KV Mechelen en Racing Genk kampen zaterdag om de Belgische beker. KV-trainer Peter Maes wil niet de underdog uithangen. ‘Wij trekken naar de Heizel om de cup te winnen. Punt.’

‘Het begon toen we Anderlecht uitschakelden. Supporters die lachend maar tegelijk half serieus over de finale begonnen. Maar ja, de weg was nog lang, wie kon toen al weten dat we de Heizel zouden halen? Weet je wanneer ik het zelf wist? Vlak voor de beslissende penaltyreeks tegen Cercle Brugge, in de halve finale. Ik zag de gezichten van mijn jongens en wist: dit geven ze niet meer uit handen. In de middencirkel heb ik hen gezegd: “Geniet hiervan. Beschouw de weg tussen midden- en penaltystip als een triomftocht, een catwalk om jullie prestaties te vieren. En nadien mogen jullie de fans op een goal trakteren.” Ik was er 100 procent gerust op: ze zouden die ballen wel binnenstampen.’

Niets haalt de heroïek van het voetbal beter naar boven dan een bekercampagne, beseft ook Peter Maes, trainer van KV Mechelen. Zaterdag strijdt zijn team in een uitverkocht Koning Boudewijnstadion tegen Racing Genk om de Cofidis Cup. ‘Zes jaar geleden was de club failliet. En kijk waar we nu staan’, mijmert Maes. ‘Deze finale is de beloning voor al het werk dat hier de laatste jaren werd verzet. Een eerbetoon aan het Mechelse doorzettingsvermogen. Pas op, het wordt er voor KV Mechelen niet makkelijker op, want vanaf nu horen we er weer helemaal bij. KV Mechelen is voortaan weer een volwaardige eersteklasser.’

Genk is de grotere club. Niemand zou het u kwalijk nemen als u zichzelf tot underdog zou uitroepen.

PeterMaes: Daar hou ik niet zo van. Voor je het weet, begint de ploeg dan te spelen met de instelling ‘blij dat we hier geraakt zijn’. Dat past niet bij KV Mechelen. Weet je wat ik gek vond? Dat Jos Vaessen van Racing Genk in Studio 1 zei: ‘We hebben 50 procent kans in de finale.’ Raar dat een club met een budget van 23 miljoen euro verstoppertje speelt. Ik vind dat je jezelf op die manier verlaagt en alles tenietdoet wat je wilt uitstralen tegenover je supporters en je sponsors. Maar goed, meneer Vaessen zal wel weten wat hij zegt. In elk geval zit ik niet zo in elkaar. KV Mechelen trekt naar de Heizel om de beker te winnen. Punt. Waarmee ik niet zeg dat het makkelijk zal worden. De atmosfeer rond die finale zal een rol spelen. En hoe reageert mijn onervaren spelersgroep op een match voor 45.000 toeschouwers? Daar ligt voor mij een heel grote taak.

Typerend voor de trainer Peter Maes: na de kwalificatie voor de bekerfinale hield u ochtendtraining, terwijl de spelers hadden verwacht dat ze hun roes mochten uitslapen. Een onverlaat verstopte toen als wraak uw schoenen.

Maes: Ze hadden tot vijf uur gefeest en dachten een snipperdag te nemen. Maar zo werkt het bij mij niet. (lacht) Dus ik het spelershome in. En dan maar roepen, zo luid als ik kon: ‘ Arbeiten, slaapkoppen!’ Je had hun gezichten moeten zien. Ik wou zo snel mogelijk de draad weer oppikken en hen ervan bewust maken dat er alweer een nieuwe uitdaging wachtte. Dat ze nadien dan mijn schoenen pikken, daar kan ik wel om lachen. Ik weet trouwens nog altijd niet wie het gedaan heeft. Maar als ik die ooit te pakken krijg… (knipoogt)

Hoort dat feesten er hoe dan ook bij? Trainers uit andere sporten vinden dat er in het Belgische voetbal te veel gefeest en te weinig getraind wordt.

Maes: Dat is de jaloezie die spreekt, denk ik. Niet-voetballers onderschatten de mentale belasting van onze sport: je speelt elke week een match die heel Vlaanderen kan zien. En als het eens minder is, dan waren duizenden mensen er live bij en nog eens een veelvoud daarvan leest de kritiek in de krant. Een uitlaatklep is pure noodzaak. Ik werk dan in mijn tuin, iemand anders drinkt dan een pintje. En waarom ook niet? Zolang wat privé gebeurt de prestaties op het veld niet onderuithaalt, mag er veel van mij. Voor wie hard werkt, mag de riem er eens af.

Deze finale is voor u een mooie revanche. Het eerste deel van het seizoen liep niet zoals verwacht. De pers zinspeelde toen op uw ontslag.

Maes: Als de resultaten niet meezitten, is een trainer altijd kwetsbaar. Maar hier is het al bij al rustig gebleven, ik heb sereen kunnen werken en we zijn er samen uit geraakt. De voorzitter en de sportief manager hebben mij beschermd voor aanvallen van buiten de club – waarschijnlijk wegens het krediet dat ik de twee voorgaande seizoenen had opgebouwd. Plus, als er een ontslag valt, moet je het gevoel hebben dat het probleem bij de trainer lag. En ik denk niet dat dit het geval was. Vergeet niet dat tijdens onze donkere periode de hele centrale as geblesseerd was. Olivier Renard, Jonas Ivens, Kevin Geudens, Aloys Nong… Vorig seizoen waren dat net de dragers. Wanneer zoiets gebeurt, is het bij elke ploeg pompen of verzuipen.

Daardoor moesten we tijdelijk rekenen op jongens met een groot potentieel maar die nog niet verondersteld waren om nu al de ploeg te dragen. Dat is bij momenten moeilijk geweest, maar achteraf hebben we daar wel ons voordeel mee gedaan. Vanaf november keerden de geblesseerden terug en sloeg de motor aan. En kijk dan eens waar je uitkomt: we hebben ons vrij vlot gered en staan in de finale van de beker.

Ik neem mijn hoed af voor wat mijn jonge groep in lastige omstandigheden heeft gepresteerd. Maar dat KV Mechelen in degradatienood zou komen, heb ik nooit geloofd. Daar is de ploeg te weerbaar voor.

Bent u in uw motivatiepraatjes nog vaak teruggekomen op de blamage tegen Anderlecht voor de winterstop?

Maes: Nee, niet nodig. Als je met 7-1 verliest, moet een spelersgroep zelf inzien dat zoiets niet kan. Op zo’n moment moet je als coach vooral inzetten op het samenhorigheidsgevoel. De spelers hebben samen die klap gekregen en moeten beseffen dat ze alleen samen kunnen vermijden dat het opnieuw gebeurt.

Sinds die match lijkt KV Mechelen beter bij machte om op resultaat te spelen.

Maes: Er is toen wat naïviteit weggevallen, dat klopt. Je kunt zeggen dat het naïeve enigszins in ons spel ingebakken zit. Ik wil verzorgd voetbal brengen, met een doordachte opbouw vanuit de verdediging. Die basis heeft elke ploeg nodig vooraleer je hoger mag mikken. Maar wie de nadruk legt op positief voetbal, maakt tegelijkertijd de tegenpartij sterker omdat die meer tijd krijgt om zich te organiseren. Op een gegeven moment moet er een portie koelbloedigheid bijkomen of je bent een vogel voor de kat. En misschien heb je al eens een negatief resultaat nodig voordat een spelersgroep die klik maakt.

De goede resultaten van de rest van het seizoen leiden ertoe dat de topclubs achter Mechelse spelers aan zitten: Anderlecht achter Nana Asare en Standard achter Bjorn Vleminckx. Veel kans dat uw betere spelers vertrekken. Dat wordt volgend jaar dus weer van nul beginnen.

Maes: Dat is de tol die elke Belgische middenmoter betaalt. Onze financiën bieden ons de keuze tussen spelers die al ervaring hebben maar op de terugweg zijn, en jongens die nog moeten groeien. De club kiest liever voor investeringen waarvan de marktwaarde nog kan verhogen, en dat lijkt mij een verstandig beleid.

Bij een goed bod kunnen spelers altijd vertrekken, maar de ploeg die we de afgelopen jaren hebben neergezet, blijft hoe dan ook behouden. Alleen zullen we sommige posities waarschijnlijk moeten invullen met andere namen. Ik hoop wel dat de inkomende transfers onmiddellijk inzetbaar zijn, want de jongens die vertrekken boden een meerwaarde aan de ploeg.

Voor een ambitieuze trainer moet het moeilijk zijn om zijn beste elementen te zien vertrekken.

Maes: Goh, eigenlijk doet het me enorm veel plezier om te zien hoe sommigen – ik zal geen namen noemen – zich willen etaleren. Ze willen hogerop in het leven, en dat is een gezonde instelling. Ik droom van een ploeg waarin elke speler uitstraalt dat Mechelen zijn eindstation niet is.

Natuurlijk wil ik graag, als het ook maar enigszins kan, mijn beste spelers behouden. Maar die keuze ligt bij hen. Ze mogen dromen van een ander avontuur, zolang ze maar weten dat het niet slecht voetballen is bij KV Mechelen: schitterende achterban, elke week spelen, elke week in the picture. Als ze toch vertrekken, wacht mij de uitdaging om met andere jongens dezelfde resultaten te behalen.

Hoe belangrijk is het voor een ploeg om vurige supporters te hebben?

Maes: Dat heeft invloed, zowel in goede maar misschien nog meer in slechte tijden. In KV Mechelen is de opdracht simpel: geef altijd het signaal dat je ervoor wilt gaan, en dan wordt hier en daar een minder resultaat door de vingers gezien. We hebben een trouw en in principe ook een mild publiek.

In de mindere periode hing er wel een groot spandoek met ‘Inzet!!’ erop. En af en toe werden spelers uitgefloten.

Maes: Dat supporters een signaal geven op een moment dat het niet goed gaat, vind ik logisch. Ook al was de kritiek niet helemaal terecht: dipjes horen er nu eenmaal bij, niemand kan tien maanden op hetzelfde niveau presteren. En oké, ook als het minder gaat, moet je je uiterste best blijven doen, maar als het niet draait, komt iedere actie geforceerd over.

KV Mechelen heeft twee generaties supporters: zij die het faillissement hebben meegemaakt, en zij die zijn ingestapt door het enthousiasme dat ontstond bij de reddingsactie. Die laatste groep heeft zich hier de laatste jaren enorm opgedrongen. Zij staan voor het enthousiasme en het positivisme, de oudere generatie is kritischer, heb ik de indruk.

De club telt tegenwoordig trouwens meer supporters dan tijdens de sportieve hoogdagen eind jaren tachtig. Dat is de rijkdom van KV Mechelen. Daarom zijn wij een blijver in eerste klasse.

Wordt het een zotte boel wanneer jullie naar de Heizel trekken?

Maes: Brussel zal te klein zijn. Maar daar probeer ik voorlopig niet te veel aan te denken. Eerst die finale winnen. Vieren is voor nadien.

Welke coaches zijn uw voorbeelden geweest?

Maes: Ik weet dat het een cliché is, maar je leert van iedereen die je tegenkomt. Twee namen springen er toch uit: Aad de Mos en Johan Boskamp. De Mos omdat hij tactisch sterk was en als geen ander een ploeg mentaal kon bewerken. Niemand die zo clever was in het creëren van conflictsituaties. Maar van hem heb ik ook geleerd wat je beter níét doet. De confrontatie zoeken met bepalende spelers, bijvoorbeeld. Van Boskamp heb ik dat bezetene. Je spelers geven meer als ze zien dat jij je ook 100 procent overgeeft.

De Mos heeft zich expliciet kandidaat gesteld voor de nationale ploeg. Ook Boskamp wordt vernoemd in de pers, maar bij de bond circuleren blijkbaar andere namen.

Maes:(denkt na) Waarschijnlijk zal men het van mij niet aannemen – iedereen weet dat hij een goede vriend is -, maar een betere kandidaat dan Johan Boskamp zul je niet vinden. Heeft het Belgisch voetbal in zijn bloed en is toch voldoende Hollander gebleven om boven het communautaire uit te stijgen. Werkt uitstekend met jeugd, kan motiveren en heeft de leeftijd om te zeggen: ik laat de wekelijkse strijd aan jongere collega’s en beperk me tot een paar topmatchen per jaar. Kent alle strekkingen, kent alle journalisten en kan dus beter anticiperen dan iemand die het allemaal nog moet ontdekken. Heeft dat niet veel weg van de ideale bondscoach? Als ik voor de bond zou werken, zou ik niet verder zoeken.

Boskamp durft schoon schip te maken, en dat lijkt me net wat de nationale ploeg nodig heeft. Hij heeft zijn lijn, en daar wijkt hij niet meer van af. Dat rechtlijnige had René Vandereycken ook, maar qua communicatie heeft Boskamp betere troeven.

Hád Vandereycken wel een lijn? Hij beweerde altijd naar combinatievoetbal te streven, maar week daar in de beslissende matchen tegen Bosnië radicaal van af.

Maes: Daar zeg ik liever niet te veel over, want uiteindelijk ben ik ook maar een groentje in het trainersvak. Alleen dit: ik was aanwezig bij de eerste match tegen Bosnië, en een halfuur voor affluiten ben ik vertrokken. Ik hou van verzorgd voetbal, voetbal waar een idee achter zit. En dat heb ik die avond niet gezien. Als je kwaliteit in huis hebt, wat moet je dan doen? Dan moet je, onder alle omstandigheden, uitgaan van je eigen kracht.

DOOR JEF VAN BAELEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content