‘De bejaarden first: dat is de toekomst’

Deze en volgende foto's zijn gemaakt in Woon-zorgcentrum Sint-Vincentius in Ardooie. © SISKA VANDECASTEELE

In Zweden besturen senioren mee het woon-zorgcentrum waar ze verblijven: ze begroten ontvangsten en uitgaven, ze bepalen wat op tafel komt en wie in dienst wordt genomen. Kan het zogenaamde ‘Tubbemodel’ ook in Vlaanderen werken?

‘Het is niet ons huis, het is hún huis’: zo vat Kasja Kristensson (klein, rond, pittig kort bruin haar) de visie van het rust- en verzorgingshuis Tubberödhus op het West-Zweedse eiland Tjörn samen. Bewoners en personeel van woon-zorgcentrum Sint-Vincentius in het West-Vlaamse Ardooie luisteren aandachtig naar de uiteenzetting van de ervaren zorgkundige uit Zweden. De ouderen, hoofdzakelijk zorgflatbewoners die nog niet zo hulpbehoevend zijn, zijn op hun paasbest gekleed voor het Zweedse bezoek. Naast Kasja is er ook Lilian Bohlin (lang, slank, pittige korte platinablonde coupe), die manager is in Tubberödhus.

Vlak bij de zee, op een van de grotere Zweedse eilanden, brengen de Zweedse dames het zogenoemde ‘Tubbemodel’ (naar de naam van hun rusthuis) of ‘relatiegerichte ouderenzorg’ in de praktijk. In Tubberödhus, eigenlijk een verzameling huizen die nadrukkelijk doen denken aan Villa Kakelbont van Pippi Langkous, wonen meer dan dertig hoogbejaarden. De meerderheid is de 90 voorbij en zwaar hulpbehoevend. Toch zitten de meesten van hen, samen met vertegenwoordigers van het personeel, in een van de thematische werkgroepen die Tubberödhus dagelijks managen. Ze gaan over de activiteitenplanning en de financiën, de aankoop van voeding en de samenstelling van het menu, de keuze van de meubelen en de decoratie in het huis. Niets is verplicht, het staat de bewoners vrij om al dan niet aan het bestuur van het huis deel te nemen.

‘De ouderen in de werkgroepen hebben evenveel inspraak als het personeel’, zegt Lilian. Zij en Kasja trekken een week lang op uitnodiging van de Koning Boudewijnstichting kriskras door België om in verschillende woon-zorgcentra het Tubbemodel toe te lichten.

Ook bij het personeelsbeleid hebben de ouderen een vinger in de pap. Belangstellenden kunnen aanschuiven bij sollicitatiegesprekken. ‘Waarom wilt u precies bij ons komen werken?’, ‘Wat is uw motivatie?’: zulke vragen stellen ze dan, vertelt Kasja. Kandidaten die niet passen in de filosofie van Tubberödhus worden op die manier snel uitgefilterd.

Betutteling is in Tubberödhus sowieso uit den boze. ‘Het gaat erom wat de ouderen willen’, legt Kasja uit. ‘Wij hebben een blinde bewoner die absoluut mee op museumbezoek wilde. Wie ben ik om hem dat te ontzeggen?’

Zelf hebben de Zweden de mosterd gehaald bij de Deense minister van Ouderenzorg Thyra Frank. Haar motto: ‘Zolang je in leven bent, moet je leven.’ En dus, zegt ze, moet alles uit de kast gehaald om ook zieke en hoogbejaarde mensen maximale levenskwaliteit te bieden.

Bottom-up

‘Ouderen behandelen als gelijken: daarrond draait de Zweedse aanpak’, vertelt Lilian Bohlin aan haar Vlaamse toehoorders. ‘Dat zit soms in kleine dingen. Als we bijvoorbeeld met iemand praten, kijken we hem of haar aan en gaan op ooghoogte zitten. Personeel en bewoners eten ook altijd samen en drinken samen koffie. We houden zo veel mogelijk rekening met het tijdstip waarop mensen willen opstaan, eten of verzorgd worden. En we respecteren hun verlangen naar privacy.’

‘De bejaarden first: dat is het gewoon’, vult Kasja Kristensson aan. ‘Bewoners mogen niet het gevoel hebben dat ze op de werkplek van het personeel wonen.’ Het restaurant van Tubberödhus wordt gerund als een écht restaurant en is open voor familie en vrienden. Ook oudere omwonenden maken er graag gebruik van – en dat zijn er nogal wat op Tjörn: in de winter wonen er 15.000 op het eiland, in de zomer liefst 45.000.

‘Vragen onze bewoners me iets, dan zeg ik altijd ja’, vertelt Kasja aan het geamuseerde Vlaamse publiek. ‘Pas daarna bedenk hoe ik het voor elkaar moet krijgen.’ De één wil gewoon zijn hart luchten, de ander heeft meer ambitieuze doelen. ‘Twee jaar geleden wilde een aantal bewoners naar Tenerife reizen. Uiteindelijk zijn er drie vertrokken, alle drie voor honderd procent hulpbehoevend. Ik heb toen zeven dagen lang de klok rond gewerkt. Maar ik zag hen in Tenerife opnieuw de mensen worden die ze waren vóór ze oud en ziek werden. Het was de mooiste week van mijn leven.’

De bevindingen van de nieuwe bottom-upaanpak, waarmee de Zweden in 2009 begonnen, zijn op alle vlakken positief. Tubberödhus is niet duurder dan klassieke rust- en verzorgingstehuizen in Zweden, integendeel. Het rusthuis heeft ook een laag personeelsverloop en de levenskwaliteit van de ouderen is erop vooruitgegaan. Sinds de overschakeling op het Tubbemodel, dat intussen met steun van de Zweedse overheid op verschillende plaatsen in het land wordt gevolgd, voelen ze zich beter, merkt Kasja, die al twintig jaar in de ouderenzorg werkt. ‘Ze nemen aanzienlijk minder pillen tegen slapeloosheid, angst en depressie. En omdat er heel veel aandacht gaat naar lekker eten, komen ze allemaal bij.’

Ook met de arbeidsvreugde van het personeel zit het snor. Van mentale uitputting of burn-out, veel voorkomende ziektes in de Vlaamse zorgsector, hebben Kasja en haar collega’s geen last. ‘Je voelt je zó nuttig door deze manier van werken en zó betrokken bij de ouderen – ze zijn echt mijn vrienden geworden. Ik krijg ook veel vrijheid en heb het gevoel dat ik de baas over mijn eigen baan ben.’

Het personeel in Tubberödhus is flexibel en wordt gestimuleerd om zelf ondernemer te worden in de eigen organisatie. ‘Als ik ’s ochtends aankom,’ legt Kasja uit, ‘heeft de pedagogische werkgroep mijn dag gepland. Ik neem dagelijks ongeveer zes ouderen voor mijn rekening, waarvan er maximaal twee volledig hulpbehoevend zijn. Ik doe die dag alles met hen: ik verzorg hen, geef medicatie, maak de kamer schoon, doe de was, voed de katten, dek de tafel, begeleid de activiteiten, en ga zo maar door.’

Doordat het Zweedse personeel veelzijdig werkt en ook taken krijgt waarvoor het niet noodzakelijk het geschikte diploma heeft, is het lastig om de verhouding personeelsleden-bewoners met Vlaanderen te vergelijken. ‘Bij ons zien bewoners in één dag soms wel tien verschillende zorgverleners’, zegt Koen Joly tijdens de receptie na het exposé van Kasja en Lilian. Joly is zelfstandig organisatiecoach. Hij zal woon-zorgcentrum Sint-Vincentius geleidelijk naar het Tubbemodel helpen omschakelen, of minstens sommige aspecten ervan helpen overnemen. ‘Een dialoog met de bewoners tot stand brengen en hun aanbevelingen ter harte nemen: dat lijkt me cruciaal.’

Klaartje Theunis, directeur Ouderenzorg bij Zorgnet-Icuro, is blij dat de Vlaamse ouderenzorg dankzij het Zweedse bezoek en de ideeënuitwisseling eindelijk weer eens positief in de aandacht komt. ‘De laatste tijd was negatief nieuws de regel’, vertelt ze aan de verbaasde Zweden. Niet dat Kasja en Lilian overal even enthousiast ontvangen zijn: in Wallonië, waar ze ook een paar rusthuizen bezochten, viel het Tubbemodel niet in goede aarde. De vakbonden vonden de nieuwlichterij uit Zweden naar verluidt maar niets.

In Sint-Vincentius is het contact allerhartelijkst. De West-Vlaamse ouderen uit de assistentieflats blijken gecharmeerd van de Zweedse aanpak, maar betwijfelen of die bij hen een kans maakt. Want het is ook een kwestie van cultuur. ‘We hebben geprobeerd om gezamenlijke maaltijden met de flatbewoners te organiseren’, vertelt Mia, met haar 68 jaar de jongste van de groep. ‘Maar de meesten eten liever alleen. Jammer.’

Mei 68’ers

Na een stevig middagmaal van foie gras, stoofvlees met frieten en sabayon op basis van streekbier – ‘de koks hebben zich uitgeleefd’ – vergaderen personeel en directie van Sint-Vincentius, het aangesloten dagverzorgingscentrum De Kim en ontmoetingsplek De Loods met de Zweedse bezoekers. Mondjesmaat willen ze de Tubbefilosofie kopiëren, ondanks de grote verschillen tussen Vlaanderen en Zweden. Sint-Vincentiusdirecteur Renaat Lemey beseft dat dat niet eenvoudig wordt. In het sterk gereglementeerde Vlaanderen is de financiering van de ouderenzorg om te beginnen grotendeels gebaseerd op de verschillende categorieën en functies bij het personeel. ‘In Vlaanderen is het diploma heilig. Dat aspect van het Zweedse model kunnen wij helaas niet overnemen. Maar wij kunnen wel een mentaliteitsverandering teweegbrengen, zodat ieder personeelslid zich verantwoordelijk voelt voor het geheel.’

In Zweden is in 2016 ook een Tubbeproject voor ouderen met dementie gestart. Niet zozeer de bejaarden maar wel hun familieleden krijgen dan inspraak. Het is nog niet helemaal duidelijk hoe het model in die context werkt, al geloven Kasja Kristensson en Lilian Bohlin rotsvast in de goede afloop.

In woon-zorgcentrum Sint-Vincentius lijdt meer dan de helft van de bewoners aan dementie. Toch is Renaat Lemey ervan overtuigd dat de vraaggerichte benadering op termijn de enige juiste is. ‘We krijgen vandaag te maken met een nieuwe generatie ouderen. De mei 68’ers, die mondiger zijn en hogere eisen stellen op het gebied van accommodatie, personeel en voorzieningen. Ze willen wifi, veel televisiekanalen, een eigen restaurant waar ze met familie en vrienden een lekkere fles wijn kunnen kraken, en ze willen boeiende activiteiten.’

De Zweedse benadering veronderstelt een omslag bij de bewoners, maar zeker ook bij het personeel. Dat zal zich moeten aanpassen en constant in gesprek gaan met zijn klanten. Het werk wordt een tikkeltje ingewikkelder dan de taakomschrijving doet vermoeden. Maar voor de vele supergemotiveerde zorgverleners in de ouderenzorg vormt dat allicht geen bezwaar. ‘In onze opleiding wordt al veel nadruk gelegd op participatie’, zegt een verzorgkundige van Sint-Vincentius tijdens de vergadering met Kasja en Lilian. ‘Maar als je eenmaal aan het werk bent, komt daar nauwelijks iets van in huis.’ In veel rusthuizen in Vlaanderen is de werkdruk zo hoog dat het personeel op sommige dagen zelfs geen tijd heeft om even een praatje met de bewoners te maken. Of hoe, ook hier, tussen droom en daad wetten en praktische bezwaren in de weg staan.

Door HAN RENARD, foto’s SISKA VANDECASTEELE

‘De nieuwe generatie ouderen is mondiger en stelt hogere eisen. Voor hen is de vraaggerichte benadering de enige juiste.’ Renaat Lemey, directeur Sint-Vincentius Ardooie

‘Sinds de overschakeling op het Tubbemodel nemen de ouderen aanzienlijk minder pillen.’ Kasja Kristensson

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content