Mark Elchardus
Mark Elchardus Hoogleraar sociologie aan de Vrije Universiteit Brussel

INFO : De auteur is hoogleraar sociologie aan de Vrije Universiteit Brussel.

Toen er nog ideologieën waren, troffen me vooral de overeenkomsten tussen het marxisme en het liberalisme. Volgens de eerste zou de staat verdwijnen, ‘wegdeemsteren’ zo formuleerde Marx het, volgens de tweede móést hij verdwijnen. Hij is er nog steeds, groter dan voorheen zelfs, behalve in de Verenigde Staten waar belastingverminderingen inmiddels duizenden mensenlevens hebben geëist. Goed maar dat onze huidige, liberale premier zijn voornemen de staat op te heffen, tijdig heeft opgeborgen. Niet de staat, wel zijn regering lijkt van bij haar aantreden weg te deemsteren. Vakbondsman François Martou vroeg zich daarom luidop af wat onze premier uitspookt, behalve fietsen en op vakantie gaan in Toscane. Zelfs vice-premier Vande Lanotte, die altijd zeer spaarzaam omspringt met woorden, acht het nodig zijn eigen regering de wacht aan te zeggen. Gedaan met wegdeemsteren, tegen 11 oktober moet die regering er staan met, onder meer, een oplossing voor Zaventem, een akkoord over de begroting, een plan voor de financiering van de sociale zekerheid en een doeltreffend beleidsspoor voor het loopbaaneindedebat. De premier vertrok na die waarschuwing meteen naar New York om wereldwijd de oorlog te verklaren aan de armoede. Think global, act local. Het eerste deel van die slogan maakt deze regering alvast tot de hare.

De uitdaging is overweldigend, de tijd – nog een onheilspellende 13 dagen tot de regeringsverklaring – bijzonder kort. Als er iets uit de bus komt dat ernstig kan worden genomen, verdient deze regering bewondering en loyauteit en komen we misschien nog te weten wat paars betekent, niet als mengkleur, maar als project. Het risico is echter groot dat we afstevenen op een fietspadenbeleid, de enige grote beleidsvernieuwing waarmee stedelingen de afgelopen jaren werden geconfronteerd.

Plots liggen ze daar, de fietspaden, geschilderd op het grijze asfalt. Eerst dacht ik dat het om een van die lugubere, maar stichtende campagnes ging. Ik heb dat nog meegemaakt als kind. Op de bomen langs de weg verschenen toen affiches met ‘hier vorig jaar 3 doden’. Toen de afbeeldingen van de witte, platgedrukte fietsen op het asfalt verschenen, dacht ik dat het om een gelijkaardig initiatief ging: werd hier een fietser overreden? Het bleek, tot mijn grote opluchting, niet om gedenktekens te gaan, maar om de markering van een fietsroute. Met een borstel en een pot verf had men razendsnel die klus geklaard. Fietspadenbeleid: de wens wordt werkelijkheid dankzij de kwast. Ze liepen onder de geparkeerde wagens door, maar fietspaden zouden het zijn. Nu lopen de fietspaden zelfs door een eenrichtingsstraat tegen het verkeer in. Dezelfde witte, platgewalste fietsen, maar nu voorafgegaan door twee pijlen om duidelijk aan te geven dat tegen de stroom in mag worden getrapt. Ik heb mijn spiegel aan de passagierskant toegeklapt, ben op een paar millimeter van de geparkeerde wagens gaan rijden en toch verdwenen de witte fietsen onder mijn linkervoorwiel.

Wordt dat soort fietspadenbeleid weldra veralgemeend? Krijgen we maatregelen die symbolisch en communiceerbaar, maar niet werkbaar zijn? Of worden we er binnenkort van overtuigd dat er in feite fietsers, noch auto’s zijn: dat brugpensioen eigenlijk geen probleem is, dat er zich voor de financiering van de sociale zekerheid eigenlijk geen probleem voordoet, dat er eigenlijk begrotingsoverschotten zijn. Nagenoeg zeker is dat de regering blijft; onzeker is met hoeveel recht op respect. Zelden was een agenda zo dwingend. Zelden werd de spanning zo meesterlijk opgebouwd. Zelden heeft een regering zich zo’n duidelijk tussentijdse evaluatie opgelegd. Alvast de democratie heeft daar baat bij.

MARK ELCHARDUS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content