Choreograaf Jeroen Verbruggen wil het portret van koningin Fabiola uit zijn toilet krijgen. Daarom heeft hij besloten om Ma Mère l’Oye te maken. Daarmee levert hij het middendeel voor Ravel van Ballet Vlaanderen, een trilogie rond de bekende Franse componist.

U wordt dadelijk in het diepe gegooid. Hoe gaat u daarmee om?

JEROEN VERBRUGGEN: Er is geen tijd om me druk te maken. Het idee om met Maurice Ravels muziek te werken, komt van de vorige artistiek leider van Ballet Vlaanderen. Sidi Larbi Cherkaoui maakt er een drieluik van waarin drie generaties choreografen aan bod komen. Ikzelf doe het middenstuk en vertegenwoordig de jongste generatie. Toen naar mijn inspiratiebron werd gevraagd, flapte ik er koningin Fabiola uit.

Koningin Fabiola?

VERBRUGGEN: Er is een portret van koning Boudewijn en haar dat me al mijn hele leven vergezelt. Ik woon nu in Frankrijk en in mijn toilet hangen Fabiola en Boudewijn. Als ik verhuis, gaan ze mee en komen ze telkens in het toilet terecht. Ze herinneren me aan mijn thuisstad Brussel en aan mijn grootmoeder die vlakbij het paleis van Laken woonde. Het meisje van tachtig – zoals Fabiola door haar biografen genoemd werd – hield van sprookjes. Net als Ravel. Ze delen ook de liefde voor Spanje en de romantiek. Ik creëer een dans op de rijke muziek van Ravels ballet Ma Mère l’Oye (naar De Sprookjes van Moeder de Gans), aangevuld met het sublieme Pavane pour une infante défunte. Ik wil niet haar sprookjes ensceneren, maar de spirituele liefde voor haar man. Hun leven was als een sprookje, ondanks de tegenslagen. Zelfs na de dood van Boudewijn bleef ze vasthouden aan die liefde.

U viert het paar door hen veelvuldig over de scène te laten draven.

VERBRUGGEN:(Lacht) Ik ben niet vies van kitsch. Als kind stak ik met mijn Barbiepoppen, auto’s en een zaklamp hele shows in elkaar. Ik danste ook in de Samsonshows en als choreograaf flirt ik graag met de grens tussen kunst en kitsch. Ik ben graag rebels en maak choreografieën met veel visuele effecten. In 2012 maakte ik Kill Bambi om afscheid te nemen van mijn fascinatie voor Bambi en mijn kindertijd. Dat was eerder een rockconcert dan een klassiek ballet. Het begon bij François Couperins Les Barricades Mystérieuses en mondde uit in dans op Who Killed Bambi van The Sex Pistols.

Hoe is uw uitvoering bijzonder?

VERBRUGGEN: Ravel schrijft geschiedenis omdat de Boléro weer in België te zien zal zijn, 55 jaar na de première in De Munt. Bovendien verenigt het programma drie dansstijlen die elk op hun manier vertrekken vanuit het klassieke ballet. Tim Van Steenbergen ontwerpt de kostuums en het decor. Dat wordt een cirkel, de basisvorm van Maurice Béjarts (Fransman die een legendarische choreografie op de Boléro maakte, nvdr.) rituele ode aan de mens. De cirkel symboliseert hoe leven en dood in elkaar opgaan. Net als kitsch en kunst, of humor en ernst. Dans moet niet grappig zijn, maar mag ook niet bang zijn van humor.

Fabiola werd ‘de moeder der Belgen’ genoemd. Hebt u een boodschap voor haar getraumatiseerde volk?

VERBRUGGEN: Je mag nooit de hoop op en het geloof in de liefde verliezen. Dat is mijn boodschap. Over wat er eind maart in Brussel gebeurde, maak ik in 2017 een stuk in het Staatstheater Nürnberg. En dan zal Fabiola niet langer in mijn toilet hangen! (lacht)

Els Van Steenberghe

Ravel gaat op 28 mei 2016 in première in Opera Antwerpen en is daarna te zien in Opera Gent en in Concertgebouw Brugge. Meer info: www.balletopera.be

‘Het leven van Fabiola en Boudewijn was een sprookje.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content