Onder de noemer geo-engineering vallen megalomane projecten die de wereld op globale schaal willen veranderen. Een klassiek voorbeeld is het in de hogere atmosfeer spuiten van stofdeeltjes om een permanente vulkaanuitbarsting te simuleren, waarmee de opwarming van de aarde gecounterd moet worden. Anderen willen een groot aantal spiegels in een baan om de aarde brengen die een deel van het zonlicht moeten terugkaatsen.

Beangstigende projecten van ingenieurs die denken dat ze de aarde kunnen benaderen als een machine waarvan je hier en daar een onderdeel verandert om ze efficiënter te laten functioneren. Mensen die niet begrijpen dat de natuur misschien complexer in elkaar zit dan uit hun modellen blijkt.

Mensen die op hun manier god – God – willen spelen.

We bezochten voor het Beagleproject een haventje in de Australische stad Sydney waar de lokale wetenschapper-ondernemer Ian Jones zijn techniek tot geo-engineering demonstreerde, en stelden tot onze ontzetting vast dat gigaprojecten getest kunnen worden met een emmertje en een aftandse computer. Jones schepte wat water uit de zee, mat met een sensor de dichtheid van plantaardig plankton in het staal, en voegde er vervolgens een magische vloeistof aan toe. Klaar was Kees. Het experiment was gestart.

Het stikstof in de vloeistof zou de productie van plantaardig plankton vertienvoudigen.

Jones wil de oceaan bemesten, net als met de landbouw gebeurt. Hij wil er op grote schaal stikstof aan toevoegen, een remmende factor in de natuurlijke ontwikkeling van minialgen, waardoor hij de basis van de voedselketen vergroot. Meer plantaardig plankton betekent meer dierlijk plankton en dus meer voedsel voor vissen.

Zo moet de visvangst weer realistisch worden, leefbaar voor vissers, maar vooral voor de vele arme mensen langs kustgebieden in de derde wereld die van vis afhankelijk zijn voor hun overleving. Het was moeilijk uit te maken of de gedrevenheid waarmee Jones vertelde over zijn frustratie dat er wereldwijd bijna een miljard mensen permanent honger heeft, gemeend was dan wel deel uitmaakte van de spin die hij verkocht om zijn verhaal aanvaardbaar te maken.

Voor Jones was het terugdringen van de opwarming van de aarde een neveneffect van zijn inspanningen om meer mensen te voeden. Een verhoogde productie van plantaardig plankton zal tot meer fotosynthese leiden, tot een grotere omzetting van het broeikasgas koolstofdioxide in zuurstof en energie voor de algjes. Om de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer stabiel te houden zijn er, volgens Jones’ berekeningen, wereldwijd niet meer dan vierhonderd stikstoffabriekjes nodig die telkens een oppervlakte van 625 vierkante kilometer oceaan (zones met een zijde van 25 kilometer) bemesten.

De winst van zijn onderneming moet uit de strijd tegen het broeikaseffect volgen, want hij wil de koolstofkredieten die hij genereert door koolstof uit de atmosfeer te halen, verkopen aan bedrijven of instanties die hun koolstofproductie willen compenseren.

De klok terugdraaien

Er is uiteraard veel weerstand tegen dit soort projecten. Tegenstanders voeren aan dat er zoveel onbekenden zijn dat zelfs het meest ingewikkelde model niet kan voorspellen wat er zal gebeuren door het uitschakelen van een beperkende factor in de ontwikkeling van plankton. Dat die limiet er is kan op zichzelf al een gegronde reden hebben, hoewel niet duidelijk is welke. De analogie met de bemesting van landbouwgrond is zwak, omdat mensen aan land veel beter kunnen volgen wat er eventueel misloopt dan onderwater. Daarenboven is grootschalige landbouw geen zegen gebleken voor de biodiversiteit.

Het is niet te voorspellen of een verhoging van het stikstofgehalte in de oceaan niet tot een overproductie zal leiden van toxische algen, of van ongewenste visjes en kwallen die wat er ons rest aan sardientjes verder de vernieling in zullen werken. Het is onmogelijk te voorspellen of het ecosysteem op het ogenblik dat waarnemers merken dat er iets fout gaat, niet al zo sterk veranderd zal zijn dat het eenvoudig uittrekken van de stekker – zoals Jones voorhoudt als noodoplossing – geen optie meer is.

De verwachting dat ingenieurs het broeikasprobleem zullen oplossen, zal ten slotte leiden tot nog minder aandacht voor preventieve maatregelen dan nu al het geval is. Veel mensen zijn niet geïnteresseerd in het aanpassen van hun gedrag, omdat ze nooit op de lange termijn denken.

VOOR EEN ANALYSE VAN DE TROEBELE FIGUREN DIE HET CONCEPT VAN IJZERBEMESTING VAN DE OCEAAN PROMOTEN, ZIE DE TEKST ‘DECEIT AND SELFDECEPTION’ (BEDROG EN ZELFMISLEIDING) OP DIRK DRAULANS’ BLOGSITE.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content