Dave Mestdach

Op het einde van zijn leven woonde Charles Baudelaire twee jaar in Brussel – van 1864 tot 1866 – maar veel joie de vivre kende de Franse dichter niet tijdens zijn verblijf in de hoofdstad. Het was een periode getekend door armoede en verbittering die de auteur van Les fleurs du mal inspireerden tot een vlammend (en tijdens zijn leven ongepubliceerd) pamflet tegen België en vooral tegen Brussel, dat hij vol vitriool omschreef als een ‘Kleine stad, vol kleine geesten en kleine harten’. In het Broodhuis aan de Grote Markt loopt nu een tentoonstelling die het Brussel van toen belicht met Baudelaire als gids. Meer dan 250 werken – schilderijen, etsen, tekeningen, teksten en oude foto’s – flitsen je terug naar de stad van koning Leopold 1, de stinkende Zenne en de snelle industriële ontwikkeling, gevat onder een voile van spleen en tristesse. Welkom in Baudelaires pauvre Belgique.

Baudelaire

Museum van de Stad Brussel

Tot 11/03/18

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content