Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Jan Decorte investeert in de uitgave van theaterteksten.

‘Ik ben zot, Els’, klinkt het vastberaden op mijn vraag waarom hij het theater maakt dat hij maakt. Het publiek gniffelt. Ik staar hem verbijsterd aan en besluit om een beeldfragment te tonen. Dat het tegendeel moet bewijzen. Of net niet?

Misschien is Jan Decorte wel gek. Krankzinnig genoeg om decennialang zijn leven aan het theater te wijden, samen met zijn levenspartner Sigrid Vinks, zonder daar geld mee te verdienen. Zo zijn er nog enkele eenzaten. Peter De Graef, bijvoorbeeld. Of Pat Van Hemelrijck. Kunstenaars tot in de toppen van hun tenen, met een eigengereide theatertaal die de Vlaamse podiumkunsten op een hoger niveau tilden. Maar het zijn ook kunstenaars die zich moeilijk met het klappen van de managementzweep kunnen verzoenen. Gevolg: deze briljante geesten weten nauwelijks te overleven als kunstenaars in Vlaanderen.

Decorte is de oudste ‘zot’. Toen ik leerde fietsen, leerde hij repertoirestukken ensceneren. Mijn grootvader bond een stok aan de achterkant van mijn fietsje en ik was vertrokken. Decorte stak vooral stokken in zijn eigen wielen. Hij wroette en zocht naar een expressieve taal waarin de taal van klassieke repertoireteksten geheel zou kunnen openbloeien. Dat gezoek ging niet zonder slag of stoot. Zijn acteurs eisten op den duur dat hij meespeelde, zodat hij aan den lijve zou ervaren wat hij wel allemaal van hen vergde. Zo geschiedde. Het bleek meteen een essentiële stap in die zoektocht. Sindsdien speelt hij altijd mee in zijn creaties. In 1983 creëerde hij een prachtige Oom Wanja van Anton Tsjechov. Maar de creatie overtuigde hem niet. Dus annuleerde hij de voorstelling en begon van voren af aan. Hij beende de tekst uit en ontdekte al schrijvend aan deze Scènes/Sprookjes (1983) de taal die zijn hart sprak: een sobere, beeldrijke en muzikale taal waar later de term ‘kindlijk’ op werd geplakt. Vanwege de onbevangenheid die zijn woorden uitstralen. Zijn vertaling van Hamlets ‘To be or not to be, that’s the question’ illustreert dat: ’tis of tisnie, daddist’.

Sindsdien herschept Decorte repertoireteksten tot robuuste, kindlijke poëzie die over de scène klatert. Momenteel trekt zijn versie van Euripides’ Bacchanten door Vlaanderen. Ook in deze Bakchai kunt u die kindlijke taal smaken én naproeven.

Elke tekst die hij de laatste jaren schreef, werd en wordt gepubliceerd in een stijlvol boekje waar Decorte en Vinks kosten noch moeite voor sparen. Decorte beseft dat zijn teksten – net zoals de meeste theaterteksten – ook op papier springlevend zijn. Dus investeert hij zelf in de productie van tekstboekjes. Om de kunst, niet om het geld. Een gulle zot, daddist.

Els Van Steenberghe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content