Componist van de liefde

CLAUDE DEBUSSY schreef veel liederen op liefdespoëzie. © GF
Rudy Tambuyser
Rudy Tambuyser Muziekjournalist

Op hun nieuwe cd Le musicien de l’amour bloemlezen Jan Van der Crabben en Inge Spinette uit de melodieën van Claude Debussy.

Grafschriften zijn in onbruik geraakt – met het dictaat van de eeuwige jeugd kon de onsterfelijkheid niet uitblijven, en bovendien wordt vandaag menig aflijvige liever verstrooid dan begraven. Maar destijds nog in de mode, waren epitafen bij voorkeur geslaagde combinaties van ellips en aforisme. Onduidelijk genoeg om tot de verbeelding te spreken, niettemin karakteristiek en niet mis te verstaan. Onthecht, maar geestrijk. Kortom een puzzel die het sterfbed van vele ijdeltuiten bezwaarde.

Nochtans kon het simpel. ‘ Musicien français’ luidt het grafschrift van Claude Debussy. Zo wenste hij herdacht te worden en wat de lezer daarbij moest denken, liet hij open. Zoals hij de luisteraar vrij liet, zich bij zijn muziek wat dan ook voor de geest te halen. Denk aan zijn pianopreludes, waarvan de hoogst programmatische titels pas op het einde van de partituur worden meegedeeld.

Musicien français’. Je kunt er eenvoudigweg kennis van nemen: Franse componist. Je kunt ook proberen grondig te begrijpen wat dat ‘ musicien’ en dat ‘ français’ precies betekenen. Dat vergt studie en intellectuele gretigheid, auditieve empathie en – jazeker – liefde.

Dat bariton Jan Van der Crabben en pianiste Inge Spinette hun uitstekende, aan Debussy’s liederen gewijde cd Le musicien de l’amour hebben genoemd, is dan ook in meerdere opzichten betekenisvol. De titel is ontleend aan Marcel Dietschy (auteur van La Passion de Claude Debussy), en inderdaad schreef Debussy veel liederen op liefdespoëzie. Maar zijn muziek is, zelfs op tekst, verstrekkender en algemener dan dat: zijn klankenwereld, tegelijk doordrongen van traditie en wars van gewoonten, is welbeschouwd volledig tot liefde terug te brengen.

Van der Crabben en Spinette presenteren hier de mooiste Debussyliederen sinds Bernard Kruysen – dat is lang geleden en in mijn wereld een groot compliment. Misschien is het vooral hun lezing van Le promenoir des deux amants die het ‘m doet – mijn favoriete, maar zeer zelden opgenomen triptiekje dat evenwel door dezelfde musici al eens in 1999 op cd werd gepresenteerd.

De tekst is van Tristan Lhermite, een zeventiende-eeuwse zuiplap, speler, ruziemaker én preromanticus die dit schitterende gedicht besluit met de woorden: ‘ Veux-tu, par un doux privilège/me mettre au-dessus des humains?/Fais-moi boire aux creux de tes mains/si l’eau n’en dissout point la neige.’ Een vertaling van eigen deeg, op het gevaar af bij de Knack-dichter in ongenade te vallen: ‘Wil jij, door een voorrecht zo zoet/me verheffen boven de anderen?/Laat me drinken uit je handen/als ’t water niet de sneeuw erin smelten doet.’

Een tikje breedvoerig voor een grafschrift, maar hulde aan de ‘ musicien français’ die dit in eeuwig nieuwe muziek heeft gehouwen.

FUGA LIBERA 583

Rudy Tambuyser

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content