeren, zijn zwaar getroffen. De dood van een sector in tien vragen en evenveel antwoorden.

1. De Waalse melkveehouders kwamen op straat. Hebben ze gelijk?

De crisis is reëel: door de daling van de vraag zijn de prijzen ingestort en moeten de boeren onder de kostprijs werken. ‘De helft van de melkveeboeren heeft nu al te maken met liquiditeitsproblemen en kan zijn facturen niet meer betalen’, zegt Eric Tollens, landbouweconoom en professor aan de K.U.Leuven. ‘Ze hebben hun reserves opgebruikt. Hoe langer de crisis aanhoudt, des te kritieker het wordt voor de boeren.’

De Vlaamse overheid biedt steun in de vorm van overbruggingskredieten. Maar boeren die geen uitzicht hebben op verbetering, zakken zo nog dieper weg in de schulden. Vooral de melkveehouders en de tarweboeren zijn zwaar getroffen. ‘Als in het najaar de rekeningen binnenlopen, zouden er zich bij bepaalde boeren wel eens grote drama’s kunnen afspelen’, voorspelt Piet Vanthemsche. Bedrijven zullen over de kop gaan, en het aantal boerderijen zal nog meer inkrimpen. ‘De blijvers zullen herstructureren en uitbreiden. Grotere bedrijven zijn immers beter bestand tegen crisissen.’

2. Waarom is de melk zo goedkoop?

Voor het eerst in jaren kende de melkprijs een zware schok. Van 44 cent per geproduceerde liter begin 2007 is de melkprijs voor de boer op 20 cent teruggevallen. ‘Dat komt omdat de melkprijs, sinds de afbouw van de exportsubsidies in 2003, een afspiegeling is geworden van de wereldmarktprijs. En die is heel volatiel’, aldus Vanthemsche.

Tot 2007 bleef de prijs vrij stabiel. Toen piekte hij als gevolg van de stijgende vraag vanuit China en India (plus 10 procent), door de slechte oogsten van veevoedergewassen in Australië, en door de nefaste invloed van speculanten. De euforie was groot: na de zeven magere jaren waren voor de melksector de zeven vette jaren aangebroken – dácht men. Zuid-Amerikaanse melkveehouders, die anders dan de Europese boeren niet beperkt zijn door een melkquotum (een maximaal aantal liters te produceren melk, nvdr), produceerden ettelijke liters meer. Het aanbod nam geleidelijk toe. Maar door de economische crisis is de vraag intussen drastisch teruggevallen. China en India verbruiken minder melk dan voorheen. Dure zuivelproducten worden wereldwijd vervangen door goedkopere artificiële producten. Van een hoge piek zakte de melkprijs naar een niveau dat overeenstemt met wat de Europese Commissie als een vangnetprijs heeft voorgesteld.

3. Waarom is een liter cola duurder dan een liter melk?

Melk heeft een veel grotere voedingswaarde dan cola. En toch kost een liter cola voor de consument het dubbele van een liter melk. We hebben het dan over de winkelprijs. De boer krijgt daarvan – hoe laag die prijs ook is – amper een fractie: 25 à 30 procent, of 19 cent.

Een halve eeuw geleden kreeg de boer nog 50 procent. De verklaring ligt voor de hand: de kostenstructuur is vergeleken met een halve eeuw geleden sterk gewijzigd. De keten tussen de producent en de consument is veel complexer geworden. Lees: meer mensen moeten de winst verdelen onder elkaar. ‘Vaak is er zelfs geen correlatie meer in de evolutie tussen de kostprijs en de consumptieprijs; het zogenaamde frietzakeffect’, aldus Vanthemsche. ‘Telkens als de prijs van bijvoorbeeld de aardappelen stijgt, stijgt ook de prijs van de frieten. Maar de frieten dalen niet in prijs, ook al zijn de aardappelen aanzienlijk goedkoper geworden.’

Landbouwgrondstoffen zijn ramsjproducten geworden. ‘De warenhuisketens spelen daarin een grote rol’, zegt Ivan Hayez van de Waalse boerenfederatie. ‘Ze bekleden een machtige positie: een derde van de melk die in België wordt geproduceerd, wordt afgezet via de warenhuizen. Die kopen hun melk aan bij aankoopcentrales, die onder druk van de grootdistributie de prijs zo laag mogelijk houden. Warenhuizen willen hun melk verkopen tegen discountprijzen, die als lokaas moeten dienen voor de consument. Of de boer daarbij met verlies moet werken, zal hen een zorg wezen.’

‘De grootdistributie heeft boter op het hoofd, en dat heeft ze nu ook toegegeven’, zegt Hayez. De koepel van warenhuisketens, Fedis, heeft een akkoord gesloten met de Boerenbond en het Algemeen Boerensyndicaat. Voor elke liter melk die de boeren in de volgende zes maanden leveren, krijgen ze een toeslag van 2 eurocent. ‘Een historisch akkoord. Voor het eerst tasten warenhuisketens in hun beurs om de boeren bij te springen.’ Die toeslag hebben ze echter doorgerekend aan de klant. ‘Onze marge is niet groot genoeg om dat met onze eigen middelen te bekostigen’, klinkt het bij Fedis.

4. Hoe kan Danone intussen grote winsten boeken?

Wat met de marges van de zuivelbedrijven? Als gevolg van de lage melkprijzen – min 35 procent vergeleken met dezelfde periode vorig jaar – kon de Franse zuivelproducent Danone winstcijfers van 8 procent voorleggen voor de eerste helft van 2009. ‘Bij de Belgische zuivelbedrijven liggen de winstmarges veel lager’, verzekert de vertegenwoordigster van de koepelorganisatie van voedingsbedrijven, Fevia, die meteen ook aangeeft dat Fevia geen financiële steun kan bieden aan de boeren.

De Belgische Confederatie van de Zuivel (BCZ) volgt dezelfde redenering en verwijst naar een rapport van de Federale Overheidsdienst Economie uit 2008. ‘Dat toont duidelijk aan dat de winstmarges tussen 2002 en 2006 slechts 2,5 procent bedroegen’, zegt Renaat Debergh (BCZ).

Voedings- en zuivelbedrijven in Europa konden jarenlang wel hoge exportsubsidies genieten. De Waalse zuivelgigant en boterspecialist Corman, bijvoorbeeld, kreeg miljoenen subsidies voor zijn boter voor banketbakkerijen. Het doel was het gebruik van echte boter voor de bakkers aantrekkelijk te maken. Zoals bekend is de Europese Commissie die subsidies geleidelijk aan het afbouwen. Corman krijgt normaal gezien nog maar een fractie van de subsidies van toen. Hoewel, door de grote problemen in de zuivelsector heeft de Commissie de exportsubsidies sinds juli tijdelijk weer ingevoerd. Maar of dat de boeren op korte termijn helpt, is maar de vraag.

5. Hoeveel vrije markt kan de Europese landbouw verdragen?

Overschotten, interventieprijzen, exportrestituties: het waren dé grote schaduwkanten van het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid zoals we die decennialang hebben gekend. ‘Men wil er volledig komaf mee maken’, zegt Piet Vanthemsche. ‘Maar de slinger is nu wel te ver in de andere richting doorgeslagen.’ De markt wordt hoe langer hoe meer geliberaliseerd. De prijzen van de landbouwproducten zijn verlaagd en liggen almaar dichter bij de wereldmarktprijzen.

Sinds 2003, met de zogenaamde Mid-Term Review, de grootste hervorming in het Europese landbouwbeleid, is de prijsondersteuning afgeschaft en krijgt de boer alleen nog een rechtstreekse inkomenssteun, berekend op basis van de grond die hij bewerkt. ‘Die is van groot belang voor het inkomen van de boeren’, aldus Vanthemsche. (zie grafiek)

Voor de melkveehouders die de melkquota zien verdwijnen, is het een hart onder de riem. Nu al worden de melkquota jaarlijks met 1 procent verhoogd, tot ze in 2015 volledig worden afgeschaft. De melkprijs is dan volledig onderhevig aan de vrije markt. ‘Die is dat nu al’, zegt landbouweconoom Eric Tollens. ‘Het effect van de “zachte landing” van de melkquota, het geleidelijke uitdoofscenario, verwachtte men tegen 2013 of 2014.’ Het werd een harde landing. Bedrijven die niet efficiënt zijn of niet kostenbewust produceren, zullen eraan moeten geloven.

7. Heeft Europa te veel toegegeven aan de Wereldhandelsorganisatie?

Piet Vanthemsche vindt van wel. ‘In 1995, tijdens de onderhandelingen met de Wereldhandelsorganisatie heeft Europa de landbouw opgeofferd, in ruil voor een akkoord over de industrie. Dat was een zware inschattingsfout’, zegt hij. ‘Er is nog altijd géén akkoord, maar de landbouw heeft zijn hervormingen wel al doorgevoerd.’ De Boerenbond wil de toegevingen terugschroeven, en zorgen voor een betere bescherming van de landbouw.

Maar kan dat zomaar? ‘Je kunt niet tegelijk vrijhandel opeisen voor indus-triële producten, én je landbouw afschermen van de wereldmarkt’, aldus Eric Tollens. ‘Duitsland is de grootste exporteur van industriële goederen ter wereld, en dus moet je een evenwicht vinden tussen de twee. Een land als Brazilië bijvoorbeeld neemt het niet dat Europa zich afschermt tegen de import van hun landbouwproducten, terwijl het anderzijds wel eigen industriële producten op de Braziliaanse markt wil afzetten. Veel keuze is er niet.’

8. Is enig protectionisme toch niet goed?

‘Er is een bescherming van de boeren nodig’, vindt Vanthemsche. ‘Zonder het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid verdwijnt de landbouw in Europa. We zijn niet competitief tegenover de kostenleiders op wereldvlak. Tegen de grootschalige Zuid-Amerikaanse landbouwbedrijven, met tal van werknemers, die maïs, rundvlees, varkensvlees en kippenvlees produceren, kunnen we gewoon niet op. Als onze landbouw wordt blootgesteld aan de concurrentie met dergelijke sterke regio’s, is hij met uitsterven bedreigd.’

Wat vindt de Europese Commissie? De politieke discussie over het landbouwbeleid na 2013 is volop aan de gang. Eerst moet tijdens de begrotingsonderhandelingen in 2010 beslist worden hoeveel geld er nog mag gaan naar de landbouw. Nu is dat 40 procent, waarvan een deel wegvloeit naar subsidies aan adellijke families of naar de grootindustrie.

Hoe zal Europa bovendien de landbouw reorganiseren? De boeren wachten met een bang hart af. Gaat het in de richting van nog meer liberalisering? Of keert Europa toch terug naar meer bescherming en een gereguleerde markt met vangnetten?

8. Wat als alle subsidies verdwijnen?

Ook al is de Europese Commissie van plan om de exportsubsidies na 2015 volledig af te bouwen, voor de crisis maakte ze een uitzondering en ze besliste om de landbouwers tijdelijk bij te springen met een reeks exportsubsidies (voor boter en mager melkpoeder, en steun bij private opslag). ‘Het levert ons bakken kritiek op uit Nieuw-Zeeland, Australië en Canada’, zegt Eric Tollens. Dat neemt niet weg dat de Commissie de lijst met te subsidiëren producten eventueel zal uitbreiden, om de druk op de zuivelmarkt nog meer te verlichten.

‘Het is een tijdelijke maatregel’, benadrukt Tollens. ‘Wanneer de subsidies tegen 2015 eenmaal afgeschaft zullen zijn, zal dat hard aankomen voor de boeren. De productie zal omlaag moeten – er wordt in Europa nog altijd te veel geproduceerd. En er zal meer geïmporteerd worden. Enkel de grote, efficiënte bedrijven zullen die beweging overleven. De kleinere zullen het moeten bekopen.’

9. Kunnen genetisch gewijzigde gewassen ons redden?

Het is een open deur intrappen: Europa voert een zeer conservatief beleid op het vlak van genetisch gewijzigde gewassen (ggo’s). Voor de toekomst wordt dat een zware handicap. In vergelijking met de rest van de wereld lopen we nu al achterop met de ontwikkeling van ggo’s.

Maar de stugge houding van Europa jaagt de boeren ook op kosten als het om veevoeders gaat. ‘Omdat we weigeren genetisch gewijzigde maïs en soja in veevoeders te gebruiken, lopen de kosten van ingevoerde veevoeders enorm hoog op’, zegt Tollens. ‘De gewone veevoeders zijn ontzettend duur geworden. Het gevolg is dat we aan competitiviteit inboeten.’

‘De situatie is stilaan onhoudbaar aan het worden. Voor soja is er nu al een probleem. 90 procent van de soja in de VS is transgeen. In Brazilië is dat meer dan 50 procent. Als we competitief willen blijven in de zuivel-, de varkens- en de kippensector, dan zal Europa zijn beleid moeten aanpassen. Want de hoge grondstoffen snijden zwaar in het budget van de boer.’

10. Kan Europa zichzelf nog voeden?

De economische crisis heeft de prijsstijging van de landbouwgrondstoffen afgetopt. Maar ze maskeert het probleem: structureel blijft de voedselcrisis namelijk bestaan. De wereldbevolking blijft toenemen, en tegelijk worden bepaalde grondstoffen schaarser. Water, bijvoorbeeld, wordt een bepalende factor voor de landbouwsector. Er wordt ook een strijd gevoerd om de landbouwgrond. ‘In de komende decennia zal de competitie om voedsel toenemen. Voedsel zal een schaars goed worden’, zegt Piet Vanthemsche. ‘Op termijn is het dan ook van politiek en strategisch belang dat we in onze eigen voedselbevoorrading kunnen voorzien, en niet afhankelijk zijn van andere delen van de wereld. China en Korea bereiden zich al volop voor.’

Zo zag de Koreaanse multinational Daewoo, een constructeur van schepen en auto’s, brood in de voedselcrisis. Hij huurde landbouwgronden in Madagaskar. ‘Er waren gigantische contracten ondertekend voor honderdduizenden hectaren grond, om aan de toekomstige voedselvoorziening van de Koreanen te voldoen’, aldus Tollens. ‘Maar nu de wereldprijzen ingestort zijn, heeft Daewoo zijn engagement teruggeschroefd.’ Ook andere multinationals uit Azië en het Midden-Oosten wilden uitbreiden naar de landbouw tegen de achtergrond van de stijgende prijzen. Voorlopig hebben ze hun projecten opgeborgen, nu de markt is omgeslagen.

‘Voor mij is het geen doel op zich dat Europa kan voorzien in zijn eigen voedselbevoorrading’, vindt Eric Tollens. Hij vindt het veel belangrijker om opnieuw buffervoorraden aan te leggen. ‘Dat is vorig jaar gebleken, toen de prijzen zo hoog waren. Vroeger had men de interventievoorraden, de melkplassen en de boterbergen, waarmee men ook tussenbeide kon komen om de prijzen te beïnvloeden. Nu heeft men geen strategische reserves meer. Stel dat de haven van Antwerpen tijdelijk onbereikbaar is, dan hebben we een groot bevoorradingsprobleem. Net zoals voor olie zouden we strategische voedselvoorraden moeten aanleggen voor twee of drie maanden.’ Zelfs met een beperkt aantal landbouwbedrijven zouden we het dan, ook zonder import, nog een tijdlang kunnen rooien.

DOOR INGRID VAN DAELE

‘Warenhuizen willen hun melk verkopen tegen discountprijzen, die als lokaas moeten dienen voor de consument. Of de boer daarbij met verlies moet werken, zal hen een zorg wezen.’

‘Als we competitief willen blijven in de zuivel-, de varkens- en de kippensector, dan zal Europa zijn beleid moeten aanpassen. Want de hoge grondstoffen snijden zwaar in het budget van de boer.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content