Luc Baltussen
Luc Baltussen Luc Baltussen is redacteur bij Knack.

Hebben de grote warenhuizen in ons land de onderlinge concurrentie tussen haakjes gezet, toen ze ons de voorbije jaren Nutella, Ferrero Rocher en Mon Chéri verkochten? Aan de andere kant van die vraag staan miljoenenboeteste wachten.

De vrije keuze van de consumenten garandeert dat verkopers vergelijkbare producten tegen een zo laag mogelijke prijs op de markt zullen brengen. Zo laag mogelijk, dat wil zeggen hoog genoeg om er nog iets aan te verdienen maar niet zo hoog dat de consumenten het product bij de concurrentie gaan kopen. Dat is de basisgedachte achter de vrijemarkteconomie. Een belangrijke voorwaarde voor de goede werking van de vrije markt is dat de concurrentie open is. Als de aanbieders onderling afspraken gaan maken, bijvoorbeeld over de prijzen, dan maken ze het de consumenten onmogelijk om de aanbieder te belonen die met het beste voorstel komt. Daarom zijn prijsafspraken verboden en bestaan er zowel op Europees als op Belgisch niveau overheidsdiensten die zulke afspraken moeten opsporen en bestraffen.

Nu blijkt dat het Auditoraat van de (Belgische) Raad voor de Mededinging meent dat een aantal grote Belgische warenhuizen aan dergelijke prijsafspraken schuldig zijn. Het verslag van de auditeur stelt ‘dat door tussenkomst van een fabrikant gecoördineerde prijsverhogingen werden doorgevoerd en dat commercieel gevoelige informatie werd uitgewisseld’. De bedrijven die in het verslag genoemd worden, krijgen de kans om zich te verdedigen voor een Kamer van de Raad voor de Mededinging, die daarna een uitspraak zal doen.

Auditeur-generaal Bert Stulens wil niet kwijt over welke fabrikant en welke warenhuizen het gaat, maar algemeen wordt aangenomen dat de fabrikant Ferrero is en dat de prijsafspraken betrekking hebben op de chocopasta Nutella en op snoepgoed zoals Ferrero Rocher, Mon Chéri en de Kinder-chocolade. Ferrero was eerder samen met Nestlé en Kraft betrokken in een Duits onderzoek naar kartelvorming. In een uitloper van dat onderzoek zochten speurders ook in ons land naar bewijsmateriaal in diverse productievestigingen. Het is in dat verband dat de speurders ook de prijsafspraken met de warenhuizen op het spoor kwamen. Het gaat ‘m natuurlijk niet om het feit zelf dat een fabrikant prijsafspraken maakt met een warenhuis.Dat behoort immers tot het wezen van een verkoopcontract. Auditeur-generaal Bert Stulens: ‘Dat klopt. Het probleem hier is dat we ook een horizontaal karakter aan de verkoopovereenkomsten hebben geconstateerd. De fabrikant sprak zijn prijs niet alleen af met één klant, maar tegelijkertijd ook met andere klanten.’ Het ‘uitwisselen van commercieel gevoelige informatie’ houdt dus in dat de verschillende klanten (warenhuizen) van elkaar wisten tegen welke prijs de anderen de Nutella zouden verkopen.

Als de Raad voor de Mededinging ook na het horen van de fabrikant en de warenhuizen besluit dat het verslag van het Auditoraat steek houdt, betekent dat dat we al sinds 2002 te veel betalen voor onze Nutella. Voor de betrokken bedrijven zijn dan zware boetes mogelijk, in principe zelfs tot 10 procent van hun omzet.

Luc Baltussen

‘In 1993 bedroeg de schuld 137 procent van het bruto binnenlands product. Nu zitten we nog veertig procent lager.’

Minister van Financiën Didier Reynders (MR), relativeert de stijging van de Belgische staatsschuld, in ‘De Standaard’.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content