Een vertelling op de oevers van de Oosterschelde, Shakespearedrama in graancirkels, moderne dans tussen de wieken van een windmolenpark. Het Zeeland Nazomerfestival verheft locatietheater tot een zelfstandige discipline. Met de Vlaming Alex Mallems aan het roer.

Zeeland, waar Vlamingen thuis zijn. En dat geldt heus niet alleen voor de wat verschoten seksshops in Sluis. Er is uiteraard de ligging: Zeeland grenst aan Vlaanderen en ligt op een boogscheut van Brugge, Gent en Antwerpen. Daarnaast is er ook de historische band: Zeeland was in een ver verleden gelieerd aan Vlaanderen, dat hoor je nog in het Zeeuwse dialect en zie je aan de architectuur. Zo werd het stadhuis van Middelburg ontworpen door Keldermans, de architect die ook de kathedraal van Antwerpen ontwierp. De abdij van Middelburg werd gesticht door Vlaamse monniken. Diezelfde abdij is het festivalcentrum van het Zeeland Nazomerfestival (ZNF). Op het idyllische binnenplein vinden concerten plaats met ook dit jaar veel talent van bij ons zoals Selah Sue, Yevgueni en Tom Helsen. Van de abdij waaiert het ZNF uit over de rest van de provincie Zeeland, met locatievoorstellingen in Wilhelminadorp, Serooskerke, Westkapelle en Terneuzen. De samenwerking tussen Vlaamse en Nederlandse podiumkunstenaars is een artistiek statement van het ZNF en een persoonlijke optie van artistiek leider Alex Mallems. Een Vlaming, voorwaar. ‘Voordat ik in 2001 van start ging bij het ZNF, werkte ik als dramaturg bij de KVS en bij het NationaleToneel in Den Haag’, vertelt Mallems. ‘Dat werken in twee landen heb ik altijd bijzonder verrijkend gevonden. Vandaar dat ik Vlaanderen en Nederland in het ZNF wil samenbrengen, temeer omdat ze steeds meer uit elkaar dreigen te groeien. Het Theaterfestival werd enkele jaren geleden opgesplitst in een Vlaams en een Nederlands festival. Vlaamse gezelschappen spelen nauwelijks nog in Nederland en Nederlandse gezelschappen zijn amper nog in Vlaanderen te zien.’

Blinde vlek

Zeeland lijkt soms de blinde vlek van Nederland als het op cultuur aankomt. Maar schijn bedriegt. Er is een bloeiende muziekscène, en Zeeland kent een lange traditie van beeldende kunstenaars, van Mondriaan en Toorop tot vooraanstaande hedendaagse artiesten als beeldhouwer Marinus Boezem en schilder Piet Dieleman. Maar op het stuk van theater bleef het bij de Zeeuwen verdacht stil. Tot de komst van het ZNF in 2001. ‘Er was hier geen enkel professioneel erkend theatergezelschap’, aldus Mallems. ‘Daarom hebben we productietheaterhuis Zeelandia opgericht. Daarmee maken we tijdens het jaar twee zaalproducties, zoals Amanda, naar een tekst van Walter Van den Broeck, en vier locatievoorstellingen tijdens het festival. (zie kader) Vanaf dit jaar is het ZNF erkend in de basisinfrastructuur door het ministerie van Cultuur. Het was onze grote ambitie om landelijke erkenning te krijgen voor de Zeeuwse kunsten, en dat is ons gelukt. Het ZNF en productiehuis Zeelandia worden nu beschouwd als de culturele kroonjuwelen van Zeeland. De helft van onze festivalbezoekers zijn Zeeuwen, 35 procent komt uit de rest van Nederland en 15 procent komt uit Vlaanderen. Goed voor een totaal van 25.000 bezoekers. Velen van hen zijn cultuurtoeristen die voor meerdere voorstellingen een kaartje kopen en hun theaterbezoek koppelen aan een verblijf in Zeeland.’

Landschapspodium

Het bijzondere aan Zeeland is dat het een cultuurlandschap is, door de mens op de zee gewonnen door inpoldering en indijking. Het is een artificieel landschap, terwijl het er naturel uitziet, vindt Mallems. ‘Dat is een interessante spanningsboog om theater te brengen. Bovendien beschikt Zeeland over een groot historisch patrimonium, van bunkers tot kerken, en heb je zowel industrieel erfgoed als agrarisch landschap. Het voordeel van het ZNF is dat je nooit tweemaal op dezelfde plek komt, in tegenstelling tot andere festivals zoals Oerol of Theater aan Zee waar je elk jaar toch min of meer dezelfde locaties hebt.’

Locatietheater is niet alleen een leuk plekje zoeken om een stuk te spelen. ‘Je moet die plek ook theatraliseren door een toegevoegde vormgeving’, zegt de artistiek directeur. ‘Het ZNF wil voorstellingen brengen die alleen maar op die specifieke plaats thuishoren. Zo brachten we vorig jaar Kwartet van Heiner Müller, een toneelwerk gebaseerd op Les liaisons dangereuses waarin de personages als vergif zijn voor elkaar. We hebben die voorstelling geplaatst in een bunker van het COVRA, het Nederlandse verwerkings- en opslagbedrijf voor radioactief afval. Het mooiste compliment kwam van een toeschouwer die zei: “Ik wist niet welke elementen wel of niet deel uitmaakten van het decor”.’

De kracht van een locatie ten volle benutten: in vergelijking met Nederland lijkt Vlaanderen op dat vlak achterop te hinken. ‘Nederland heeft hierin een traditie opgebouwd: Oerol, het locatietheaterfestival op het Waddeneiland Terschelling, bestaat al 25 jaar en is een begrip geworden – al gaat dit festival niet zo radicaal om met locaties als wij’, zegt Mallems. ‘In Vlaanderen staat het locatietheater nog in zijn kinderschoenen, maar je ziet hoe de Zomer van Antwerpen en Theater aan Zee daar langzaam in groeien. Ik verwacht dat die tendens zich zal doorzetten en dat theatermakers steeds meer zullen beseffen dat locatietheater heel wat mogelijkheden biedt. Artistiek gezien, maar ook qua publieksbereik. Locatietheater is drempelverlagend omdat het publiek vaak in de eerste plaats afkomt op de speelplek. Dat is niet erg, zolang de locatie niet louter een gadget is maar je ook een artistieke meerwaarde biedt.’

Op locatie theater maken, vergt het uiterste van een organisatie: je moet van nul af beginnen, van elektriciteit tot sanitair. Mallems: ‘Maar één ding kun je niet installeren: het weer. Als je een hele dag in een open veld repeteert terwijl het regent dat het giet, dan is het afzien. Maar laat theaterlicht op een korenveld vallen terwijl het lichtjes nevelt, en je krijgt pure magie.’

Podiumlandschap

Onherbergzaam en onvoorspelbaar? Het gaat net zo goed op voor het podiumlandschap en de bijbehorende subsidies. Ook Vlaanderen keert met de wind. ‘Aan het ZNF werken naast Nederlandse veel Vlaamse kunstenaars mee, en we trekken ook een groot Vlaams publiek aan. Maar daar staat nu geen structurele financiële ondersteuning vanuit Vlaanderen tegenover’, zegt Mallems. ‘We hebben vorig jaar een eenmalige subsidie van 15.000 euro gekregen van Cultuur Vlaanderen, maar dat is een druppel op een hete plaat. De budgetten zijn beperkt en het kluwen van subsidieaanvragen is zeker voor een multidisciplinair kunstenfestival bijzonder ingewikkeld.’

‘Toen Vlaams minister Paul Van Grembergen in 2002 het ZNF opende, beloofde hij dat er geld zou vrijkomen via de “vuurtorens”, een intitiatief om Vlaamse instellingen die Nederlandse cultuur brengen en vice versa te ondersteunen. Maar een jaar later was de formule van die vuurtorens alweer afgeschaft. Nu ik eraan denk, de opening van het ZNF was indertijd Van Grembergens eerste buitenlandse missie. Misschien moeten we Joke Schauvliege maar eens uitnodigen.’

ZEELAND NAZOMER FESTIVAL, VAN 25 AUGUSTUS TOT EN MET 5 SEPTEMBER OP DIVERSE LOCATIES IN ZEELAND. INFO: WWW.NAZOMERFESTIVAL.NL

DOOR LIV LAVEYNE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content